Toenemende polarisatie
Woensdag 25 mei 1977. Het is een warme dag; fluitende vogeltjes en zonovergoten weilanden vormen een vreemd contrast met de spanning die in Nederland heerst. Nu al twee dagen achtereen zijn alle ogen gericht op Drenthe, waar Zuidmolukse terroristen bij De Punt vierenvijftig treinpassagiers gegijzeld houden en even verderop, in het lagere schoolgebouw van Bovensmilde, meer dan honderd kinderen onder schot houden. Met het verstrijken van de tijd loopt de spanning op, want vandaag, op deze woensdag is er door de Zuidmolukse gijzelnemers een ultimatum gesteld; indien om 14.00 uur de eisen niet zijn ingewilligd vallen er slachtoffers. Het land houdt de adem in; de dubbele gijzeling dreigt op een drama uit te lopen.
Ondertussen zijn er ook nog Tweede-Kamerverkiezingen. En terwijl de media van uur tot uur verslag doen van de gebeurtenissen in Drenthe voldoet de bevolking aan haar burgerplicht en stapt naar de stembus. Massaal, alsof het er vandaag meer dan ooit op aan komt je stem te laten horen. En misschien is dat ook wel zo. Want er valt heel wat te kiezen. PvdA en CDA staan recht tegenover elkaar.
Frustraties, verwijten en de onwil om concessies te doen, hadden er al voor gezorgd dat het eerste kabinet Den Uyl twee maanden voor de verkiezingen was gevallen. De verkiezingsstrijd die daarna in volle hevigheid was losgebarsten spitste zich toe op een bijna persoonlijke controverse tussen Van Agt en Den Uyl. Den Uyl, die zijn premierschap tot inzet van de verkiezingen had gemaakt (‘Kies de minister-president’) verweet Van Agt dat hij het kabinet doelbewust ten val had gebracht. Van Agt had in het kabinet al bij tal van hervormingsvoorstellen dwars gelegen. Bij de zogeheten grondpolitiek-kwestie, een oud socialistisch strijdpunt, was de bom uiteindelijk ontploft. Vice-premier Van Agt had geweigerd een eerder door het kabinet ingediend en ook door hem ondertekend wetsontwerp in de Kamer te verdedigen. Simpelweg omdat, zo beweerde Van Agt nu in zijn campagneboodschappen, het wetsontwerp onrechtvaardig was voor boeren en tuinders.
De gijzelingsacties maakten een vroegtijdig einde aan deze verkiezingstwisten, althans zo op het eerste gezicht. Met ingang van de 23ste mei bonden Den Uyl en Van Agt eensgezind de strijd aan met de gemeenschappelijke vijand: de terreur. Niettemin bleven de politieke tegenstellingen bestaan. Sterker nog, er was er een bijgekomen, zo vreesden de gevestigde politici. Want hoe zou de kiezer reageren op het Molukse terrorisme? Zou Nederland door woede en verontwaardiging laten leiden, en massaal op de extreem rechtse partij van Joop Glimmerveen (De Nederlandse Volksunie) stemmen? PvdA-fractieleider Ed van Thijn vreesde het ergste: "Je weet niet hoe mensen op zo'n gebeurtenis reageren. Als er een vraagstuk van openbare orde en veiligheid aan de orde is, is dat meestal niet gunstig voor links."
Crisis
Een dubbele gijzelingsactie
De maandagochtend voor de verkiezingen vertrekt een intercitytrein even voor negen uur vanuit Assen richting Groningen. Nog geen tien minuten later komt de trein tot stilstand: jonge Zuidmolukkers hebben aan de noodrem getrokken en presenteren zich met geweren in de compartimenten van de trein: ‘Dit is een kaping’. Er worden veertig passagiers onmiddellijk vrijgelaten, vierenvijftig mensen blijven als gijzelaars in de trein. Ongeveer tegelijkertijd - er is dus sprake van een gecoördineerde actie - dringen vier Zuidmolukkers binnen in de openbare lagere school in Bovensmilde. Hier zijn honderdvijf kinderen en vier onderwijzers het slachtoffer; zij mogen de school niet meer verlaten en zijn daarmee in handen van de gijzelnemers. De ramen van de trein en van de school worden met kranten afgeplakt waardoor het beeld van de lugubere situatie in de eerste uren wordt versterkt.
Er is in het begin geen enkel contact tussen de terroristen en de buitenwereld; men kan slechts gissen naar wat zich binnen afspeelt. Ondertussen formeert de regering een beleidscentrum in Assen met plaatselijke bestuurders, politie en justitie. In Den Haag komt op het Ministerie van Justitie het politieke crisiscentrum. Er is enige ervaring met dit soort zaken, want er zijn al diverse acties van strijders voor een Vrije Republiek der Zuidmolukken geweest. Zo is er in 1975 eerder een trein gekaapt bij Wijster waarbij drie dodelijke slachtoffers zijn gevallen. Het belet minister van Justitie Van Agt niet om deze maandag in 1977 optimistisch te zijn. Hij vertoont zich op de televisie met geruststellende woorden en het geloof in een goede afloop. Ook minister-president Den Uyl spreekt die avond de bevolking kalmerend toe: “Ik zou op dit ogenblik tot mijn medeburgers willen zeggen: woede, angst, ik begrijp het. Maar laten we onszelf beheersen. Laten we waardig en kalm proberen dit afschuwelijke kwaad te boven te komen.”
De gijzeling is dan nog maar net begonnen en het einde is nog lang niet in zicht. Aan het begin van de avond komen eindelijk de eisen van de gijzelnemers naar buiten. Ze willen vrijlating van eenentwintig Zuidmolukse gedetineerden en een vrije aftocht (per vliegtuig) voor henzelf en hun kameraden met medeneming van wapens en gegijzelden. Daarbij wordt ook een ultimatum gesteld. De Zuidmolukkers dreigen de school en de trein op te blazen indien er op woensdag 14 mei klokslag twee uur niet aan hun eisen is voldaan.
"Ja, mijn beste, zo zijn politici"
Geen campagne, wel verkiezingen
Nadat het nieuws over de gijzelingsacties bekend is geworden, besluiten Van Agt en Den Uyl - en in hun kielzog de andere lijsttrekkers - direct de officiële verkiezingscampagne te staken. Maar de verkiezingen zelf worden niet uitgesteld; op dinsdagavond, wanneer de onderhandelingen met de Zuidmolukkers nog steeds gaande zijn, neemt het kabinet unaniem het besluit dat Nederland de volgende dag gewoon naar de stembus kan gaan. Den Uyl in het NOS-journaal: “Het kabinet is eenparig tot de conclusie gekomen dat, hoezeer wij ons ook geteisterd voelen door deze terreurdaden, we de verkiezingen niet moeten uitstellen…Want enkele tientallen mensen mogen ons niet afbrengen en afdringen van die weg van onze eigen parlementaire democratische orde waarin die verkiezingen op woensdag horen.” Er is dan al sprake van een klein voordeeltje voor de partijen in het kabinet. Want terwijl de kleine partijen en de VVD na de stopzetting van de campagne hun gezicht niet meer mogen vertonen, verschijnen de lijsttrekkers van de PvdA en van het CDA (Den Uyl en Van Agt) tijdens de crisis juist met grote regelmaat op het scherm. Daarmee ligt de strijd om de kiezersgunst niet werkelijk stil en in ieder geval Van Agt is zich van die situatie zeker bewust. Zo laat hij zich maandag met veel gevoel voor show in een witte Porsche van de rijkspolitie naar het crisiscentrum vervoeren.
Later op de dag bezoekt hij per helikopter ook het beleidscentrum in Assen. De toelichting van Van Agt, vele jaren later, op die acties is even ontluisterend als eerlijk: “Ik denk niet dat het noodzakelijk was uit oogpunt van beleid. Ik zal zeker mede gedreven zijn door de overweging om aan het goede vaderland te laten zien hoe actief ik bezig was voor de goede zaak. Het reizen per helikopter naar Assen was natuurlijk wel een interessant stukje publiciteit, twee dagen voor de verkiezingen. Ja, mijn beste, zo zijn politici. Dat gaat zo”. Maar ook Den Uyl laat zich niet onbetuigd. Volgens Hans Wiegel, destijds lijsttrekker van de VVD, had vooral Den Uyl voordeel bij de situatie: “Den Uyl kreeg natuurlijk in die laatste dagen ongelooflijk veel publiciteit. Hij trok die publiciteit ook wel naar zich toe, hoor. We hoeven elkaar niet aardiger voor te stellen dan we zijn.” De indruk bestaat dat Van Agt en Den Uyl elkaar tijdens de crisis soms bijna van het scherm afvechten. Ondertussen zitten de overige politici met de handen over elkaar en wordt het woensdag, verkiezingsdag.
De grote dag
Het ultimatum
Van Thijn beschrijft in zijn ‘Dagboek van een onderhandelaar’ de onwezenlijk sfeer die er hangt in de politiek en in het land. “Woensdag 25 mei....Niemand weet raad met de plotselinge leegte. Een campagne van alles-op-alles abrupt afgebroken, pal voor het hoogtepunt. De machtige arm van het terrorisme heeft het raderwerk stilgezet. Er hangt een macabere sfeer in het land. Om twee uur verloopt het ultimatum. De lijsttrekker is onbereikbaar. Wij verliezen ons in een koortsachtige non-activiteit....Besloten wordt dat ik als enige naar de NOS-studio ga om de uitslagen van commentaar te voorzien. Op gepaste wijze. Zonder vreugde, ook al winnen we een handvol zetels. Over de uitslag zelf heerst een grote onrust. Niemand waagt zich meer aan een voorspelling. De zorgvuldig opgebouwde campagne eindigt in een chaotisch gevoel van machteloosheid. Er valt geen pijl op te trekken. Zullen de mensen niet massaal thuisblijven? Zal er geen ruk naar rechts optreden? Is dit geen ‘gefundenes fressen’ voor Glimmerveen? Er hangt een onheilssfeer....”
Terwijl de kiezers in stilte hun stem uitbrengen, bereikt de gijzeling in Drenthe een dramatisch hoogtepunt. De bezetters van de school voeren, met het oog op het ultimatum, ‘s ochtends de druk op de regering op. Ze laten een aantal kinderen door de ramen schreeuwen: “Van Agt, wij willen leven”. Daarop zijn een aantal ouders bijna niet meer te houden; zij willen de school bestormen en kunnen alleen op het laatste moment tegengehouden worden. Daarop volgt een initiatief van de plaatselijke Molukse dominee; hij spreekt de bezetters toe via een megafoon namens de Molukse Evangelische Kerk. Vanuit de school krijgt hij antwoord: “We hebben totaal niks met jou te maken, ook met jouw mensen niet” en er wordt gedreigd op hem te schieten. Nadat de dominee zich heeft teruggetrokken, nadert het uur van het ultimatum. Er is geen akkoord bereikt en de angst is groot dat de Zuidmolukkers tot geweld zullen overgaan. Maar de klok tikt verder zonder dat er iets gebeurt. Het wordt drie uur in de middag, dan vier uur. Langzamerhand neemt de spanning iets af; blijkbaar zijn de terroristen niet bereid hun dreigementen werkelijk uit te voeren. En dan komen er nieuwe eisen: de Zuidmolukkers willen vanaf Schiphol met eenentwintig gedetineerden, vijf gijzelaars en vijf leerkrachten vertrekken. Er wordt ook een nieuw ultimatum gesteld, namelijk om acht uur die woensdagavond. Wanneer ook deze nieuwe eisen niet worden ingewilligd, worden drie passagiers van de trein geblinddoekt en geboeid buiten de trein gezet. Maar opnieuw verstrijkt het ultimatum zonder dat er iets gebeurt.
De verkiezingsuitslag
Historische overwinning
Misschien om betrokkenheid te tonen bij de dramatische gebeurtenissen, misschien uit een gevoel van saamhorigheid, misschien om heel andere redenen, maar Nederland gaat massaal stemmen. Na sluiting van de stemlokalen blijkt het opkomstpercentage een historisch hoogtepunt te hebben bereikt: 88%. En de PvdA komt als grote winnaar tevoorschijn. Van Thijn doet in zijn dagboek verslag van de opwinding: “Een historische overwinning tekent zich af. Het kabinet-Den Uyl is gekozen. Het hoeft nog slechts geformeerd te worden. Ik kan mijn ogen niet geloven. De uitslagen dwarrelen op mij neer als vlokken sneeuw op mijn brilleglazen. Ik zie als in een waas: Helmond: 13% vooruit; ‘s Hertogenbosch 12%; Kerkrade 17%; Enschede 13%; Amsterdam 11%; Rotterdam: de absolute meerderheid. Het wil niet echt tot mij doordringen. Is het omdat ik geen vreugde mag tonen, dat ik ook geen vreugde voel?”
In de NOS-studio in Hilversum is een sober opgezette verkiezingsavond gepland. Langzaam druppelen politici binnen om commentaar te geven op de uitslagen. Terwijl er af en toe geschakeld wordt met het andere televisienet - waar in de Europacup Borussia Munchen Gladbach tegen Liverpool uitkomt – wordt tenslotte de eindstand duidelijk. De PvdA komt tot ieders verrassing op drieenvijftig zetels en wordt daarmee de grootste partij. Ook het CDA boekt een kleine winst en komt op negenenveertig, de VVD gaat met zes zetels winst naar achtentwintig en D’66 schuift op van zes naar acht zetels. Er is dus niet, zoals velen vreesden, een ruk naar extreem rechts opgetreden. Glimmerveen haalt zelfs niet genoeg stemmen voor één zetel. De kiezer heeft in grote getale gekozen voor gevestigde middenpartijen. Kleine partijen, zowel ter linker als ter rechter zijde, krijgen de klappen. Laat op de avond, na heikele uren in het gijzelingsdrama, prijst een vermoeide Den Uyl de kiezer: “Mensen zijn veel wijzer dan waarvoor ze vaak gehouden worden. Die kijken best door incidenten en gedoe heen. Zien de essentiële zaken. En juist een situatie waarin onze democratie, onze rechtsorde beproefd wordt, dat ze dan zo massaal naar de stembus gaan….dat vind ik geweldig.”
Militaire actie
Einde aan de gijzelingen
Hoewel de uitslag van de verkiezingen geen twijfel laat bestaan en het initiatief voor een nieuw kabinet bij de PvdA ligt, laten de daadwerkelijke onderhandelingen nog even op zich wachten. De gijzelingen zijn nog steeds niet opgelost en in die omstandigheden lijkt het onkies om te gaan bekvechten om een kabinet.
Nadat op donderdag een ziekte is uitgebroken onder de kinderen op de school worden vrijdag alle scholieren vrijgelaten. Maar de onderwijzers blijven in de school en ook de gijzeling in de trein wordt voortgezet. Het weekend verloopt zonder noemenswaardige incidenten. Op maandag (Pinksteren) 30 mei overheerst het gevoel bij de regering dat de zaak, desnoods met geweld, beëindigd moest worden. Aanvalsplannen zijn dan al in een ver gevorderd stadium. Maar eerst worden er nieuwe bemiddelaars ingeschakeld. De onderhandelingspogingen van mevrouw Soumoukil en de Zuidmolukse huisarts Tan mogen echter niet baten. De gijzelnemers blijven hun oorspronkelijke eisen herhalen en de druk van het publiek op de regering om actie te ondernemen neemt toe. De gijzeling duurt inmiddels bijna drie weken. De gezondheidstoestand van de gijzelaars verslechtert snel.
Tenslotte besluiten de betrokken bewindslieden op vrijdag 10 juni tot militair ingrijpen. Zaterdagochtend 11 juni rond vier uur vliegen zes Starfighters met angstaanjagend lawaai over de trein. Het is een afleidingsmanoeuvre om de schutters op de grond, die de trein bestormen, dekking te geven. Bij de bevrijdingsactie komen zes kapers en twee gijzelaars om. De militaire actie bij de school diezelfde dag gaat vrijwel geruisloos; hier geven de Zuidmolukkers zich zonder geweld over.
Verziekte verhoudingen
Een nieuw Kabinet Den Uyl?
Pas na afloop van de gijzeling kunnen de formatiebesprekingen serieus beginnen. Een tweede kabinet Den Uyl ligt voor de hand. Maar daarvoor is het CDA nodig en het is niet eenvoudig de animositeit tussen de partijen te overbruggen. In het eerste kabinet is de discussie vaak scherp en ook persoonlijk gevoerd. De polarisatie balt zich samen in personen; Den Uyl en Van Agt zijn elkaars vijanden. In linkse kringen ontstaat steeds meer weerzin tegen die politicus met de zachte ‘g’. CDA-ers haten het vingertje van Den Uyl. De strijd wordt openlijk gevoerd met schimpscheuten aan het adres van de ander. Zo verdedigt Van Agt in een interview zijn haardracht met de opmerking: ‘Dit is mijn eigen haar, geen toupetje. Toupetjes worden niet grijs, zoals ik na vier jaar met ome Joop.’ Het is geen wonder dat de onderhandelingen tussen PvdA en CDA in 1977 moeizaam verlopen.
Het CDA wil alleen op voet van gelijkheid - een gelijk aantal ministers - met de PvdA regeren. De PvdA eist als grootste partij ook een overwicht in het kabinet. Ze komen er voorlopig niet uit. In oktober gaat de PvdA uiteindelijk toch door de knieën en komt er toch een voorstel voor een kabinet van PvdA, CDA en D’66 in de ministersverhouding 7-7-2 . Maar leden van de PvdA verwerpen het akkoord. Tenslotte gaat de formatiepoging over naar het CDA: deze blijkt met de VVD snel tot overeenstemming te kunnen komen. In december 1977 komt er, ondanks de gigantische verkiezingsoverwinning van de PvdA, een regering van CDA en VVD onder leiding van minister-president Dries van Agt.
Beeldmateriaal
- Berichten van het front. (VPRO-docu) Uitgezonden op 26 mei 1977.
- NOS-journaal, d.d. 25 mei 1977
- NOS verkiezingsuitzending, d.d. 25 mei 1977
- Dutch Approach. Vierdelige documentaire van René Roelofs, uitgezonden in november 2000
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: