Tijdens de afgelopen winterstop stond de club aan de kop van de ranglijst in de eredivisie, de hoogste afdeling van het betaalde voetbal in Nederland. Voor het eerst in lange tijd draait een andere club dan de gebruikelijke drie, Ajax, Feyenoord en PSV mee in de strijd om het kampioenschap: AZ uit Alkmaar. Het is 24 jaar geleden dat een andere club dan een uit het bekende drietal kampioen van Nederland werd. Inderdaad, in 1981 was het die uit Alkmaar. AZ heette toen nog AZ’67 en was de vrucht van de investeringen die twee broers in de club deden.
Kampioen van Nederland
Ongelukkige viering
Hossende mensen, rijen dik in de smalle straten. Een bus probeert erdoor te komen. Op het dak van de bus zit een aantal spelers en hun vrouwen. Dan een shot van binnen in de bus: achterin roken de spelers sigaren. Het is een archieffilm van de intocht van AZ’67 in Zaandam. Even later toont de film de huldiging op het bordes van het gemeentehuis in Alkmaar. Kees Kist met zijn gouden krullen houdt de beker omhoog, we zien het grijze haar van trainer Georg Kessler.
Het is zondag 3 mei 1981. AZ’67 is zojuist kampioen geworden door Feyenoord in De Kuip met 1-5 in te maken. De club uit Alkmaar is niet meer in te halen. De voorspong van maar liefst 12 punten die AZ’67 heeft op de nummer twee, Ajax, is te groot om de titel nog uit handen te geven. Maar eigenlijk komt het kampioenschap en vooral het feest dat daarbij hoort te vroeg in het seizoen. Want drie dagen later spelen de Alkmaarders in Londen tegen Ipswisch Town de finale van de UEFA-cup.
Trainer Georg Kessler wil daarom helemaal geen uitbundige huldigingen en zeker niet in Zaandam, zegt Klaas Molenaar jr. nu. ‘Maar mijn vader zei tegen hem: “Luister even: het is al geregeld. We gaan via Zaandam naar Alkmaar”’. Kessler geeft toe dat hij niet gelukkig was met de viering. Hij had liever gezien dat de wedstrijd op de zaterdagmiddag ervoor was gespeeld, zodat het ’s avonds bij terugkeer te laat zou zijn voor een feest en de viering uiteindelijk na de Europacup zou plaatsvinden. Maar Feyenoord ligt dwars, want de club uit Rotterdam trekt op zondag meer toeschouwers dan op zaterdagavond. En dus wordt de wedstrijd toch op zondag gespeeld. ‘Ik heb nog voorgesteld daar met het tweede elftal heen te gaan in plaats van met de sterkste ploeg. Maar toen trad Klaas Molenaar op. Die zei: “Dat mag niet, we worden kampioen in Rotterdam” en ja, dan heb je je grijze hoofd te buigen’, aldus Kessler nu.
Het zal geen verrassing zijn dat de wedstrijd in Londen niet veel soeps wordt. AZ’67 verliest en wint dan wel de return een paar weken later in Alkmaar, maar met te weinig verschil om de cup te winnen. Jammer, maar het hoogste doel, het kampioenschap van Nederland, is al bereikt. En de winst van de KNVB-beker dat jaar – nadat Ajax met 3-1 is verslagen - maakt het verlies in Europa weer een beetje goed.
Cees en Klaas Molenaar
Wasmachines, Stofzuigers en Radiotoestellen
‘Hier is het allemaal begonnen’. Op archiefbeeld uit 1977 zien we Cees Molenaar voor een arbeidershuisje in Zaandam staan. Met zijn kenmerkende lijzige stem leidt hij een drietal kinderen rond in zijn eigen leven, zijn geboorteplaats, het succesvolle bedrijf en de winkel in Zaandam die hij samen met zijn broer Klaas drijft. Eerder zijn de kinderen hem op komen halen bij zijn enorme villa in Laren. De kinderen zijn medewerkers van het IKON-jongerenprogramma ‘Van onze jonge verslaggevers’ weet ook Klaas Molenaar jr. nog. Zijn vader Cees vertelt de kinderen dat ze thuis met z’n tienen waren, hier in dat kleine huis. Dat zijn vader ‘visserman’ was en dat hij door zijn broer Klaas werd gevraagd samen een zaak in elektronica op te zetten.
En dat is wat ze doen, in Zaandam. Wastora: een winkel voor Wasmachines, Stofzuigers en Radiotoestellen. De zaak is erg succesvol, de twee broers maken gebruik van de toenemende behoefte aan luxeartikelen zoals wasmachines en kleurentelevisies. Dick Schouten is jarenlang directeur bij Wastora. Hij kent de twee nog van het voetbalveld in de Zaanstreek en dat zal ook wel de reden zijn dat ze hem hebben gevraagd toe te treden tot het bedrijf. ‘Het was gewoon een goede tijd, met aantrekkende economie’, zegt hij. Iedereen wil een wasmachine en een kleurentelevisie. En daar speelt Wastora handig op in. ‘Met het concept van uitverkopen: kleine prijzen, hoge omzet’, zo zegt Schouten in de serre van zijn huis in Zaandijk. Daarbij maken de twee de gewilde gebruiksartikelen ook toegankelijker voor Jan Modaal. Zo is Klaas Molenaar op archieffilm te zien als hij een uitgekleed en daardoor goedkoper model wasmachine demonstreert: de Bico-wasmachine.
‘Ze waren ook de eersten met een TV-wand’, zegt Rien Berends, die toentertijd op de PR-afdeling werkte van Wastora, maar ook meewerkte aan de promotie van AZ’67. Op de archieffilm is de wand ook te zien, met Cees Molenaar die de kinderen erlangs leidt. ‘In die wand stonden allemaal televisies die duurder waren dan 1000 gulden. En een van onder de 1000. maar die stond dan net niet helemaal scherp afgesteld en daardoor ging iedereen toch met een duurder exemplaar naar buiten’, lacht Berends.
Het ‘gestolen’ kampioenschap
Vijfjarenplan
De Molenaars zijn naast goede zakenlui ook goede voetballers geweest. En zijn in hart en nieren nog altijd voetbalgek. Voetbal is hun hobby en daarom zouden ze maar wat graag geld steken in hun club. ‘Pure clubliefde’, zo beweert Cees’ zoon Klaas nu. Er was een onderliggend motief voor de drang kampioen te worden, zo zegt Schouten. Volgens hem ligt de oorzaak voor de steun aan AZ’67 al in het tijdperk van voor de oorlog. ‘Het gestolen kampioenschap van 1934, dat was de dieper liggende oorzaak van de drang ooit kampioen te worden’, aldus Schouten. In de kampioenswedstrijd van 1934 verloor KFC, met de Molenaars, van Ajax. Vlak voor tijd stond het nog 2-1 voor KFC en zou de club kampioen van Nederland zijn geworden. Door een in de ogen van de Molenaars onterechte beslissing van de scheidsrechter wist Ajax echter gelijk te maken en gingen de Amsterdammers met het kampioenschap aan de haal. Volgens Schouten zouden de Molenaars toen hebben besloten ooit kampioen van Nederland te worden.
In eerste instantie proberen de twee een club te kopen in Zaandam. Maar omdat daar geen club vrij is, komen ze in 1972 uit bij AZ’67 en beginnen ze met de opbouw van wat in hun ogen een grote club moet worden. Vrijwel meteen zetten ze het dan regerende bestuur buitenspel. In die tijd bestaan de clubbesturen nog veelal uit hobbyisten; amateur-bestuurders die de club ongetwijfeld een warm hart toe dragen, maar geen doorgewinterde bestuurders zijn. Cees en Klaas Molenaar professionaliseren het bestuur van ‘hun’ club door een bedrijfsmatige aanpak. Ze stellen een voorzitter aan die op hun hand is, maar trekken achter de schermen zelf aan de touwtjes. ‘Vrijwel meteen is er een eerste vijfjarenplan gemaakt’, zo zegt Klaas jr. In die eerste vijf jaar was het de bedoeling naar de hoogste voetbaldivisie door te stoten en mee te draaien. ‘In het tweede vijfjarenplan was het dan de bedoeling kampioen te worden en dat lukte. Een jaar eerder dan gepland zelfs’, grijnst hij. Door spelers handig in te kopen, het zijn immers handelaren, weten de Molenaars met weinig geld een groot resultaat behalen. Kees Kist bijvoorbeeld, nemen ze over van Heerenveen. Kist is nog jong, kost nog weinig. Kirsten Nygaard is er nog zo een. Wie bedenkt in die tijd nou dat je een jonge, onbekende Deen aankoopt? Cees Molenaar. ‘Dan zei hij plotseling: “We moeten dit weekend even bij Amersfoort kijken”, waar dan ene Ronald Spelbos rondliep’, zo zegt Schouten. ‘Hij had daar een neus voor, voor het aantrekken van de juiste spelers’. De spelers worden eigendom van de Molenaars zelf en zij vertrouwen erop dat ze het geld bij een eventuele verkoop wel weer terug zien.
Wastora en AZ ’67
Twee handen op een buik
Tussen de elektronica door managen de twee AZ’67. Klaas sr is de penningmeester, Cees houdt zich meer met het voetbaltechnische gedeelte bezig. De Alkmaarse club wordt gerund vanuit Zaandam. De twee delen een kantoor met twee bureaus, die haaks op elkaar zijn geschoven. ‘Klaas was voor de gezelligheid’, zegt Schouten, ‘Cees de bedachtzame. Ook in zaken. Klaas kon roepen: “We moeten 1000 koelkasten kopen” en dan zei Cees: “Daar gaan we nog een nachtje over slapen”, aldus Schouten. Daar tussendoor werden aan dezelfde bureaus de voetbalzaken bekokstoofd. Juist de verwevenheid tussen de Wastora-holding en de club uit Alkmaar is het geheim van het succes geweest, zegt oud-trainer Georg Kessler. ‘Want als er beslissingen moesten worden genomen, dan werden die à la minute genomen. Geen grote vergaderingen, ik werd van Alkmaar naar Zaandam geroepen. Dan moest ik een uiteenzetting geven en dan werd meteen besloten’, aldus de oefenmeester. En dat heeft natuurlijk het elftal ook gemerkt, zegt Kessler, omdat er werd beslist en niet eindeloos werd gebakkeleid. Kessler vindt het zijn fijnste jaren als oefenmeester. Niet omdat hij met de ploeg kampioen werd, naar eigen zeggen heeft hij vrijwel overal succes gekend, maar vooral vanwege het intermenselijke contact. Beide Molenaars hadden verstand van voetbal, maar gingen daar verschillend mee om. ‘Klaas zei: “Wat Sjors doet, interesseert me niet zo. Het gaat me om het resultaat” en Cees hield zich veel meer met details bezig. En daar had ik ook geen enkel probleem mee’, zegt Kessler thuis in het Duitse Schleiden.
Schouten: ‘Spelers konden ook werken bij Wastora. Het was een soort garantie voor de semi-profs: “Kom spelen bij AZ’67 en dan kun je nog een paar uur werken”. Het was een manier om de spelers tevreden te houden. In die strategie past ook het inzicht het belang van de spelersvrouwen in te zien, zegt ook Molenaar jr. De Molenaars organiseren voor hen altijd een bus waarin ze mee kunnen reizen, maar er gebeurt meer. Beroemd is het ‘groeibriljantje’ dat de spelersvrouwen van ‘Ome Klaas’ krijgen in het kampioensjaar. Maar tegelijk zit daar de zwakte. Klaas Molenaar onderschat het effect dat dit kleinood –o p dat moment het hipste dat er te krijgen is - heeft op het imago van de club. Het succes trekt vreemde snuiters aan en het image van AZ’67 verandert van een eenvoudige club naar dat van een diamanten- en bontjassenclub. Daarbij komt dat de bezoekersaantallen curieus genoeg niet in relatie staan met het succes, zo toonde de historicus Gerrit Valk onlangs nog aan in zijn proefschrift AZ is de naam. Juist in de succesjaren rond het kampioenschap, bezoeken minder mensen de club.
Alles wordt in het werk gezet de club te promoten. Zo wordt in 1981 een plaatje uitgebracht met daarop de formidabele hit ‘Retteketet AZ’. De B-kant is een liedje met de naam ‘Ga je mee naar Wastora?’. Beide liederen worden regelmatig op de tribune van AZ gezongen. Ook heeft Wastora een eigen advertentiekrant. Of was het nou een krant van de club? Het onderscheid is onduidelijk, ook voor de belastingdienst, zo laat die later blijken. De AZ-krant, zoals de Wastorakrant eerder heet, bestaat uit tekst over AZ en voetbal en is verder gevuld met advertenties van de artikelen uit het assortiment van Wastora. Berends werkt in die tijd als redacteur voor de AZ-krant, samen met niet geringe namen als Theo Koomen en Evert ten Napel. ‘De krant bestond uit 24 pagina’s. Luxe papier, met 12 pagina’s tekst en 12 pagina’s advertenties. De dag nadat die krant uit was gekomen, stonden de mensen in de file voor Zaandam op weg naar de winkel’. Een groot succes, die krant, zo zegt ook toenmalig Wastora-directeur Schouten: ‘Als ik op zaterdag naar buiten keek en tegen elf uur de verkeerschaos zag, wist ik dat we een goede dag gingen hebben’. Het komt in die tijd voor dat de politie eraan te pas moet komen om het verkeer te regelen.
Naast Kist en Nygaard spelen grote namen in de Alkmaarderhout: Bert van Marwijk, Hugo Hovenkamp, John Metgod, Willem van Hanegem, Eddy Treytel, Pier Tol en Ronald Spelbos. Door de goede resultaten halverwege jaren zeventig speelt de club ook internationaal, tegen clubs als Liverpool, Ipswich Town en het Barcelona van Johan Cruijff. Bijna jaarlijks schrijft AZ’67 het prestigieuze Amsterdam 702 op haar naam. AZ’67 is in die tijd zo sterk op dat toernooi, dat andere clubs vragen of AZ kan worden uitgesloten van deelname, zo beweert de toenmalige verdediger Henk van Rijnsoever later. In de Nederlandse competitie stormt de ploeg omhoog door de ranglijst. In het eerste jaar 1972/1973 eindigt de ploeg nog onderin, maar na een aantal 5e plaatsen eindigt de club in het seizoen 1976/1977 al op de derde plaats, slechts één punt achter nummer twee PSV. Die plaats geeft het volgende jaar recht op deelname aan Europees voetbal.
Burgemeester als fan
Verdeelde gemeenteraad
Meteen als de Molenaars in de club stappen, schakelen zij ook de gemeente in. De club is dan wel van hun, het stadion is van de gemeente en die moet volgens de Molenaars toch zorg dragen voor gunstige randvoorwaarden. De Molenaars weten heel goed het sentiment van de gemeente te bespelen. Klaas Molenaar jr zegt hierover: ‘We hebben de gemeente doordrongen van de noodzaak dat er wat aan het stadion moest gebeuren. Want anders, en die gesprekken zijn er ook geweest, moesten we naar het Olympisch Stadion in Amsterdam uitwijken. En dat vonden we zelf ook een beetje raar, een club uit Alkmaar die in Amsterdam speelt’.
De gemeente is verdeeld, maar de Molenaars hebben vanaf 1977 met burgemeester Roozemond een medestander. Hij weet de almaar aarzelende gemeenteraad mee te krijgen in de financiering van lichtmasten in het stadion. Want ja, wanneer AZ Europees voetbal gaat spelen, dan is dat veelal ’s avonds en dan is er geen licht in stadion ‘De Alkmaarderhout’. AZ’67 moet dan uitwijken naar Amsterdam. Dat geeft natuurlijk geen pas. Bovendien weet burgemeester Roozemond heel goed de waarde van de club voor de gemeente Alkmaar te schatten. ‘Als ik onderhandelingen moest voeren, bijvoorbeeld voor de vestiging van bedrijven in Alkmaar of in een andere stad, dan nam ik de mensen altijd even mee naar een wedstrijd’, glundert Roozemond. ‘Ik belde de club, zo van: “Ik heb een aantal kaarten nodig” en dan was het geregeld. Op de eretribune, daar waren altijd een aantal plaatsen vrij voor dit soort zaken’, zo zegt Roozemond. Nee, daar hoefde niet voor te worden betaald, want die plaatsen waren normaal gesproken niet te koop, zo geeft hij aan. Hij weet ook wel dat je daar in het huidige klimaat van integere bedrijfsvoering door de overheid niet meer mee kunt aankomen. Maar ‘ook nu nog zijn er bedrijven gevestigd in Alkmaar, met werkgelegenheid voor honderden mensen, die ik toentertijd op die manier binnen heb gehaald’, aldus Roozemond. Voetbalclub AZ’67 is een reclameartikel, een uithangbord voor de gemeente, zowel nationaal als internationaal.
Daarom vindt Roozemond dat de gemeente de lichtmasten voor de Molenaars moet financieren. Het stadion is een gemeentelijk stadion en als er lichtmasten moeten komen, dan moet de gemeente die betalen. Want wat als de club uit Alkmaar vertrekt? Dan is de gemeente haar visitekaartje kwijt. De gemeenteraad gaat overstag. Misschien helpt het ook dat de meeste fractievoorzitters toch al elke twee weken met hun gratis seizoenskaart in het stadion zitten.
Einde en begin
En dit jaar?
Cees Molenaar maakt het kampioenschap in 1981 niet meer mee. Hij overlijdt in 1979 in het Amerikaanse Houston aan leukemie. Zijn zoon Klaas vertelt dat hij toen al jaarlijks met zijn vader meeging naar Amerika om daar mee te werken aan een bloedtransfusie. Het was een speciale behandeling die alleen daar plaats kon vinden. Op een dag zegt zijn vader hem broer Klaas te laten overkomen. Cees voelt zijn einde naderen en overlijdt. Klaas sr. wordt ter plekke geholpen aan een hartkwaal en zal ook nooit meer de oude zijn. Vanaf dan runnen de beide Klazen de club, maar voor Klaas sr is een deel van het plezier eraf. Waarschijnlijk herinnert de club hem teveel en te vaak aan zijn broer, met wie hij de club samen heeft opgebouwd. In 1986 trekken de Molenaars zich terug. Van de kampioensploeg is dan al niet veel meer over. Na 1981 is een grote uittocht van spelers op gang gekomen, ook naar het buitenland: Ronald Spelbos gaat naar Club Brugge, Kees Kist naar Paris Saint Germain en John Metgod naar Real Madrid. In de Nederlandse competitie maakt de club ook niet veel meer klaar en nadat degradatie in 1987 nog kan worden afgewend, is die in 1988 een feit. De club krabbelt weer op nadat investeerder Dirk Scheringa zijn tanden in de club zet. Er zijn paralellen: ook hij heeft het geld om AZ zijn privespeeltje te maken, ook hij gelooft in een klein bestuur, zodat de handen vrij zijn om snel te kunnen handelen, ook hij is veel betrokken bij contractbesprekingen met spelers, ook hij ligt continu overhoop met de gemeente, bijvoorbeeld over de bouw van een nieuw stadion.
En dit jaar? AZ draait mee aan de top van de competitie, wisselt op dit moment stuivertje met PSV om de koppositie. Maar weinigen kunnen er iets zinnigs over zeggen. Spelers van toen vinden dat de groep als geheel in het kampioensjaar verder was dan dat AZ nu is. Ze hadden al meer meegemaakt, meer ervaring opgedaan. Daarom zou AZ dit jaar geen kampioen worden maar nog een paar seizoenen in de top mee moeten draaien voor het zover is.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: