Erich Priebke is in 1998 veroordeeld voor zijn aandeel in de massamoord op 335 Italiaanse verzetsmensen, onder wie 75 joden, in grotten bij Rome. Hij ontkwam na de oorlog naar Zuid-Amerika. Daar klom hij op van bediende in een hotel tot een van de locale notabelen. En dat alles gewoon onder zijn eigen naam. Pas na vijftig jaar werd hij ontmaskerd en naar Italië overgebracht voor berechting.
In Andere Tijden zijn unieke amateurbeelden te zien over de periode dat Priebke in Argentinië leefde. Hij werd langzamerhand een gevierde figuur, die de diploma’s uitreikte aan het eind van het schooljaar, die het schoolbal opende en die bij de herdenking van de val van de Berlijnse Muur een gloedvolle toespraak hield over het grote goed van de vrijheid.
Door de opschudding rond Priebkes luxe vakantie heeft de redactie van Andere Tijden besloten de aflevering over deze SS-er met voorrang uit te zenden. De geplande herhaling van de uitzending over de ontwikkeling van de islam in Nederland komt daarmee te vervallen.
Commotie aan Lago di Maggiore
Zomer 2005 staat de kleine gemeenschap van Cardana di Besozzo kortstondig op z’n kop. In het dorp met de schilderachtige naam, gelegen in de buurt van het Lago di Maggiore, wordt rond half augustus de oorlogsmisdadiger Erich Priebke gesignaleerd. Hij blijkt vakantie te vieren in een idyllische villa van Dietrich Bickler, notabene zelf de zoon van een voormalige Gestapo-officier. Zoveel brutaliteit brengt de dorpelingen in hevige beroering. De aanwezigheid van Priebke is niet gewenst in het anders zo vreedzame gehucht. ‘Een provocatie’, noemen sommige bewoners het en wijzen daarbij onder andere op het nabij gelegen Meina – vanaf het terras van de Bickler-villa te zien – waar in september 1943 in koelen bloede 54 Joden door de SS werden vermoord. Een lid van de lokale communistische partij, die onmiddellijk oproept tot demonstraties, spreekt van een belediging voor alle Italiaanse joden en de Italiaanse partizanen die, met vele doden tot gevolg, voor vrijheid hadden gestreden.
De rechter, die Priebke speciale toestemming verleende voor een verblijf aan het toeristische meer, heeft deze commotie ongetwijfeld niet voorzien. De hoge magistraat gunde de 92-jarige man een paar weken vakantie vanwege Priebke’s gezondheids-
toestand en ‘goede gedrag’ gedurende zijn huisarrest in Rome. Bij de villa werden vier bewakers geïnstalleerd om een oogje in het zeil te houden en daarmee leek de zaak in goede orde te zijn geregeld. Totdat – na twee weken – Priebke op straat wordt herkend en het rumoer losbreekt. Een dergelijke luxueuze vakantie voor een oorlogsmisdadiger gaat velen te ver. “Als Erich Priebke een onderbreking van zijn huisarrest wil, laat hem dan in een huisje met uitzicht op het gedenkteken bij de Ardeantische grotten verblijven waar in 1944 onder zijn leiding 335 onschuldige Italiaanse burgers werden vermoord met een nekschot”, suggereert een vertegenwoordiger van het Simon Wiesenthal Centrum. Onder druk van de publieke opinie breekt Priebke zijn vakantie af en keert, met de staart tussen de benen, terug naar Rome.
Het relletje maakt in ieder geval één ding duidelijk: het Italiaanse volk vergeeft de misdaden van Erich Priebke niet en hij zal daarvoor tot aan het eind van zijn leven – dat nooit heel ver meer kan zijn – moeten boeten. De straf die Priebke uitzit, lijkt dragelijk – huisarrest in een appartement te Rome -, maar het moet toch wennen zijn voor een man die het grootste deel van zijn leven als vrij mens rondliep en langzamerhand kon hopen dat hij volledig de dans zou ontspringen.
In groepjes van vijf
In 1944 is Rome in handen van Duitse bezettingstroepen maar de geallieerden rukken steeds verder richting de stad op. Van binnenuit proberen Italiaanse partizanen de Duitse macht te breken. Op 23 maart 1944 laten zij een bom ontploffen op het moment dat een SS-colonne voorbij marcheert. Als de kruitdampen zijn opgetrokken liggen er 33 soldaten en een onbekend aantal Italiaanse burgers op straat. Onmiddellijk geeft Hitler vanuit zijn hoofdkwartier het bevel iedere gedode Duitser te wreken met de dood van 10 Italianen. Er moet een lijst worden opgesteld met namen van Italianen die geëxecuteerd zullen worden. Het zijn mensen die wegens kleine vergrijpen of anti-fascistische acties in de gevangenis zitten en een groot aantal joden. Onder hen zijn jongens van 14 jaar, maar ook mannen van in de 70.
De volgende dag, 24 maart, worden de gevangenen naar een grot geleid in de buurt van Rome: de Fosse Ardeatine. In groepjes van vijf, met de handen gebonden op de rug, gaan ze de grot binnen. Daar krijgen ze een nekschot. Het executiepeleton staat onder bevel van de SS-er Erich Priebke. Hij is ook degene geweest die de lijst met namen opstelde. Bij het tweede of derde groepje dat de grot in moet, gaat hij zelf mee naar binnen en schiet persoonlijk één van de slachtoffers neer, waarmee hij demonstratief tegenover zijn mannen de verantwoordelijkheid wil opeisen voor de executies. Later in de middag haalt hij een tweede keer zelf de trekker over. De groeve vult zich met dode lichamen. Nog levende Italianen kunnen de plek van hun executie tenslotte alleen bereiken door op de lichamen van hun eerder gesneuvelde landgenoten te staan.
Gedurende de moordpartij wordt duidelijk dat er vijf mensen te veel zijn opgepakt; er staan 335 Italianen in de rij in plaats van 330. Maar omdat ze er nu toch eenmaal zijn, worden ook zij neergeschoten. De executies houden pas op als het donker wordt. Tot slot gebruiken de Duitsers explosieven om de ingang op te blazen.
Het Argentijnse Beieren
Na de Duitse overgave valt Erich Priebke in handen van de geallieerden. Hij weet echter in 1946 uit een krijgsgevangenkamp in Noord-Italië te ontsnappen en ontloopt daarmee zijn berechting. Twee jaar later, in 1948, kan hij aan het Vaticaan een paspoort ontfutselen, en reist onder valse naam naar Argentinië. Hij vestigt zich in de plaats Bariloche, ook wel bekend als ‘Klein Zwitserland’ of ‘Het Argentijnse Beieren’.
De hoge bergen met besneeuwde toppen, de heldere lucht en de houten chalets in het diepe zuiden van Argentinië doen onmiskenbaar denken aan de schoonheid van de Europese Alpen. Maar er zijn meer redenen om dit oord te associëren met Europa; behalve veel immigranten uit Oostenrijk, Duitsland en Zwitserland hebben in het idyllische landschap ook fascistische ideeën uit Europa wortel geschoten.
De eerste Duitse immigranten bereiken Bariloche aan het einde van de negentiende eeuw. Een deel van hen valt in de jaren ’30 voor de ideologie van het inmiddels fascistische moederland. Zo kent de plaats de zogenaamde Club Andino Bariloche, officieel een bergsport-vereniging maar ook een plek waar openlijk nazi-propaganda wordt bedreven. De oprichter van de club is tegelijk de drijvende kracht achter de Hitler-Jugend in Argentinië. Ook is er een Duitse school waar Mein Kampf officieel tot de lesstof behoort en regelmatig de Swastika-vlag aan de gevel wappert. Wanneer na de oorlog verslagen Duitsers op de vlucht voor justitie wanhopig een toevluchtsoord zoeken, zijn ze welkom in deze gemeenschap die nooit officieel met het verleden heeft gebroken. Denazificatie, zoals in Duitsland, blijft in Argentinië achterwege.
Priebke, in Bariloche ook wel ‘oom Erich’ genoemd, hoeft zijn verleden dan ook niet onder stoelen of banken te steken. Na twee jaar neemt hij z’n eigen naam weer aan en begint een delicatessenwinkel met als specialiteit gerookte ham. Over klandizie heeft hij niet te klagen en de gemeenschap is heel tevreden over de nieuwe bewoner. Cecilia Maahs spreekt zich in een interview in 2004 nog steeds vol bewondering uit over haar buurman; ze heeft altijd geweten van het verleden van Priebke maar dat heeft haar geen moment dwars gezeten, integendeel, Priebke heeft zich altijd als ‘gentleman’ gedragen. De zoon van Priebke, Georges, leeft nog steeds in Bariloche en bevestigt dat hen nooit een strobreed in de weg is gelegd: “We zijn hier altijd gewoon geaccepteerd hoewel iedereen wist dat mijn vader een nazi was. De cultuur hier is heel anders. In Italië noemt iedereen ons moordenaars en schreeuwt tegen ons. Hier groeten ze ons en geven een hand.”
In deze sfeer kan Priebke in de loop der jaren niet alleen uitgroeien tot een gewaardeerde buurman maar zelfs tot een prominent burger. Hij is betrokken bij de oprichting van een plaatselijke Duits-Argentijnse culturele vereniging en hij wordt tenslotte voorzitter van de Duitse school in Bariloche. Het is het zorgeloze leven dat in de amateurfilms met beelden van Priebke zo prachtig is vastgelegd; er is geen vuiltje aan de lucht en Priebke profileert zich zonder problemen in de gemeenschap als een autoriteit. Priebke reist zelfs, naar eigen zeggen, minstens twee keer naar Europa zonder problemen. Ongetwijfeld verliest hij in deze omstandigheden de ware verhoudingen uit het oog; wie zou er na zoveel jaren nog problemen gaan maken over het verleden? Een taxichauffeur uit Bariloche verhaalt in 2004 hoe de arrestatie van Priebke voor iedereen als een donderslag uit heldere hemel komt: “We voelden ons onmachtig toen Priebke werd gearresteerd omdat we deze man, die een vader voor ons was, niet konden helpen.”
Arrestatie
Het duurt bijna 50 jaar voordat het mes valt. In 1994 komt Sam Donaldson van het televisiestation ABC naar Bariloche. Hij is getipt door Rick Eaton, een agent van het Wiesenthal-centrum, die in Bariloche het spoor volgt van nazi-activist Reinhard Kopps, alias Juan Maler. Wanneer Kopps door de mand dreigt te vallen, probeert hij in paniek de bal door te spelen: ‘Waarom gaan jullie niet achter een grote vis aan, waarom pakken jullie Priebke niet?’
Op het moment dat Donaldson Priebke met zijn verleden confronteert, ontkent Priebke niet en praat direkt en openlijk over zijn daden. Het is duidelijk dat hij zichzelf niet schuldig voelt; hij voerde destijds slechts orders uit van de Gestapo-chef in Rome, Herbert Kappler. Bovendien, geeft Priebke in het interview aan, waren alle slachtoffers terroristen en was het in de oorlog gerechtvaardigd om represaillemaatregelen te nemen. Waar Priebke duidelijk niet op heeft gerekend: het interview zorgt na uitzending voor enorme opschudding. Italië eist vrijwel onmiddellijk uitlevering van de oorlogsmisdadiger en de Argentijnse autoriteiten gaan tot arrestatie over. Priebke – dan al ruim 80 jaar oud – wordt niet in de gevangenis gezet maar krijgt huisarrest in een hotel in Bariloche.
Er volgen vele maanden van juridische procedures, van protesten en steunbetuigingen.
De Argentijnen zijn duidelijk wankelmoedig; de zaak wordt van de ene naar de andere rechtbank geschoven. De advocaten van Priebke zien als hun grootste troef dat de zaak na 15 jaar is verlopen. Maar in mei 1995 laat een rechter weten dat misdaden tegen de mensheid niet verjaren en Priebke dus wel moet worden uitgeleverd. Er komt opnieuw ophef, vertraging, nieuwe procedures en in augustus komt de uitspraak dat Priebke niet uitgeleverd kan worden aan Italië. Dezelfde dag nog trekt de Duitse justitie aan de bel: in dat geval eist Duitsland uitlevering wegens moord. Tenslotte valt in november 1995 de definitieve beslissing: Priebke wordt uitgeleverd aan Italië en onmiddellijk op een directe vlucht van Bariloche naar Ciampino gezet.
April 1996 begint het proces in Italië. Priebke ontkent opnieuw niet wat hij heeft gedaan, maar voelt zich nog steeds niet schuldig. De opdracht kwam volgens zijn zeggen direct van Hitler en moest daarom worden uitgevoerd. Hij zelf acht de represaillemaatregel een rechtvaardige straf. De schuld ligt dan ook eerder bij de partizanen die de aanslag op Duitse soldaten - en Italiaanse burgers (sic!), laat Piebke niet na te zeggen - pleegden. Aanvankelijk neemt de Italiaanse rechter het argument van Priebke over dat hij slechts orders heeft uitgevoerd. Bovendien is de zaak verlopen. Op 1 augustus 1996 geeft justitie het bevel Priebke in onmiddellijke vrijheid te stellen. Na de uitspraak wordt de rechtbank zeven uur lang bezet gehouden door familieleden van slachtoffers en hun sympathisanten. Buiten de rechtbank zijn er massale demonstraties. Er volgt opnieuw een proces, nu voor een militair tribunaal. Het tribunaal verwerpt de eerdere uitspraak. Volgens de jurisprudentie opgedaan tijdens de Nüremberg-processen zijn individuen verantwoordelijk voor hun daden, ook als ze orders opvolgen. April 1997 wordt Priebke veroordeeld tot 15 jaar gevangenis. Met aftrek van voorarrest hangt Priebke met deze uitspraak in de praktijk 2 tot 3 jaar gevangenis boven het hoofd.
Priebke is met deze uitspraak niet tevreden. Overtuigd van z’n eigen onschuld, hoogmoedig misschien, gaat hij zelf in hoger beroep. Dat had hij beter niet kunnen doen. Het hof oordeelt in 1998 dat Priebke twee moorden heeft gepleegd in de eerste graad en geeft levenslang. De enige clementie met Priebke is dat hij niet in de gevangenis hoeft uit te zitten, maar huisarrest in Rome krijgt. Te verwachten is dat hij in relatieve luxe maar verstoken van zijn vrijheid zal sterven. Maar Priebke zelf geeft de moed niet op. Een bijeenkomst in maart 2004 van nazi-sympathisanten, die een verzoek om gratie van Priebke ondersteunen en waarbij twee sprekers beweren dat Priebke het slachtoffer is van het wereldwijde joodse machtsbolwerk, heeft geen succes. De vakantie aan het Lago di Maggiore moet voortijdig worden afgebroken. Maar ongetwijfeld komt Priebke, wanneer hij tijd van leven heeft, met een nieuwe zet.
Tekst: Karin van den Born
Samenstelling: Matthijs Cats
Literatuur
Priebke, Erich, Vae Victis, Wehe den Besiegten, autobiografie (Rome 2003).
Bronnen
ARCHIEF
Archivo General de la Nación – Buenos Aires
Archivo Audiovisivo del Movimento Operaio e Democratico – Rome
Associazione Nazionale Famiglie Italiane Martiri – Rome
ABC News – New York
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: