Amerikaanse militairen
Als de Amerikaan Timuel D. Black in 1943 een oproep krijgt zich te melden als dienstplichtig soldaat, aarzelt hij even. Als zwarte jonge man (1918), woonachtig in Chicago, zet hij zich al vóór de Tweede Wereldoorlog in voor gelijke rechten voor zwart en blank in Amerika. Dat wil hij vooral doorzetten. Maar zijn moeder vindt dat hij naar Europa moet gaan. Zij zegt : ‘ga het leger in, strijd tegen het fascisme en zorg ervoor dat je levend terugkomt. Dan kun je je hier inzetten voor onze rechten.'
Na de aanval op Pearl Harbor in december 1941 krijgen blanke en zwarte jonge mannen in de Verenigde Staten een oproep zich te melden voor het leger. Uiteindelijk vechten tien miljoen Amerikanen voor vrijheid, waarvan één miljoen zwart. Voor blanke mannen geldt dat ze zowel bij een gevechtseenheid als bij een ondersteunend onderdeel geplaatst kunnen worden; zwarte dienstplichtigen worden ondergebracht bij ondersteunende diensten.
Bevrijding Limburg
Op 12 september om 10 uur ’s ochtends trekt het Amerikaanse leger de grens over bij het Limburgse plaatsje Mesch. Het is het begin van de bevrijding. De Zuid-Limburgers zijn opgetogen als ze de stoere Amerikanen zien en de verwachting is dat de oorlog snel voorbij zal zijn. Dat blijkt niet het geval; in de koude winter wordt keihard gevochten. Tijdens het Ardennenoffensief, rondom Aken en in het Hürtgenwald sneuvelen tienduizenden militairen.
Geallieerden
De Amerikaanse militairen zijn met miljoenen naar Europa gekomen om vrijheid te brengen en vanaf de invasie op 6 juni 1944 in Normandië vechten ze samen met de andere geallieerden tegen de Duitsers. Zo’n tien procent van de Amerikaanse soldaten is Afro-Amerikaans en zij worden dus ingezet bij de ondersteunende diensten. Ze zijn onmisbaar voor het leger als chauffeur, kok of grafdelver. Maar ze worden bewust gescheiden gehouden van de blanke soldaten; zwart en blank gaan niet samen. Ze eten, slapen en drinken apart en de leidinggevende is altijd blank. Een zwarte officier die orders uit zou moeten delen aan een ondergeschikte blanke is eenvoudigweg niet mogelijk.
Segregatie
In de Amerikaanse overheidsbepalingen staat dan nog dat zwarte en blanke militairen gescheiden moeten opereren in het leger. En ook al is de druk op president Roosevelt groot om daar verandering in aan te brengen, in de Tweede Wereldoorlog verandert hij hier niets aan. In tijden van oorlog moet je geen ingrijpende veranderingen doorvoeren is het devies. Bijna een miljoen zwarte dienstplichtige soldaten heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog gediend, uiteindelijk minder dan tien procent van het totale leger. Tachtig procent van alle zwarte mannen - en slechts veertig procent van alle blanke mannen - wordt bij ondersteunende diensten geplaatst. Pas in 1948 schrapt president Harry Truman segregatiebepaling voor het leger.
Geen frontsoldaten
Timuel D. Black maakt deel uit van 308ste Quarter Master eenheid. Hij werkt als chauffeur, maar is ook belast met de bewaking van een groot munitiedepot in België. Andere zwarte militairen mogen, hoe navrant ook, met trucks de gesneuvelde collega’s ophalen en naar de begraafplaats brengen. Daar wordt de laatste eer bewezen door hoofdzakelijk Afro-Amerikaanse militairen die de graven hebben gedolven.
Begin 1945 zijn er, na speciale wervingscampagnes in de Verenigde Staten, enkele gekleurde bataljons in Europa ingezet. Begin maart 1945 wordt Venlo bijvoorbeeld bevrijd door het 784ste Tankbataljon. De blanke Luitenant Kolonel George Dalia voert het bevel over deze eenheid.
Vrijwilligers
Een groep jonge zwarte Amerikanen, later bekend geworden als de Tuskegee Airmen, wil graag hun land dienen. De mannen willen de vijand vanuit de lucht bestrijden, maar het leger houdt dat tegen. Ze verwijzen naar een rapport uit 1925 van het Army War College getiteld ‘The Use of Negro Manpower in War’ waarin wrede en onware generalisaties over het gedrag van zwarte mannen in oorlogstijd en het zwarte ras in het algemeen beschreven staan. Maar deze jonge mannen zijn vastbesloten uitmuntend te zijn tijdens hun opleiding zodat er geen twijfel over hun waarde als patriotten en piloten zou kunnen zijn. De successen van de Tuskegee Airmen hebben geholpen de weg te effenen voor de uiteindelijke integratie van de Amerikaanse strijdkrachten. Daarnaast is tijdens de oorlog ook nog een aantal zwarte tankbataljons actief.
Gronsveld en Margraten
In het Zuid-Limburgse Gronsveld herinneren de bewoners zich de komst van de Amerikanen nog goed. Eerst zien ze de blanke soldaten hun intrek nemen in diverse gebouwen in het dorp; het kasteel wordt ingericht als hoofdkwartier. Niet veel later komt ook een zwarte eenheid naar het dorp. De soldaten nemen hun intrek in het schoolgebouw. Ze worden ingezet als kok, doen het onderhoud van materieel en anderen moeten graven delven op de begraafplaats Margraten. De blanke soldaten zijn ingekwartierd bij burgers in Gronsveld.
Als op een avond twee blanke soldaten aan de koffie zitten bij de familie Mingels wordt er op het raam geklopt. Het blijken twee zwarte militairen. Als de moeder van Piet Mingels ze binnenlaat, maken de blanke soldaten bezwaar: ‘Je moet ze niet binnen laten, die negers,’ zeggen ze. Mevrouw Mingels trekt zich niets van de mannen aan. Ze zegt: “Deze negers zijn net zo goed onze bevrijders.” Daarop vertrekken de blanke militairen onmiddellijk.
Na de oorlog
Als Timuel D. Black aan het eind van de oorlog terug mag naar huis, ontdekt hij op de boot naar de Verenigde Staten dat de Duitse krijgsgevangen die mee terugvaren meer rechten hebben dan hij als Afro-Amerikaanse soldaat. De Duitsers mogen zich tussen de blanke Amerikaanse soldaten bewegen; hij niet. Het sterkt Black in zijn overtuiging dat hij de strijd in zijn eigen land meer dan ooit moet voortzetten. Hij groeit samen met onder andere Martin Luther King, uit tot een van de voorvechters van de Civil Rights Movement in de Verenigde Staten. Tot de dag van vandaag vertelt hij zijn verhaal en gaat de strijd voor gelijke rechten door.
Samenstelling en regie: Hein Hoffmann
Research en tekst: Yfke Nijland
Uitzending: do 11 sept 2014, 21.25 uur, NPO 2.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: