Familiefilms '20 -'80
Het resultaat is een uniek portret van het privé-leven van generaties Nederlanders. Dat laat zien dat hoewel er scheerapparaten, stofzuigers en psychologen komen, uiteindelijk alles bij iedereen toch hetzelfde blijft en zich herhaalt.
De films en filmpjes die geselecteerd zijn voor de special, beslaan samen de periode van 1920 tot 1980. Op geen een filmpje stond geluid en er was nergens een glimp van een verhaal te bekennen. Toch was het mogelijk een rode lijn te vinden. Want de beelden gaan eigenlijk allemaal over hetzelfde: geboorte, spelende peuters, vakantie en bruiloften. We herkennen het allemaal, sterker nog, we filmen die dingen nu nog steeds. Niets nieuws onder de zon, maar daarom niet minder interessant.
Ook zijn er over deze periode van zestig jaar grote verschillen te zien in de manier van filmen en het gedrag van de personages voor de lens.Terwijl men in de jaren twintig nog in zondagse kleren poseert alsof het om een soort levende foto gaat, wordt er in de jaren zeventig schaamteloos in beeld getongzoend en in potjes geplast.
Ongeveer twee jaar geleden hoorden we over grote collecties familiefilms, die niet alleen bij ons eigen archief ‘ Beeld en geluid’ bewaard worden, maar ook in (provinciale) archieven elders in Nederland. ‘ Familiefilms’ leek ons een mooi onderwerp voor een special, en begin dit jaar begonnen we met kijken naar zo’ n tachtig uur filmmateriaal. Op geen een filmpje stond geluid en er was nergens een glimp van een verhaal te bekennen..
De films en filmpjes besloegen samen de periode van 1920 tot 1980. Voor 1920 was filmen zelfs voor de rijkste klasse onbetaalbaar, na 1980 begon juist iedereen te filmen door de komst van de video. Bij de komst van de video besloten we te stoppen.
We maakten we paginalange schema’s waarin het materiaal in categorieën als liefde, vrije tijd, baby’s en spelletjes bedwongen moest worden. We tekenden tijdbalken, maakten spotlijsten en ‘favoriete shots’-lijsten. “Leukste baby, leukste teiltje, 1928”, stond daar dan bijvoorbeeld op. Met deze mega-administratie bekeken we het materiaal een keer of vier, totdat de families een eigen gezicht begonnen te krijgen en we de shots begonnen te kennen.
Levende foto
Er bleken over een periode van zestig jaar grote verschillen te zijn in de manier van draaien en het gedrag van de families voor de lens. In de jaren twintig poseert men voor de filmcamera. Een soort levende foto’s zijn het, waarop de families grenzeloos gefascineerd lijken te zijn door het filmapparaat zelf. Ze presenteren zich trots en op hun paasbest aan de kijkers van de toekomst.
In de dertiger jaren druppelt langzamerhand het besef door dat er meer mogelijk moet zijn met dat indrukwekkende ding. Je kunt bijvoorbeeld met een meer of minder geslaagde poging tot humor een scène uit je leven naspelen zonder daarbij persé in de lens te kijken. Of je kan eens een beweging maken van je dochter naar je zoon en vice versa…
Nog weer later, vanaf de jaren vijftig, wordt de camera pas echt een middel om iets over het eigen dagelijkse leven vast te leggen. Papa en zijn boormachine op zondag bijvoorbeeld.
In de jaren zeventig beginnen de vormexperimenten: in navolging van de toenmalige VPRO-stijl zien we dan enorm close ups van mama’s oog, mond of van het voetje van een pasgeborene. En natuurlijk, er kan ineens in potjes geplast en gepoept worden voor de camera. Ook teennagels lakken of tongzoenen kan in die jaren gewoon op de film: het zijn de jaren waarin we ons bevrijd dachten van ‘ ouderwetse burgerlijke normen’ .
Dagboek van oma
Verschillen in draaistijl of gedrag voor de camera, zeggen die ook iets over psychologische veranderingen van het Nederlandse gezin over die zestig jaar? Om daar achter te komen zochten we persoonlijke documenten die over de zestig jaar bewaard gebleven zijn.
We lazen dagboeken, brieven en jeugdherinneringen. In de archieven overviel ons dan af en toe het gevoel voyeur te zijn, ondanks het feit dat mensen zelf hun privé-documenten aan zo’n archief hadden overgedragen. In de brieven wordt vaak benadrukt dat verder niemand ze mag lezen. Zo was er die stapel liefdesbrieven van voor de jaren vijftig. Een meisje schrijft aan haar aanstaande over haar familie, over hoeveel ze van haar liefste snoesje houdt en in zeer bedekte termen over hun niet-bestaande seksleven (dat evengoed verboden wordt door de kapelaan). Ze schrijft: “Snoesje, verscheur je deze brief wel? Of stop je hem goed weg? Ik zou toch niet graag willen dat iemand anders dan jij hem zou lezen.”
Kun je een fragment uit zo’ n soort brief selecteren voor een uitzending op de nationale tv? Beide hoofdpersonen zijn inmiddels overleden. Gaan we de privacy van een zestig jaar oud pubermeisje beschermen? Of gaat het programma voor? Meestal losten we dit soort problemen op door contact op te nemen met de familie van de schrijver.
Het was sowieso lastig om te selecteren welke citaten door mochten naar ‘de volgende ronde’ en welke niet. Soms waren citaten te algemeen, dan weer te specifiek. Vaak heb je het beeld dat je wilt gebruiken wel voor ogen na het doorploegen van een dik dagboek, maar vind dan maar net dat citaat van twee of drie zinnen dat samen met dat beeld de tijd schetst.
Gebrek aan nieuwe bronnen hadden we op geen enkel moment. Naast de bekende archieven was het opvallend hoeveel families nog materiaal thuis hebben liggen. Wie je ook vertelde over dit project, iedereen had nog wel een oude film of een dagboek van oma in de kast liggen. Voor ons fantastisch, want dat betekende toegang tot nieuw, onontgonnen terrein.
Flirten en trouwen
Na het lezen van stapels egodocumenten beseften we dat anders dan bij de beelden, weinig sprake was van grote veranderingen in wat men schreef. Hooguit kwamen er in de loop van eeuw nieuwe woorden voor oude gevoelens; “ werken aan je relatie” bijvoorbeeld was zo’ n nieuwe term. Al in 1920 spreekt een tante vrijuit over sex-appeal. In 1930 wordt voorzichtig doch uitgebreid gepsychologiseerd over man-vrouw verhoudingen. In de jaren vijftig staan mannen allang in de keuken, terwijl er twintig jaar later in vele brieven van jonge mensen juist getwijfeld wordt aan de nieuwe seksuele moraal in plaats van die te propageren.
Iedereen heeft het in al die jaren in de kern over hetzelfde: jaloezie, gebrek of teveel aan ouderlijke liefde, het huwelijk, de vakantie. Wel bleek dat men in de loop van de eeuw meer beschikking krijgt over een psychologisch jargon. Economische welvaart en uitgebreid navelstaren, zo blijkt uit de documenten, gaan hand in hand.
En ook de beelden, hoezeer de uiterlijke vorm ook verandert in de loop van de tijd, gaan eigenlijk allemaal over hetzelfde: geboorte, spelende peuters, geflirt, bruiloften. We kennen het allemaal en we filmen die dingen nu nog steeds. Niets nieuws onder de zon. En toch moeten alle filmers gedacht hebben iets unieks vast te leggen: het eigen privé leven dat niemand kent en dat bedoeld is voor vertoning in de eigen huiskamer.
Het was die paradox die ons verhaal moest worden. Eén doorlopend verhaal wilden we, waarin het unieke privé leven van generaties Nederlanders laat zien dat, hoewel er scheerapparaten, stofzuigers en psychologen komen, uiteindelijk alles bij iedereen toch hetzelfde blijft en zich herhaalt.
Intiem inkijkje
De beelden van de verschillende families lieten zich niet gemakkelijk aaneenrijgen. Het familiemateriaal bleek weerbarstig in de montage: misschien wel juíst omdat elke familie zo zichzelf is. Dachten we dat dit ene kleine jochie in matrozenpak perfect zou passen tussen twee bepaalde scenes, dan bleek hij teveel een persoonlijkheid. Hadden we een wijd shot nodig, dan had de filmer daar natuurlijk niet op gerekend. Wisten we zeker dat de muziek van Simeon ten Holt de beelden voor het grootste deel zou stuwen, dan bleek weer dat de complexiteit van die muziek te groot was voor het karakter van de beelden. Die lieten zich niet als vanzelfsprekend in ons keurslijf dwingen. Het was wrikken en passen en meten tot we de balans vonden tussen universaliteit en intimiteit, dagelijksheid en voorzichtige hintjes naar de wereldgeschiedenis.
Om een voorbeeld te geven: hoe vertel je in hemelsnaam zonder al teveel nadruk dat er in de Tweede Wereldoorlog gewoon getrouwd en gezonnebaad werd? Dat terwijl de ene buur een maand voor hij werd afgevoerd naar Auschwitz zijn bruiloft vierde met een jodenster op zijn revers, de ander zich druk maakte omdat hij geen baan had?
Ook in de geluidsnabewerking kwamen we voor bijzondere barrieres te staan. Behalve de muziek, die editor Jan Overweg had aangelegd, was er nog steeds geen enkel geluid. Geen vogeltje, geen adem, geen voetstap. En zo kwam het dat we twee dagen lang in een studio geluiden na moesten ‘spelen’ die niet in voorraad waren. Voorbeelden: het uitspugen van een kersenpit, het ombinden van een blinddoek, het plassen in een plastic potje. Tenslotte was het de opdracht om die geluiden niet al te realistisch onder te beelden te zetten; het was immers niet onze bedoeling de werkelijkheid te reconstrueren, maar een vertelling construeren die een inkijkje geeft in de intieme levens van de generaties voor ons.
'Sex-appeal?'
De tekstfragmenten uit de uitzending:
1 Kijk, zegt het Tantetje op het gras en gooit haar prachtige krulhaar naar achteren, "een vrouw kan vijf kwaliteiten hebben". "Wat dan?" "Wel, ze kan hebben charme, chic, schoonheid, gevoel voor humor en sex-appeal." Sex-appeal... oohhhh wat is dat nou? Maar ik wacht mij wel iets te vragen, anders sturen ze mij weg naar de kinderjuffrouw.
Agnies Pauw van Wieldrecht
Grootmama mogen wij kluiven?, 1992
Thomas Rap, Amsterdam
2 Stella. Vraagt hoe ik eigenlijk weet als er een nieuw kindje moet komen. Ik zeg tegen haar: Er is een stem geweest, in mijn binnenste, en die zei: 'Moeder, U moet 't wiegje weer eens klaarmaken, want O.L.Heer wil U weer een kindje erbij geven.' Want, Stella, jij hoort toch ook wel eens een stem in je binnenste en die zegt bijvoorbeeld 'Stella, jij mag geen snoepje uit Moeders kast nemen' of 'Je mag niet jokken'."
Dagboek Tante Nolda
Privé-archief familie Huuygens
3 "Onze vader was een zondagsvader: alleen op die dag verkeerde hij in ons midden, deelde hij onze kleine levens. Onze onderlinge ruzies, onze kleine vergrijpen werden dan /tijdens avondeten/ aan hem voorgelegd. En zo kwam het dat hij, aan het hoofd van de tafel gezeten, bijna dagelijks rechter zat te zijn, rechtsprak, straffen uitdeelde.
Michel van der Plas
Onder dak zonder dak. Flarden van een jeugd, 1985
Agathon, Weesp
4 Ik herinner mij nog goed mijn eerste kalverliefde. Zij heette Loesje. (...) Om beurten lieten wij een /suiker/klontje in onze monden smelten. Dan brachten wij de lippen van onze geopende monden op elkaar lieten de zoete inhoud naar de ander stromen. Loesje en ik hielden veel van elkaar.
F. van Ree
Dicht op de huid, 1990
Balans, Amsterdam
5 Bets d’r ogen zwart in ovaal wit, vochtig van kijken: ja!! Zo kijken: hélemaal zo. Bets d’r konen in stille glimlachplooiing, de ogen zacht geciseleerd erin. Bets d’r neus flauw gebogen met trilling bewegen van transparante neusvleugels. Zó zag-ie d’r. Zó. Niet anders dan zo.
6 ‘De preek was ook beter, en ging over Reinheid en Kuischheid. Nou, voor zover die pater het vertelde, heb ik wel begrepen, dat een zoen van dicht bij niet geoorloofd is, we zullen het dus ook maar niet doen hè..? Maar hij zei ook nog dat je niet mocht gaan dansen of naar een bioscoop. En zie je dát laat ik niet, en dat mag een ander wel weten! Ik wilde eigenlijk zeggen dat ik liever niet iets doe, waarvoor ik me voor een ander zou schamen, je begrijpt me wel hé schat. Zal je er ook aan meewerken?
Privé-archief: Truus Stevens
Over honderd jaar is alles voorbij
IIAV: Internationaal Informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging
'Ik was mijn moeder'
De tekstfragmenten uit de uitzending:
7 Misschien was ik vijf. Ze trok me op schoot, sloeg haar beide armen om me heen en legde haar wang tegen de zijkant van mijn gezicht. Daarna begon ze te neuriën, zodat het door mijn hoofd heen zoemde en het binnen in mijn neus ging trillen. Het was een kriebelig gevoel, dat ik bijna niet kon verdragen. Toch hield ik mijn gezicht tegen haar aan, ik wilde het net zolang volhouden tot er in mijn hoofd iets kapot sprong. Toen ik dat tegen haar zei moest ze lachen. Ze neuriede nog harder. Ineens wist ik dat we nu samen trilden. Dat we allebei op precies hetzelfde moment hetzelfde voelden. Ik was mijn moeder. Mijn moeder was ik.
Yvonne Keuls
Mevrouw mijn moeder, 1999
Ambo, Amsterdam
8 Je vroeg je moeder: Waarom hebben armen mensen meer kinderen dan wij? Wij, dat was je eigen kaste. Ik denk dat ze het een moeilijke vraag vond. Met een van die kinderen speelde je in het gras bij de woonschepen. Je kwam thuis en werd op een wit laken gelegd. Terwijl de schemering viel ving vader meer dan dertig vlooien. Zul je nooit meer spelen met dat meisje? Nee. Het volk is het volk. Wij zijn wij.
Frédéric Bastet
De kat uit de boom. Haarlemse herinneringen,1998
Gottmer, Haarlem
9 Mijn ouders vormen een wonderlijk stel. Ze houden van elkaar, soms heel veel, maar mijn moeder kan ook heel nors zijn tegen mijn vader. Ze kan hem dagen doodzwijgen en dan kan ik niet eten, dan is mijn maag een klomp. Als het dan weer goed is tussen hen dan ben ik heel erg blij en kan ik heel veel eten opschrokken’
Pim Fortuyn
Babyboomers. Autobiografie van een generatie,1998
Bruna, Utrecht
10 “Gisteravond is de voormobilisatie is afgekondigd. Wat hangt ons boven ons hoofd? De mensen zijn erg kalm en denken dat ’t nog goed af zal lopen”
Dagboek Tante Nolda, 25-08-1939
Privé-archief familie Huuygens
11 Ik ben gaan kijken naar de bruiloft van To. Ze was heel chique, een knappe bruid ook. Waarom weet ik niet, maar toch mag ik ze niet graag. Je zult het misschien raar vinden dat ik erover schrijf, maar ja, dat komt omdat ik eigenlijk jaloers op haar ben, dat zij het in korte tijd zover gebracht heeft, waar ik nog bij lange na niet aan toe ben. Wij gaan nu al vier jaar met elkaar en hebben vooreerst nog geen zicht erin. Ja je zult me wel een vervelend schepsel vinden, maar dat lopen met elkaar zonder vooruitzicht verveeld me ontzettend.
Truus Stevens
Over honderd jaar is alles voorbij. Brieven uit de crisistijd 1928-1936, 2005
Stichting Zuidelijk Historisch Contact, Tilburg
IIAV: Internationaal Informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging
'Vader is kapitein'
De tekstfragmenten uit de uitzending:
12 “De algehele mobilisatie is gisteren via de radio afgekondigd. Aan het ontbijt zei vader: “kinderen, hier in huis is de mobilisatie ook begonnen. Vader is de kapitein, en moeder als ik niet thuis ben. Jullie hebben allemaal stipt te gehoorzamen. ’s Morgens niets op ’t brood, en in ‘t 2e kopje thee geen suiker’.
Dagboek Tante Nolda, 29-08-1939
Privé-archief familie Huuygens
13 ’t Was om je op te vreten! Je bedoelde ’t toch allemaal onschuldig. En zo víes als ze was, als ze kwaad werd, d’r vuile verwijten en d’r klachten! Hij zei ook wel eens harde dingen, maar nooit zulke geniepige. Een man deed nooit geniepig; die ruziede altijd royaal, maar ’n vrouw die drensde zo lang, wist nooit van uitscheiden, wou altijd ’t laatste woord.
14 Als mijn vader wel eens schertsend zei dat hij de baas in huis was, zei mijn moeder altijd met een sluw en verlegen lachje: "De man is het hoofd en de vrouw het nekje. Als 't nekje draait, draait 't hoofdje mee. En zo was het ook.
Jan Wolkers
Terug naar Oegstgeest 1965
Meulenhoff, Amsterdam
15 "Kind," zegt Moeder, "weet je wel wat liefde is? Liefde, dat is offeren. Begin maar eens met 't kleine, anders kun je 't grote offer nooit volbrengen!"
Dagboek Tante Nolda, 15-03-1940
Privé-archief familie Huuygens
16 Ik ben niet zo opgewekt de laatste tijd. […]Het huishouden geeft me geen voldoening.[…] Altijd hetzelfde en altijd even druk, Ik ben het zat. Hoe kunnen andere vrouwen het uithouden? Ik benijd ze, die flinkerds, die genoeg hebben aan hun huis en gezin. Wat heb ik eigenlijk te klagen? En toch wil ik wat anders.”
IIAV EGO 1A, 18 februari 1965
17 Soms zette een van mijn vijf zussen de radio loeihard en dan riepen ze met hun vriendinnen uitdagend door elkaar: "Rock-rock! Rock around the clock tonight!" Tussen het radiotoestel en de eettafel dansten ze allen sidderend en kronkelend. En de meiden spoorden mij aan: "Swing it out boy!" Vader struinde de kamer in, draaide prompt de knop om en riep in de kale stilte: "Wat is dit voor een onzin!?”
Ewald Van vugt
Kind van rock & roll. Mijn leven als jonge aap,1992
In de Knipscheer, Amsterdam
18 Tot op de dag van vandaag weet ik niet of mijn moeder mij mocht. Ze vroeg altijd: ‘hou je van me?’ ‘Ja Ma’ ze ik dan. ‘Maar hoeveel hou je van me?’ Dan deed ik mijn duimen een stukje uit elkaar en zei: ‘Zoveel’. ‘Dat is veel te weinig’, vond moeder. Pas als ik mijn armen niet wijder kon spreiden was het genoeg.’
Interview met Markus van Goes van Naters
Uit: Eeuwelingen van Steffie van den Oord, 2005
Contact, Amsterdam
IIAV: Internationaal Informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging
'Beestachtig'
De tekstfragmenten uit de uitzending:
19 Een wel leuke jongen, met zo’n leuk brilletje, zo’n zwart jasje, én een aardig gezicht. […] Gisteren zat ik dus te breien, en daar ging hij. Ik zei […]: dag engel, waarop hij zeer plechtig terugknikte. Mamma gaat nu uitvissen hoe hij heet en of hij ook rechten studeert. En alsjeblieft, of hij Elvis óók leuk vindt.”
IIAV EGO 21 A/B, september 1963
20 De directeur van de middelbare school stuurde regelmatig een brief naar mijn ouders waarin hij bezwaren maakte tegen mijn lange haar. Mijn vader schreef met dezelfde regelmaat terug dat ik mijn haar mocht dragen zoals ik dat wilde. Mijn ouders stonden op het standpunt dat hun zoon niet iemand anders werd omdat hij zijn haar lang droeg.
Wally Tax
21 Mijn vriendje Kees had het over mediteren en therapie, maar als dat er van moet komen, zou ik liever iets doen om samen aan onze relatie te werken. Ziet ie vast niet zitten.”
IIAV EGO 134D, 9 augustus 1979
22 Lieve Vader en Moeder, tijdens mijn studie ben ik veranderd. Mijn nieuwe ‘ik’ is anders dan jullie gehoopt hadden. Een heleboel dingen voel ik anders dan jullie. Neem bijvoorbeeld het feit dat Kees en ik met alkaar naar bed gaan. Jullie gebruiken daar woorden als ‘beestachtig’ voor. Dat vind ik verschrikkelijk erg. Probeer de regels eens te vergeten. Er gaat nog maar een heel klein percentage van de jongens en meisjes als máágd het huwelijk in…’.
Privé archief Barbara Henkus
223 “Mijn partner Dirk heeft nu met plannen om een poos volledig op zijn eigen kamer te gaan wonen, eten en ook slapen. Ik denk dat hij onze levens teveel verweven vindt. Volgens mij kunnen we elkaar nauwelijks méér vrijlaten: we gaan praktisch nooit samen uit, leggen geen verantwoording van gedrag af aan elkaar, kortom: we leven langs elkaar heen. Toch ging ik overal naar toe met een air van: kijk mij eens vrij zijn! Met die vrijheid ben ik echt heel blij, er is alleen teveel van, het voelt als een opgelegde verplichte vrijheid.”
IIAV EGO 134D, 9 augustus 1979
24 Er was een fijnklagende onrust in haar van verre vroegere verlangens, nooit bevredigd en sedert vergeten. Dwaze meisjesgedachten, meisjesbegeerten en verbeeldingen, lang geleden wel gedroomd op zomeravonden als zij met een vriendinnetje nog even mocht omwandelen in het plantsoen….’
Frans Coenen
Bleeke Levens, 1902
Salamander, Amsterdam
IIAV: Internationaal Informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging
Beeldmateriaal
Nederlands Instituuut voor Beeld en Geluid
Smalfilmmuseum
Fries Filmarchief
GAVA/RHC Groninger Archieven
Joods Historisch Museum
IIAV: Internationaal Informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging
Muziek uit de film
Muziek 'Gezien ons eigen leven'
Hundred hits of the fifties
CD 2 “Mr. Wonderfull”
Peggy Lee
Bill Haley
Rock’n roll legends
Amstel Quartet
CD ‘Amstel Peijl’
Phillip Glass:
Movement 13, 15, 16 en Canzone Variée
Preisner
CD 10 easy pieces for piano
Nr. 3, 5 en 8
Simeon ten Holt
Canto Ostinato
Benny Carter
Classic records 552, 530, 541
‘blues in my heart’
‘I ain’t for nobody’
Willem Breuker
Nr. 3 Waddenzeesuite
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: