Voetbalbeloften
Maar liefst 58.000 toeschouwers zitten er op die bewuste, broeierige avond in mei in het Heizelstadion. Het belooft een mooie voetbalavond te worden. Het stadion is ruim voor aanvang van de finale al goed gevuld en er wordt al flink gezongen. De ordehandhavers zien het allemaal rustig aan. Het is de tijd dat er in de vakken nog bier wordt verkocht. Niks aan de hand. Een gewone voetbalavond.
Als opwarmer voor het publiek spelen de jonge Belgische voetbalbeloften, de miniemen, een voorwedstrijd. Tussen de elf en twaalf jaar oud zijn ze, en stuk voor stuk verkeren ze in de waan dat ze de wedstrijd van hun leven gaan spelen. De miniemen die worden opgeroepen voor de voorwedstrijd kunnen hun geluk niet op. Veel van hen kunnen zich geen voorstelling maken van het spelen voor een publiek van duizenden toeschouwers.
Jo Vanginderachter vertelt: “Toen de blauwe uitnodigingsbrief in de bus viel, raakte ik ontzettend opgewonden. Geselecteerd voor de voorwedstrijd, dit was het ultieme wat je kon bereiken! Bovendien zou ik de kans krijgen om Platini met eigen ogen aan het werk te zien. Ik had op mijn kamer een poster van Juventus en Platini hangen.”
En Serge Sadzo herinnert zich: “Ik was al een tijdje niet meer opgeroepen en mijn vader had al kaarten gekocht voor de finale. Nu mocht ik er ineens zelf gaan spelen en mijn ouders konden gratis meekomen. Misschien heeft die oproep zelfs mijn leven gered: de kaarten die mijn vader had gekocht waren voor vak Z, waar alle doden zijn gevallen. Mijn vader heeft die kaarten nadien doorverkocht aan een vriend, die met zijn zoon is gaan kijken. Zij zijn door een gat in een hek kunnen ontsnappen.”
Wit en rood
De jongens moeten om half zes in het stadion aanwezig zijn. Sommigen komen al vroeger om alvast de sfeer te proeven. Vooral Britse supporters zijn zich dan al links en rechts wat moed aan het indrinken, weet voetbaltalent Robby Ryckx. “We gingen eerst nog iets drinken in een café in de buurt. Het was er stampvol en toen ik op een bepaald moment stond aan te schuiven bij de toiletten stak een dronken Britse supporter mij voorbij. Even later op straat zag ik een groepje Liverpoolsupporters met bakken bier over straat lopen. Die waren ze waarschijnlijk gaan kopen in een supermarkt in de buurt. Ze liepen regelrecht op een politieagent af die het verkeer stond te regelen en vroegen hem of hij de flesjes kon opentrekken. Die agent heeft dat toen nog gedaan ook. Daar stond ik echt van te kijken.”
Naast de drinkende Britten hadden vooral het hoge aantal toeschouwers een grote impact op de jeugdige voetballertjes. Olivier Pypens vertelt: “De ambiance in het stadion was overweldigend, er hing een fantastische sfeer. Er waren vooral veel Italiaanse supporters en vak X, een vak voor Engelse supporters, zat ook goed gevuld. De Engelsen zongen voortdurend liederen, dat zal ik nooit vergeten.”
Maar terwijl de voetballertjes hun rode en witte pakjes aantrekken, stijgt de spanning in het oude Brusselse stadion naar een hoogtepunt. De rode en witte outfits hitten de gemoederen nog verder op. Het zijn, toevallig of niet, ook de kleuren van de beide voetbalploegen die het vanavond tegen elkaar opnemen in de finale. De Britse en Italiaanse supporters kiezen direct kleur: hun eigen kleur. Wit voor Juventus, rood voor Liverpool. Dat mist zijn effect niet.
De wedstrijd
In de eerste helft neemt de ‘rode’ ploeg de leiding met 3-0. Serge Sadzo: “Er was applaus bij een goede actie en telkens als er gescoord werd, kwamen er grote vlaggen tevoorschijn. Het leek wel alsof de supporters voor de echte finale aan het supporteren waren.”
Tijdens de tweede helft weten de witten te scoren. De Juventus-supporters juichen. Britse supporters zijn minder gelukkig en vallen voor de eerste keer die avond de Italiaanse aanhangers aan. Het is dan precies 19.10 uur. Het begin van een dramatische voetbalavond.
Jorgen Cassier is de voetballer die scoorde.“Tijdens de eerste helft bakte ik er niks van. Het publiek had een verlammend effect op mij. Ik had verwacht vervangen te worden in de tweede helft maar dat gebeurde niet en ik daarom speelde ik de rest van de wedstrijd heel bevrijd. Ik dribbelde de tegenstander enkele keren door de benen en scoorde op een gegeven moment zelfs. Ik nam een voorzet op de slof en de bal suisde tussen de smalle opening van de keeper en de paal het doel in. Kort daarna braken de rellen uit.”
Op het moment van de eerste schermutselingen vertoeven de meeste jonge voetballertjes, zwaar onder de indruk van de vele toeschouwers, nog altijd in hogere sferen. Ze beseffen nog niet dat hun prille carrière weldra zal veranderen in een regelrechte nachtmerrie. Robby Rijckx: “Ik herinner me wel dat de onregelmatigheden begonnen aan het eind van onze wedstrijd, maar ik stond daar verder niet bij stil. Ik verkeerde in een soort roes en ging volledig op in de wedstrijd.”
Stephen Geldof speelde destijds bij de jeugd van Anderlecht toen hij door de Belgische nationale voetbalbond werd opgeroepen voor het spelen van de voorwedstrijd. Hij herinnert zich de slechte staat van het oude stadion. “Tussen de tribunes was geen echte barrière, alleen een soort ijzeren draad. Ik vroeg mij af waarom er in het vak van de Engelse supporters zoveel mensen werden toegelaten. Ze zaten daar echt opeen gepropt. Tussen de Italiaanse- en Britse supporters stonden wel politieagenten, maar die moesten op een bepaald moment het veld ruimen. Ik zie nog voor mij hoe Engelse supporters de draad over klommen met ijzeren staven in hun hand.”
Fatale charge
Op dat moment wordt er afgefloten. De wedstrijd had eigenlijk nog enkele minuten te gaan. De jonge spelers verlaten vroegtijdig het veld en op het moment dat ze staan te douchen zetten de Liverpoolsupporters hun laatste, fatale charge in.
Speler David Beelen vertelt: “Ik weet nog dat de wedstrijd vroegtijdig afgefloten werd en ben er zeker van dat dit met de rellen te maken had. Ik heb toen niet getreuzeld om naar de kleedkamers te gaan maar ben ook niet als een gek naar binnen gerend. De officials rond het veld vroegen ons op een bepaald moment beleefd om het veld te verlaten. Ik heb toen met mijn ogen mijn ouders gezocht op de tribunes, maar zag hen niet zitten.”
Terwijl de jongens zich staan aan te kleden, zwelt in de gang het gegons van mensen in paniek aan. Op een gegeven moment zwaait de deur open en lopen mensen van het Rode Kruis de kleedkamer binnen met iemand in een laken gewikkeld op een brancard. Het is niet duidelijk hoeveel doden en gewonden de kleedkamer worden binnengebracht. De chaos is algauw compleet.
Het is nu kwestie om de jongens veilig en wel bij hun ouders te brengen. Ook dat verloopt in de grootste wanorde. David Beelen: “We werden via de catacomben naar de ingang van de tribunes gebracht waar onze ouders zaten, dus niet via de spelersuitgang. Mijn ouders waren nergens te bespeuren, die waren zelf op zoek gegaan naar mij. Men heeft me toen in de scheidsrechtercabine neergezet, waar mijn ouders me uiteindelijk ook vonden. Ik voelde me als opgejaagd wild. We zijn daarna ook direct naar huis gegaan. Van al het tumult in de gangen herinner ik me nog zeer duidelijk het beeld van een man met een stok in zijn oog. En buiten het stadion zag ik hoe er mond-op-mondbeademing werd toegepast bij verschillende mensen. Op weg naar de wagen werden we nog tegengehouden door Jean-Marie Pfaff die ons vroeg wat er aan de hand was.”
Ook Serge Sadzo herinnert zich het zien van de slachtoffers. “Er werd ons verteld dat we onze handen voor de ogen moesten houden, maar dat was niet eenvoudig als je met een sporttas in de hand over mensen heen moest klauteren. Ik heb toen mensen zien liggen met blauw aangezicht, opgezwollen buik en natte broek, waarschijnlijk van de urine. De trainer had gezegd dat er relletjes waren geweest dus dacht ik dat het gewonden waren maar achteraf beschouwd zullen het waarschijnlijk doden zijn geweest.”
Trauma
Gelukkig hebben de meeste jongens er geen trauma aan overgehouden. In feite waren ze te jong om te beseffen wat er gaande was. Ook de meeste toeschouwers in het stadion hebben op het moment zelf nooit beseft dat er doden gevallen waren. De meeste jonge voetballers die meespeelden in de voorwedstrijd, zijn gewoon doorgegaan met voetballen bij diverse clubs in eerste klasse. Toch heeft de fatale avond bij sommigen sporen nagelaten.
David Beelen zegt hierover: “Ik heb er kort daarna enkele keren een spreekbeurt over gegeven en misschien dat dat wel geholpen heeft in het verwerkingsproces. In die tijd bestond er nog geen psychologische begeleiding. We werden gewoon aan ons lot overgelaten. In de familie komt het af en toe nog wel eens ter sprake. Ik ben eigenlijk wel blij dat het nu eindelijk eens aan bod komt in de media.”
Zijn medespeler David Chantrenne had het er ook moeilijk mee: “De eerste dagen na het drama waren wel moeilijk en het heeft nog vijftien jaar geduurd voordat ik weer voet in het Heizelstadion heb gezet. Dat ik heb meegevoetbald in de voorwedstrijd was ook een enorme stimulans, want spelen voor 60.000 toeschouwers is toch de droom van elke jonge voetballer. Dat wilde ik in de toekomst beslist nog eens meemaken.”
Oorzaak
Een onderzoeks-commissie stelde achteraf vast dat een gebrekkige organisatie en een tekort een politietroepen het drama mogelijk hadden gemaakt. Ook de slechte staat van het stadion – een van de muren op de tribunes begaf het onder druk van supporters die probeerden weg te komen - de verkoop van kaarten op de zwarte markt, waardoor het bewuste vak Z helemaal niet neutraal bleek, en de ongebreidelde verkoop van alcohol in en rond het stadion hadden een belangrijke rol gespeeld. Volgens veel supporters zelf zouden ongeregeldheden het jaar voordien in Rome, toen Liverpoolsupporters na afloop flink werden aangepakt, de aanzet hebben gegeven tot de ramp.
Maar zou het kunnen dat de voorwedstrijd aanleiding heeft gegeven tot het ontstaan van de rellen? De beslissing om de twee teams in het rood en het wit te laten spelen was achteraf bekeken op zijn minst ondoordacht. Het zorgde ervoor dat beide supportersgroepen direct partij kozen. Tijdens de tweede helft raakte de sfeer hierdoor behoorlijk verhit. Er werd met stenen en andere projectielen naar elkaar gesmeten. Volgens het officiële rapport van de parlementaire onderzoekscommissie voerden de Engelse supporters hun eerste charge uit om tien over zeven. Het doelpunt van de witte ploeg, waarbij ze de nul van het bord haalden, werd op datzelfde tijdstip gemaakt.
Research en tekst: Ignace Collin
Samenstelling en regie: Joost Seelen
Idee: Hans de Jonge
Bronnen
ARCHIEFMATERIAAL
Het filmmateriaal uit deze uitzending is afkomstig van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Daarnaast is er geput uit het archief van de Belgische omroep VRT en Studio Sport.
Literatuur
Paul ’t Hart, Bert Pijnenburg, 'Het Heizeldrama: rampzalig organiseren en kritieke beslissingen' (Alphen aan den Rijn 1988).
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: