Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
19 september 2009

Geld in overvloed: hoe bankiers hun hand overspeelden

Geld in overvloed
Bekijk Video
26 min

“Greed…is good. Greed is right. Greed works”

“Greed…is good. Greed is right. Greed works”
Michael Douglas als Gordon Gekko in: Wall Street (1987)

Terwijl de eerste banken een jaar na het uitbreken van de financiële crisis alweer bonussen uitkeren (BAB is het credo, Bonusus are Back!) is het leed nog helemaal niet geleden. De Nederlandse economie krimpt, de werkloosheid stijgt. Voordat de Parlementaire Onderzoekscommissie de oorzaken van de crisis onderzoekt, spreekt oud-minister Ruding en een aantal betrokken bankiers in Andere Tijden over de deregulering van de jaren ’80. De versoepeling van de regels die de kiem legde voor de financiële crisis van nu.

Klassiek bankieren
Klassiek bankieren

Saaie boel

Geld pinnen onder de toren van Pisa, met een creditcard afrekenen op Amazon.com: het is nu heel normaal. Dat was natuurlijk niet altijd zo. Kopen of verkopen in het buitenland was vroeger aan wettelijke regels gebonden, zowel voor particulieren als voor bedrijven. Wilde een bank handel drijven met het buitenland dan moest voor elke handeling een exportvergunning worden aangevraagd bij De Nederlandse Bank (DNB).

Tom de Swaan begon in de jaren ’70 bij DNB op de afdeling Valutahandel. ‘Dat was toen eigenlijk een saaie boel, maar langzamerhand veranderde dat,’ vertelt hij op kantoor van zijn huidige werkgever Van Lanschot Bankiers. ‘In de jaren ’50 mocht je alleen precies zoveel buitenlands geld bestellen als nodig was voor een buitenlandse aankoop’. Deze deviezenbeperkingen worden in 1956 opgeheven, handel in valuta wordt in de jaren ’70 toegestaan. ‘Toen werd het ook spannender,’ grijnst hij. Tegelijkertijd blijft de bureaucratie. Voor investeringen in het buitenland moeten vergunningen worden aangevraagd bij DNB. Daar gaat veel tijd overheen en soms worden ze niet verleend. Het zijn belemmeringen die stammen uit de tijd van de Grote Depressie van de jaren ‘30.

Banken bestaan al eeuwen. Hun taak is eenvoudig en overzichtelijk, zegt oud-bestuursvoorzitter van ABN AMRO Jan Kalff: ‘De bank neemt het spaargeld van de één in, en leent dat tegen rente weer uit aan een ander’. In de 16e eeuw komt er een taak bij: de banken gaan ook handelen in effecten, eerst alleen voor de klanten, later op beperkte schaal ook voor eigen rekening van de bank.

Net als nu veroorzaken de banken in 1929 een financiële crisis. Banken gaan failliet omdat te grote risico’s genomen zijn met effecten en de Grote Depressie volgt. Om te voorkomen dat dit weer gebeurt, komen de banken onder zeer streng overheidstoezicht te staan. Het is een spaarbank voortaan verboden om tegelijk zakenbank te zijn, of om ook verzekeringen te verkopen. Banken als Lehman Brothers, Goldman Sachs en JP Morgan specialiseren zich daarom tot zakenbank.

<p> </p>

Zwemmen in het geld

In de jaren ’60 en ’70 krijgen de banken een steeds belangrijker plaats in de maatschappij. Door de toenemende welvaart heeft de bevolking langzamerhand meer geld. Loon wordt steeds minder op vrijdagmiddag uitbetaald in het traditionele loonzakje maar uitgekeerd via de bank. Banken reageren door een fijnmazig netwerk van kantoren op te tuigen: bijna ieder dorp krijgt een eigen bankfiliaal.

De toenemende welvaart brengt de (spaar)bank veel geld op. Begin jaren ’80, zo zegt Dolf van den Brink, betaalt de bank zes procent spaarrente aan particulieren. Het kost de bank dus zes procent om aan geld te komen. ‘Maar wij leenden dat geld dan voor 12¾ procent weer uit aan de Staat door er staatsobligaties voor te kopen. De bank werd slapend rijk in die tijd!’, aldus Van den Brink die op dat moment bankier was bij de ABN bank.

Was er in de jaren ’70 nog een soort argwaan tegen de economie, in de jaren ’80 komt het economisch denken sterk op. De maatschappij raakt doordesemd van economie en marktdenken. Steeds vaker worden dingen in economische waarde uitgedrukt. Steeds meer mensen studeren economie of bedrijfswetenschappen, terwijl daarvoor studies als sociologie nog favoriet zijn.
Maar hoewel het geld bij de banken tegen de plinten klotst, hebben ze weinig zicht op hoeveel geld ze hebben en waar het zich precies bevindt. De introductie van de computer begin jaren ’80 zorgt voor een doorbraak in het bankwezen. ‘Een weldoener voor de groei van de bank’, noemt Kalff het. Dolf van den Brink herinnert zich nog die tijd bij de ABN. ‘Er waren geen computers, het was nattevingerwerk. Rekenwerk op papier, dat veel tijd kostte. Het duurde tot 1982 voordat de computer ons à la minuut kon vertellen wat de positie van de bank was.’ Uit die tijd stammen ook financiële nieuwsbureaus als Reuters en Bloomberg. De computers en de persbureaus maken de markt transparanter en internationaal inzichtelijk.

Toch zijn er nog steeds de beperkingen, die erfenis uit de jaren ‘30. Banken kunnen niet met hun geld naar het buitenland. Ze zijn gebonden aan het kleine Nederland. Bankier en oud-minister van Financiën Ruding meent in die tijd dat er meer mogelijkheden moeten komen. Tom de Swaan wijst er fijntjes op dat het de overheid op dat moment ook goed uitkomt. ‘Kijk’, zegt hij, ‘pensioenfondsen waren óók tot Nederland beperkt. En wat is het grootste pensioenfonds? Het ABP dat de pensioenen van de ambtenaren regelt’. De pensioenfondsen denken dat ze over de grens veel geld kunnen verdienen. Stijgende opbrengsten zullen zorgen voor dalende premies. Ook bij het ABP. Zo kan de overheid een groot deel van de premie besparen.

<p> </p>

Big Bang

De grote veranderingen in de financiële wereld beginnen in Engeland. Het past helemaal in de tijd van Reagan en Thatcher: privatisering en een terugtredende overheid. Het beursverkeer, de effectenhandel en de banken worden ontdaan van allerlei belemmeringen. En het zijn de banken die daarvan sterk profiteren. ‘In Londen had je de zogenaamde Big Bang’, herinnert Ruding zich. Groot-Brittanië schaft in 1986 allerlei regels af waardoor de beurs van Londen van de meest gereguleerde in de meest vrije verandert. Londen wordt hèt handelscentrum.

Ruding beziet deze veranderingen. ‘We moesten de boot niet missen’, herinnert hij zich nu in zijn kantoor in Brussel. Nederland gaat mee. ‘Wat banken toen bijvoorbeeld mochten was vrijelijk handelen in valuta, effectenproducten, aandelen en obligaties’, zegt De Swaan. Marktwerking is het devies. Ondertussen versterken alle invloeden elkaar. De toegenomen welvaart, de enorme partij geld die de bank niet kwijt kan, de opkomst van de computer en de mogelijkheid het geld in het buitenland weg te zetten. De tot dan toe wat suffige bankier transformeert in een geweldenaar die geld lijkt te kunnen maken.

Juliette Mead werkt in de jaren ’80 als effectenhandelaar in de Londense City. ‘We zaten bijvoorbeeld in een champagnebar te wachten op de cijfers van het Amerikaanse ministerie van Financien. Als die dan waren wat je had voorspeld, trokken we een nieuwe fles champagne open. Was het niet wat je had voorspeld, dan in ijltempo terug naar kantoor!’ Michael Enthoven, nu bestuursvoorzitter van Fortis ABN, bankiert zowel voor als na de Big Bang in Londen. ‘Begin jaren ‘80 is Londen nog het domein van de “Bowler Hat Bankers”, de mannen met de bolhoed die van twaalf tot half drie ter lunch gaan. Na de Big Bang is Londen het centrum van de financiële wereld met bankiers die ineens 24 uur per dag werken. Een wereld van verschil!’.

Op het vrijgeven van de regels volgt vrijwel meteen een wereldwijde fusiegolf. Banken en verzekeraars, spaarbanken en zakenbanken; alles gaat samen. In Nederland fuseren onder meer ABN en AMRO, NMB en Postbank worden ING, waartoe ook verzekeraar Nationale Nederlanden toetreedt. Spaarbanken willen ook zakenbank worden. ‘Om internationaal mee te kunnen doen, moest je dezelfde producten kunnen aanbieden als de Amerikaanse en Engelse banken deden vanuit Londen’, zegt Jan Kalff. Toezichthouder DNB kijkt tevreden toe. Met het oog op de eenwording van Europa in 1992 lijkt het haar goed een paar giganten in Nederland te hebben. Om internationaal mee te kunnen in het spel van de grote jongens, móeten de banken groeien, overnames doen. Om overnames te kunnen doen, is veel geld nodig en dus wil het bestuur van een beursgenoteerde bank dat de waarde van de aandelen van die bank snel omhoog gaat. Tegelijk willen ook de aandeelhouders van de bank snel winst op hun beleggingen en ook zij willen dus dat de waarde van het aandeel omhoog gaat.

En daar zit de crux. De bank verdient aan uitlenen van ingebracht spaargeld. Op de zakelijke markt verdient een bank daarnaast aan de emissie van aandelen van bedrijven. Maar dat gaat de bank en ook zijn aandeelhouders niet snel genoeg. Daarom wint een derde deel van de bank snel terrein: handel voor ‘eigen rekening’ van de bank. Veelal jonge bankiers beleggen voor rekening van de bank om het vermogen van die bank snel omhoog te krijgen. Ze beleggen in ondoorzichtige producten die veel geld kunnen opleveren. Dat gaat goed totdat niemand meer begrijpt in welke producten is belegd, omdat leningen onderling vele malen gebundeld, verknipt, versleuteld en doorverhandeld zijn. Daardoor weet eigenlijk niemand hoe het met het risico van deze beleggingen zit. Dan blijkt een groot deel van die producten de huizenmarkt in Amerika als onderpand te hebben. Zodra de huizenprijzen daar dalen, en het onderpand dus minder waard wordt, zakt het fundament onder al deze producten en beleggingen in. Omdat geen enkele bank precies weet waar de slechte leningen zitten, en dus ook niet of zij daarin belegd heeft, is het vertrouwen in de financiële wereld weg en zit de wereld in een kredietcrisis.

<p> </p>

Traditioneel versus zakenbankieren

‘In de jaren ’90 merkt de traditionele bank dat ze achterblijft bij het bedrijfsleven en ziet de oplossing in de investmentbanking, het zakenbankieren, vertelt Dolf van den Brink. Want daarmee wordt het geld verdiend op dat moment, denkt men. De City is het financiële hart van de wereld en elke zichzelf respecterende bank móet daar een kantoor hebben. ‘In 1992 kochten we bij ABN AMRO de eerste brokerskantoren in Londen’, zegt Van den Brink. Later wordt hij in de Raad van Bestuur verantwoordelijk voor het personeelsbeleid en daarmee voor het in dienst nemen van de extreem dure investmentbankers. Die bankiers krijgen hoge salarissen en nog hogere bonussen omdat ze grote risico’s nemen en creatief zijn. Zij zijn het die in het ondoorzichtige woud van gebundelde en doorverkochte leningen investeren. Het heeft een creatief aspect. Het vereist innovativiteit. Daarmee vergeleken is het traditionele bankieren een beetje saai. Van den Brink ziet een groot verschil tussen de bankiers. ‘De zakenbankier kijkt naar de dagkoers, de korte termijn. Zijn strategie verandert ook per dag. De traditionele bankier kijkt naar een termijn van tien, vijftien jaar’, aldus Van den Brink.

<p> Manhattan</p>
Manhattan

Toezicht

Toen de deregulering begon werd gezegd: ‘Alle remmen los, dat leidt tot excessen’, herinnert Onno Ruding zich. Hij heeft altijd betoogd dat met deregulering het toezicht verscherpt moest worden. ‘Dat lijkt misschien tegenstrijdig maar dat is het niet. Je moet wel toezicht houden. De mens is immers geneigd tot het kwade.’ In Nederland is het toezicht geregeld in een aantal wetten zoals de Wet Toezicht Effectenhandel en de Wet Toezicht Voorkennis. In Europees verband is het toezicht geregeld in de zogenaamde Basel Akkoorden. Maar juist in Amerika zijn er vele toezichthouders die allemaal een deel van de markt in de gaten houden. En dat versnipperde toezicht zorgt voor gaten daarin. ‘Dat komt door de grondhouding van Reagan en Thatcher: “de overheid is slecht”’, zegt Tom de Swaan. ‘Bij liberalisering hoort toezicht. In de VS is dat toezicht echter nooit tot uitdrukking gekomen. Het is altijd wel met de mond beleid, maar er is nooit echt werk van gemaakt’, zegt hij. ‘In een staat als Florida moet elke ijsverkoper aan zes vergunningen voldoen. Terwijl hypotheekverkoper een vrij beroep was, je hoefde nergens aan te voldoen. Zo komen we aan al die subprimehypotheken.’

<p> </p>

Labiel systeem

Zullen de banken weer terugkeren naar de saaiheid van weleer? Het lijkt er wel op als je de aanbevelingen hoort van bijvoorbeeld de commissie Maas: de klant moet weer centraal komen te staan. Die zullen banken nu wel weer meer gaan koesteren als inkomstenbron. Lange tijd is het management van vrijwel alle banken verblind door de gouden bergen van het zakenbankieren. De enorme bedragen aan die kant van de bank springen in het oog, en het management jut elkaar op met enorme bonussen, maar niemand weet of die wel door de prestaties worden gerechtvaardigd. Banken lokken elkaars bankiers met de bonussen weg. Een bankier zonder bonus, daar moet wel iets mee mis zijn. Hebzucht viert hoog tij, maar bedenk wel dat de enorme welvaart die onze samenleving opbouwt in de jaren ’90 van de vorige eeuw grotendeels is gebaseerd op het vrijgeven van de bankregels.

Ondertussen is de parlementaire onderzoekscommissie geïnstalleerd die vijftien maanden lang onderzoek zal doen naar de oorzaken van de kredietcrisis. In 2010 worden de eerste bevindingen van de commissie verwacht. Of zich nu nooit meer dergelijke problemen zullen voordoen is te betwijfelen. De eerste banken betalen de overheidssteun terug. Zo ontsnappen ze aan de voorwaarden die daaraan verbonden zijn om vervolgens de slimste bankiers bij de concurrenten weg te lokken. De economie is nu eenmaal een labiel systeem. Het gaat erom dat er geld wordt verdiend. En van tijd tot tijd zullen er dus gekke dingen gebeuren.

Tekst en research: Rob Bruins Slot, Hannah Dogger
Regie en samenstelling: Reinier van den Hout

Geïnterviewden Bronnen
  • Tom de Swaan
    Tom de Swaan
  • Onno Ruding
    Onno Ruding
  • Juliette Mead
    Juliette Mead
  • Jan Kalff
    Jan Kalff
  • Dolf van den Brink
    Dolf van den Brink
  • De Prooi

    Jeroen Smit, De Prooi. Blinde trots breekt ABN AMRO (Amsterdam 2008).

  • The Head Hunter

    Juliette Mead, The Head Hunter (Londen 1994).

  • Bonus!

    Pieter Klok en Xander van Uffelen, Bonus! Hoe hebzucht ons in de kredietcrisis stortte (Amsterdam 2009).

  • De Meltdown van 2 biljoen dollar

    Charles R Morris, De Meltdown van 2 biljoen dollar (Amsterdam 2009).

  • Wall Street

    Wall Street (Oliver Stone, 1987).

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: