Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
5 maart 2002

Het boekenbal van 1969 + Hadtjememaar

Naakte vrouwen boekenbal
Bekijk Video
25 min
Het traditionele Boekenbal

Weinig beroepen zijn zo geïsoleerd als het schrijverschap. Altijd maar in je eentje achter die computer, uur na uur, dag na dag, maanden- en soms zelfs jarenlang verborgen voor de buitenwereld. Schrijvers zijn onzichtbaar. Waarschijnlijk is het daarom zo fascinerend om ze één keer per jaar met zijn allen bij elkaar te zien, schutterig hun mensenhaat wegdrinkend op het Boekenbal.

Al sinds 1947 wordt de Boekenweek ingeluid met een feest dat afwisselend boekenbal, schrijversbal en zelfs even lezersfeest heeft geheten. Een lezersfeest is het nooit geweest; een echt schrijversbal is het al lang niet meer. De meeste aanwezigen komen uit het uitgeversvak, de boekhandel of hebben gewoon de juiste contacten en wilden Harry Mulisch wel eens in het echt zien. Want daar kun je op rekenen: de schrijver met de pijp behoort al decennialang tot de vaste aanwezigen op het Boekenbal.

Gelukkig maar, want het lijkt wel of er ieder jaar minder bekende schrijvers komen. Op het feest, waar literair Nederland vroeger naar uitkeek omdat er altijd wel wat te beleven viel, is sinds de coming out van Maartje ’t Hart weinig spannends meer gebeurd. Wie dit jaar wat wil beleven laat het officiële Boekenbal links liggen en gaat naar het ‘Bal der Geweigerden’, dat op dezelfde avond (12 maart) in Paradiso wordt gehouden. Wat een verschil met 1969, toen het Boekenbal een rel veroorzaakte die tot in de ministerraad doordreunde.

Naakte pausen en wulpse dames

Een VARA-voorproefje van het Boekenbal

Het begon allemaal met een televisieprogramma. Een paar dagen voor de opening van de Boekenweek 1969 zond de VARA een reportage uit, over de voorbereidingen van het Boekenbal onder leiding van kunstenaar Metten Koornstra. De decoraties van Koornstra waren altijd zo’n succes, dat ze nog voor het einde van het bal van de muren werden gesloopt en door de aanwezigen mee naar huis werden genomen. Een eervolle, maar ook enigszins frustrerende traditie. In een interview in 1969 zei Koornstra: ‘vorig jaar had ik er genoeg van. Half twaalf ben je klaar en om één uur is het kaal geplukt. Dan sta je voor lul. Maar ja, voor dit jaar was ik weer met een natte vinger te lijmen’.

Dat jaar werkte Koornstra samen met dertien jonge kunstenaars aan een serie levensgrote doeken, met als thema ‘Palais du Pape’. Op het VARA-filmpje zie je ze aan het werk in hun atelier: Sierhuis, Müller, Opland, Lodeizen, etc. Maar je ziet vooral de bijna voltooide schilderijen: de paus met een neus als een enorme penis, halfnaakte pausen die achter wulpse dames aanrennen, een vagina met een hangslot erop. Dat alles gecombineerd met foto’s van de paus, stevige gitaren van Jimi Hendrix en niet mis te verstane hijggeluiden, had méér dan het gewenste shock-effect.

Woedende reacties

Is dít nu propaganda voor het Nederlandse boek?

 

De dag na uitzending werd de Commissie Collectieve Propaganda voor het Nederlandse Boek (CPNB), die het Boekenbal organiseerde, bedolven onder boze telegrammen en telefoontjes. Een paar citaten: ‘Ik heb mij grenzeloos geërgerd aan deze smakeloze viezigheden. Dit tergt alle begrippen van fatsoen’, aldus een boekhandelaar uit Ede. Een verontwaardigde kijker uit Heemstede: ‘Wat hebben die schilders met hun cultureel gekladder wel niet verdiend? En de uitgevers en boekhandelaren maar betalen voor de propaganda van het boek, voor de cultuur.. Belachelijke onzin.’

De jongerenafdeling van de KVP in Maastricht riep de Tweede Kamer op stappen te ondernemen tegen de voorgenomen decoratie van het Boekenbal. De toenmalige voorzitter Jan Hoen staat daar nog steeds volledig achter: ‘Het ging ons vooral om het vrouwelijk geslachtsdeel met een slot erop. Naakt is geen probleem hoor, maar dit was gewoon niet nodig. We vonden dat de verloedering ging inzetten. Het was géén uiting voor een boekenbal. Met name mevrouw Klompé [de katholieke minister van Cultuur] kon zich daar toch niet vertonen’.

Paul Brand, 2002

De CPNB op het matje geroepen

Voorzitter Paul Brand houdt voet bij stuk

Uitgever Paul Brand was in 1969 voor het zesde jaar voorzitter van de CPNB. Hij zat door deze kwestie in een lastig parket. Een van de redenen dat hij destijds voorzitter was geworden, was zijn katholieke achtergrond. De ontzuiling was eind jaren zestig weliswaar in volle gang, maar in de CPNB werden protestantse en katholieke voorzitters nog zorgvuldig afgewisseld. En nu had juist deze katholieke voorzitter toegestaan, dat een groepje kunstenaars de paus op ongekende wijze belachelijk maakte. Dat namen de katholieke uitgevers en boekverkopers hem bijzonder kwalijk. Paul Brand had zelf het VARA-programma niet gezien, maar de schilderijen vond hij prachtig: ‘Heel wat anders dan andere jaren. Wat ondeugend hier en daar, maar je moet toch wat humor hebben.’

Brand was wel katholiek, maar niet orthodox en hield wel van een grapje. Maar toen kort na elkaar KVP-voorzitter Schmelzer, bisschop Zwartkruis en de Amsterdamse burgemeester Samkalden aan de lijn hingen, begon hij toch wat zenuwachtig te worden. Tot in de ministerraad werd er die week over het Boekenbal vergaderd. Bovendien werd Brand op het matje geroepen door een delegatie uit het uitgevers- en boekenvak. In een speciaal belegde vergadering moest hij uitleggen hoe dit toch had kunnen gebeuren. Brand: ‘Ik zat opeens in de beklaagdenbank. Al die mensen die mij als katholiek man hadden geaccepteerd waren opeens tegen me’. Ze eisten excuses, een publieke schuldbekentenis, maar Brand hield zijn poot stijf.

Fragment van Theo Bloms schilderij

Het bal mag toch doorgaan

Met geblinddoekte paus

Burgemeester Samkalden probeerde de gemoederen te sussen door een expert op de schilderijen af te sturen, te weten Edo de Wilde, directeur van het Stedelijk Museum. Alleen als hij zou besluiten dat de schilderijen kunstzinnig verantwoord waren, mocht het Boekenbal in de geplande vorm doorgaan. Dat was een handige zet, want het Boekenbal zou plaatsvinden in de nieuwe vleugel van het Stedelijk Museum. Wie kon nog klagen als de directeur zelf geen problemen zag? De Wilde kwam in het atelier van de veertien kunstenaars, zag de aanstootgevende schilderijen en zei spontaan dat hij er een paar graag zou willen aankopen voor het Museum. Paul Brand veegde zich het zweet van het voorhoofd.

Het Boekenbal mocht doorgaan, mét pauselijke schilderingen. Minister Luns van Buitenlandse Zaken bood de pauselijke gezant excuses aan namens de regering. Als argument voerde hij aan, dat hij een besloten feest nu eenmaal niet kon verbieden. KVP-er Jan Hoen was teleurgesteld, maar niet verbaasd: ‘Het was in die tijd van de jaren zestig, die hele omschakeling. Je was een cultuurbarbaar als je daar iets van zei. Ze hebben zich er ook niets van aangetrokken, het is gewoon doorgegaan’.

Toch was niet alle protest voor niets geweest. Een schildering van Theo Blom, met een halfnaakte paus met jarretels in de vorm van crucifixen, vond zelfs Edo de Wilde wat al te provocerend. Hij adviseerde het CPNB om het gezicht van de paus af te dekken met een stukje stof. (Brand: ‘Ja zie je, die paus was zo prachtig herkenbaar geschilderd.’) Aldus geschiedde. Maar het was natuurlijk te verwachten: het bal was nog geen tien minuten bezig of de kunstenaar had stiekem de blinddoek van de paus verwijderd en daarna bekommerde niemand zich er meer om.

Frits Müller met echtgenote (Foto: Eddy Posthuma de Boer)

Epiloog

Alsnog excuses

Zo leek het allemaal toch nog goed gekomen met het Boekenbal van 1969. Het Stedelijk Museum was omgetoverd in een waar ‘Palais du Pape’, het feest was een groot succes geweest en zelfs Marga Klompé had acte de présence gegeven. Maar zo makkelijk kwam CPNB-voorzitter Brand er niet van af. Een paar dagen na het Boekenbal werd hij opgebeld door uitgever Rienk Visser, voorzitter van de Uitgeversbond. Of hij even naar de Sherrybar in Amsterdam wilde komen.

Brand herinnert het zich nog precies. Hij was nog niet gaan zitten, of Visser zei: ‘Zo. Hier heb je papier en potlood. Wat denk je te schrijven?’ Brand moest alsnog een excuusbrief schrijven voor het Nieuwsblad voor de Boekhandel over zijn aandeel in de Boekenbalkwestie. Het draaide uit op een flinke ruzie. Uiteindelijk zei Visser: ‘neem je potlood maar, ik zal je dicteren’. Onder protest heeft Brand uiteindelijk toegestemd. Hij voelt zich er nog steeds schuldig over: ‘Ik was murw geworden van al die mensen uit het vak, anders zou iedereen over me heen zijn gevallen. Maar misschien had ik het niet moeten doen.’

Toch werd de excuusbrief van Brand uiteindelijk niet geplaatst. Waarschijnlijk was de redactie inmiddels tot de conclusie van Metten Koornstra gekomen: ‘het was een storm in een glas wijwater’.

Tekst en research: Laura van Hasselt
Reportage: Carla Tromp

Jan Sierhuis en Frits Müller

Bronnen

BEELDEN
- Het Boekenbal. Regie: Jan Kees de Rooy (24-2-1969, VARA) (NAA)
- Polygoonjournaal (29-2-1969) (NAA)

FOTO’S
Eddy Posthuma de Boer (CPNB) en Ed van der Elsken (Fotoarchief Rotterdam)

ARCHIEF
Het archief van de CPNB, met daarin onder andere de klachtenbrieven, is in te zien in het depot van de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. Op het kantoor van de CPNB ligt een knipselboek over het Boekenbal van 1969.

Literatuur

Just Enschede ed., Alle jaren feest. De foto’s van het boekenbal (CPNB; Amsterdam 2000).

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: