Noviteiten
Topgeheim
‘De ramen van de showroom aan het Stadionplein in Amsterdam werden dichtgeplakt en in het midden van de showroom werd een draaischijf geplaatst. De nieuwe auto kon spoedig worden verwacht,’vertelt Johan Krediet. Hij werkt in 1955 als verkoper bij Citroën-Nederland Amsterdam en was getuige van de introductie van de Citroën DS19.
Het is een jaar van technische noviteiten, 1955. In de Verenigde Staten wordt de eerste atoomonderzeeër te water gelaten, in Manchester neemt men de eerste Radiotelescoop in gebruik en de Fokker "Friendship" maakt haar eerste proefvlucht. Parijs is in die jaren trendsetter op vele terreinen en wordt gezien als het middelpunt van de wereld wat betreft mode, muziek en literatuur.
De verkoop van Citroëns staat in 1955 op een laag pitje. Van de beroemde Traction-Avant zijn verschillende modellen niet meer leverbaar en voor andere typen is weinig belangstelling. Voor de Citroën-verkopers is het een lastige tijd, maar verhalen over de komst van een nieuwe Citroën maakt het voor de verkopers spannend.
Niemand weet wat voor auto het gaat worden. Het is topgeheim en de geheimzinnigheid daaromheen wordt opgevoerd door allerlei krantenberichten. Het Nieuws van de Dag schrijft op 31 augustus 1955: “Nog steeds nemen de geruchten over de nieuwe Citroën toe. Ongetwijfeld wordt over deze auto de laatste tijd het meest gesproken en met spanning ziet men de dag tegemoet dat de sluier van de geheimzinnigheid weggenomen zal worden.”
Op 14 september staat in Het Parool: “Het is dan toch uitgelekt, het geheim van de nieuwe Citroën en nog vóór de Parijse autotentoonstelling. “L'Auto-journal" heeft zelfs een tekening waaruit blijkt, dat de nieuwe Citroën de moderne Amerikaanse lijn op afstand heeft gevolgd, net zoals de Mercedes 180 en de Fregate.”
Voor de verkopers is het bericht in het Parool aanleiding onmiddellijk een L'auto-journal te kopen. ‘Onder het opschrift “Tout sur la nouveIle Citroën” werd een gedetailleerde tekening gepubliceerd. De tekening was niet in overeenstemming, bleek later,’ vertelt Johan Krediet. Ook de Telegraaf heeft een tekening, maar weer totaal anders. In het ochtendblad staat: “De nieuwe Citroën zit vol snufjes, het koppelingspedaal is verdwenen. Een ingenieus oliedruksysteem voedt niet alleen de oleopneumatische ophanging, maar bijvoorbeeld ook de versnellingsbak en de koppeling. Het revolutionaire stuur heeft maar één spaak.”
Krediet: ‘De spanning steeg bij ons ten top. Dagelijks was de auto onderwerp van gesprek maar niet alleen bij ons. Trouwe Citroënrijders belden voor informatie; de telefoon stond roodgloeiend. Wij konden alleen vertellen dat de introductie op vier oktober, ’s ochtends om tien uur, in Parijs zou plaats vinden. Tegelijkertijd zou in verschillende andere landen, waaronder Nederland, ook een exemplaar worden getoond. Dus ook bij Citroën-Nederland.’
Introductie
Dag van de geboorte
Op maandagochtend 3 oktober, ’s ochtends vroeg vertrekt een vrachtwagen met een grote kist, met daarin het showmodel, vanuit Parijs naar Nederland. ‘Wij hadden berekend dat de wagen ’s avonds om ongeveer elf uur in Amsterdam zou arriveren. Ik kon mijn nieuwsgierigheid na het avondeten niet langer bedwingen en ik ging naar de zaak om de aankomst mee te maken,’ vertelt Krediet.
Onder de aanwezigen is de spanning groot. De transporteur heeft gebeld dat hij met pech te kampen heeft maar dat hij toch hoopt ‘s avonds voor twaalf uur aan de Nederlandse grens te kunnen zijn. De grenswachten beloven te bellen zodra de vrachtwagen aan de grens arriveert of door de Belgische politie ergens onderweg is gesignaleerd.
‘Het was rond twee uur ’s nachts, toen vanaf de grens gebeld werd dat alle douaneformaliteiten waren vervuld en dat het transport op weg was naar Amsterdam. Vanaf half vijf stonden we boven voor de ramen te kijken of het transport al in aantocht was.’
Karel Suyling, grafisch en industrieelontwerper, belt zijn vrouw uit bed als hij weet hoe laat de auto wordt verwacht. Rond vijf uur draait een vrachtwagen het Stadionplein op en hollen de aanwezigen naar beneden om de deuren te openen.
De vrachtwagen rijdt achterwaarts voor de showroomingang en dan wordt de kist opengemaakt. Mevrouw Suyling wordt nog enthousiast als ze aan dat moment terugdenkt. ‘Dat was heel bijzonder. De achterkant zagen we als eerste en daar waren we helemaal van onder de indruk.’ Krediet: ‘Het was een groots moment, een onvergetelijke blijde gebeurtenis.’ De DS wordt op de draaischijf in de showroom geplaatst. Krediet droomt weg als hij aan het moment terugdenkt: ‘O, wat mooi! Het was een godin, een “Déesse”. Ze werd plechtig met een groot wit kleed toegedekt en we dronken haar toe met een glas champagne.’
’s Ochtends vroeg om negen uur mag de rest van het personeel de nieuwe aanwinst bewonderen. Als het kleed wordt weggetrokken roept een Amsterdammer uit de werkplaats: ‘Het lijkt wel een snoek!’. Een ander heeft het over een raket. Piet de Maeijer werkt als leerling- monteur bij Citroën Nederland en is ook bij de onthulling aanwezig. ‘Toen het doek er af getrokkken werd stond hij daar gewoon. Er werd een nieuw kindje geboren. Iedereen stond te klappen. Ja, echt. Wij wilden natuurlijk meteen onder de motorkap kijken maar ik geloof dat er helemaal geen motor in zat. Maar ik vond het wel meteen een prachtige auto’.
Om tien uur krijgt de pers de auto te zien en 's avonds staat in veel kranten het nieuws over de nieuwe Citroën. Als ’s middags de agenten van Citroën de DS komen bekijken wordt er zelfs geapplaudisseerd. Maar niet iedereen is enthousiast. De meeste agenten vinden de vormgeving vooruitstrevend. Voor anderen is het te modern. Een agent uit het hoge noorden zegt: ‘Al die moderne fratsen veroorzaken moeilijkheden. Het belangrijkste is: Wat kunnen we er aan verdienen?’
Parijse autosalon
Orders in Nederland
De Citroën DS 19 wordt ongeveer tegelijkertijd geïntroduceerd op de Parijse autosalon. De sensatie is enorm; het aantal geplaatste bestellingen is veel hoger dan Citroën in de eerste twaalf productiemaanden kan bouwen. De jonge journalist Gijsbert Berk is net begonnen bij het nieuwe tijdschrift “Autowereld” en beleeft de introductie van de DS heel intens. ‘Er stonden hier in Parijs bij de introductie in le Grand Palais een heleboel mensen om de DS heen. Je kon er niet eens dichtbij komen’. In Frankrijk is men verrukt van de vooruitstrevende vormgeving en techniek.
Parijs neemt in de jaren vijftig al een belangrijke plaats in op het gebied van mode, innovatie en literatuur. De presentatie van de auto past goed in het mondaine Parijs.
Gijsbert Berk ‘Het was een sensatie. Het zag eruit als een Space ship dat van de maan gekomen was. Zo modern, zo vooruitstrevend was de vormgeving. Een geweldige auto.’ In Parijs krijgt de auto de bijnamen La bombe Citroën en La Godesse.
In Amsterdam staat het publiek op de zaterdagochtend na de introductie eerder die week al vroeg voor de showroom te wachten. Iedereen is nieuwsgierig en er ontstaat een enorm gedrang als de deuren eenmaal open gaan. ‘Wij, drie verkopers, stonden achter in de showroom aan een balie orders te noteren tegen een prijs van ongeveer tienduizend gulden en een levertijd van ongeveer drie maanden. In twee dagen schreven we meer dan honderd orderbonnen. De toekomst lachte ons toe,’ vertelt Krediet.
Maar hier en daar klinken al wat kritische geluiden. De Volkskrant van 16 oktober schrijft over de verkoopresultaten: “De redactie berekent dat de levertijd van de DS 19 wel eens een jaar zou kunnen worden.” En op 19 november staat in verschillende kranten dat in het op autocircuit in het Franse Le Mans een DS met een snelheid van 140 km per uur uit de bocht is gevlogen. Van de 12.000 bestellingen in de Parijse Salon worden in 1955 maar zestig auto’s geleverd. Er waren eigenlijk problemen op elk vlak. De ontwikkelingstijd voor de auto blijkt te kort te zijn geweest.
Tentoonstelling Rai
Demonstratierit
In december 1955 krijgt Citroën Nederland van de fabriek een DS voor demonstratie. Een man uit de werkplaats wordt aangesteld als demonstrateur. ‘Wij mochten uitsluitend onder zijn leiding met de auto rijden. De hydropneumatische vering was sensationeel. Als we bij stoplichten remden en weer weg reden ging de wagen op en neer, vertelt Johan Krediet.
Inmiddels is bekend dat de DS 19 ongeveer elfduizend gulden moet gaan kosten en dat de levering pas na de Rai-tentoonstelling in februari 1956 kan plaatsvinden. ‘We konden nu de cliënten die een orderbon hadden getekend uitnodigen voor een proefrit. Enkelen lieten het afweten omdat ze over het ongeluk in Le Mans hadden gelezen, anderen vonden de levertijd te lang worden en weer anderen vonden de prijs te hoog. Ook was voor velen de toepassing van hydropneumatiek te nieuw en men twijfelde aan de betrouwbaarheid,’ licht Johan Krediet toe. Citroën sluit het jaar 1955 af met een lege orderportefeuille voor de DS.
Eind februari richt Citroën-Nederland een stand in op de Rai, waar de DS het middelpunt is. De auto is als een raket hoog op een standaard gemonteerd en het lijkt alsof de luxe wagen de ruimte wordt ingeschoten. De opstelling trekt veel belangstelling. Er zijn ook twee demonstratieauto’s en belangstellenden kunnen met een demonstrateur een half uur mee rijden. Op de dag van de opening komt één van de demonstrateurs niet op tijd terug van zijn demonstratierit. Krediet: ‘We hebben een kwartiertje gewacht en vanuit de Rai de directie op het Stadionplein gebeld. Zij zouden iemand de route laten rijden.
Na een klein half uur werden we teruggebeld met de mededeling dat de auto gevonden was. Hij lag in een sloot langs de Utrechtse weg. De demonstrateur had te laat een opstopping opgemerkt en de beroemde remknop gemist. Door uit te wijken naar rechts had hij een aanrijding kunnen voorkomen, maar was daardoor via de landerijen in het element van de snoek, de sloot, terecht gekomen.’ Doordat nog steeds geen exacte levertijden genoemd konden worden daalt de kooplust bij het publiek.
Afwijkende auto
Kapotte rubbertjes
J. Huigen werkt in 1955 als inspecteur voor Citroën Nederland. Hij moet er voor zorgen dat de tot dan toe nog eenvoudig opererende garagebedrijven bedreven worden in de verkoop van auto’s. De concurrentie begint toe te nemen en profilering wordt belangrijker. Huigen zorgt ervoor dat garages showrooms krijgen en dat het personeel de klanten goed leert te benaderen. Bij de introductie van de DS heeft Huigen, samen met een paar collega’s, borden gemaakt met wetenswaardigheden over de auto. ‘Ik weet nog goed dat de introductie veel verschillende emoties met zich meebracht. Veel mensen waren teleurgesteld omdat de auto toch wel erg duur was voor de ‘gewone’ Citroën-rijder. Nu was de auto alleen maar voor mensen uit een ‘andere’ klasse weggelegd. Bovendien was het toch ook wel een afwijkende auto. Voor de moderne denkers in de samenleving was de auto een aanwinst. De vormgeving kwam toch voort uit een andere filosofie en sprak vooral kunstzinnige mensen aan.’
De auto is ontworpen door André Lefebre en de Italiaan Flaminio Bertoni. Bertoni was kunstenaar, beeldhouwer, schilder en ook de ontwerper van de 2CV.
Huigen leerde de verkopers dat het belangrijk is de auto aan bij voorbeeld artsen te slijten. ‘Ik zei dan: Geef zo’n man desnoods wat extra korting maar als die wagen er maar is. Ze praten toch altijd over auto’s. En die verkoopagenten begrepen dat wel een beetje.’
De Maeijer: ’Volgens mij reden er directeuren in, als ik me goed herinner. Wij hadden altijd te maken met de particuliere chauffeurs.’
Behalve dat het een auto voor een ‘select’ gezelschap was bleek het ook een lastige auto te zijn’. Huigen: ‘De eerste wagens waren moeilijk te rijden. Er zat bijvoorbeeld een remknopje in en dat moest je alleen maar licht aanraken als je wilde remmen anders ging je door de ruiten heen.’
Huigen denkt dat de Citroën DS de laatste auto is die gemaakt werd vanuit de idee dat het een mooie auto moest zijn. ‘Sindsdien is de commercie steeds belangrijker geworden. Auto’s zijn steeds meer op elkaar gaan lijken,’ licht Joop Huigen toe.
De eerste DS wordt op 5 april 1956 aan een klant afgeleverd. Veel aanloopproblemen zijn dan al opgelost maar voor monteurs is er nog een wereld te ontdekken. Naslagwerken en scholing ontbreken en voor de monteurs is iedere kapotte DS een leerschool. De Maeijer: ‘Het was echt iets nieuws. Zoiets was er nog niet en we mochten er ook nog aan gaan werken!’
In totaal werken twaalf monteurs alleen maar aan de DS. ‘Technisch was het nieuw en anders. Als je de motorkap opendeed zat het helemaal vol,’ vertelt de Maeijer. ‘De auto leverde ons veel werk op. We sleutelden er met veel plezier aan en we vonden het leuk om te doen maar ik denk wel dat de auto te vlug geïntroduceerd is. Te vlug gemaakt. Zo hadden ze bijvoorbeeld verkeerde rubbertjes gebruikt en het gevolg was dat de auto lekte. We werkten meestal met z’n tweeën een hele week aan een auto en op zaterdag gingen we dan een proefrit maken.’
Op een gegeven moment komt uit Parijs het bericht dat alle DS-en moeten worden teruggeroepen vertelt Piet de Maeijer. ‘De client moest maandagmorgen zijn auto inleveren en wij moesten alle rubbertjes vervangen. De hele auto moest gestript worden.’ In 1956 kondigt Citroën de komst van een ander type aan: de ID. Deze uitvoering is technisch eenvoudiger en moet voor minder problemen zorgen.
Dick Candel is zeer onder de indruk van de verhalen over de DS en besluit naar de showroom in Amsterdam te gaan. Als hij binnenkomt en de DS ziet staan kan hij geen woord meer uitbrengen. ‘Het was liefde op het eerste gezicht. Mijn adem stokte toen ik dat ding zag staan in de showroom. Ik heb toen besloten hem meteen te kopen.’
Candel blijkt een van de eerste zestien DS-kopers te zijn. Maar de auto geeft regelmatig problemen. ‘Het gebeurde altijd op langere trips. We gingen in die tijd veel met de auto naar Italië op vakantie. En dat had je vaak het gedonder in de glazen. Ik heb wel eens meegemaakt dat ik niet verder kwam dan de tweede versnelling.’
Het doek valt
Nog steeds verliefd
Het doek valt in 1975 voor de Citroën DS. In meer dan 20 jaar zijn ruim 1.450.000 auto’s geproduceerd. Als DS, ID, Break (bestelwagen-uitvoering), Ambulance en de Cabriolet. Nog altijd rijden in Nederland rond de zesduizend DS-en rond en de liefhebbers van weleer blijven enthousiast. Candel bewaart mooie herinneringen aan de snoek ‘Ik kan nog altijd helemaal blij worden als ik een snoek zie rijden.’
Ook Joop Huigen is nog steeds verliefd op DS. En zoon Adriaan kan ook helemaal in vervoering raken als het over de DS gaat. ‘Als kleine jongen vond ik het al prachtig. Ik zat niet maar ik stond altijd achter mijn vader als hij reed. Ik wist toen al dat ik later ook zo’n auto zou willen.’ In het hele land (en daarbuiten) zijn fanclubs, ontmoetingsdagen en shows om de liefde voor de auto te delen. En ook bij Krediet is de liefde nog nimmer bekoeld. ‘Als ik nu na vijftig jaar een DS tegenkom begint mijn hart te kloppen, ik nijg mijn hoofd en kom opnieuw onder de indruk van haar schoonheid.’
Een auto die vijftig jaar na de introductie nog altijd zo’n indruk maakt, moet ondanks de problemen toch heel bijzonder zijn.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: