Snel geld
Nederland wordt in de jaren negentig aangestoken door de goudkoorts van aandelen, derivaten en opties. De Angelsaksische bankcultuur doet haar intrede, een cultuur die zich ook laat gelden in het bedrijfsleven, semi-overheidsinstellingen, de vastgoedsector en de beurzen. Wordt voorheen een aandeel gekocht met het idee om lang aan een bedrijf gebonden te zijn, in de nineties gaat het om snelle jongens die snel rijk willen worden. Het draait om bonussen, winsten uit optie- en aandelenpakketten en risicovolle overnames. Geld maakt geld, lijkt wel het nieuwe adagium.
Deze nieuwe cultuur komt niet zomaar uit de lucht vallen. Met de Val van de Muur en de verregaande Europese eenwording, waardoor een interne markt ontstaat van vrij verkeer van goederen en diensten, raakt Nederland achterop bij de nieuwe wereld die opeens veel groter is geworden. ABN en Amro worden te klein en besluiten te fuseren, net als Postbank met Nationale Nederlanden. Schaalvergroting wordt het toverwoord. Alleen op deze manier kan Nederland het hoofd bieden aan de nieuwe grote economische wereld. Ook Ahold en AEGON worden bedrijven met grote, internationale en risicovolle overnames waar miljarden in omgaan.
Nederlandse banken beginnen te stunten met publieksgeld en verstrekken te ruime kredieten aan zowel bedrijven als particulieren. Zorgen maken over afbetalen doet niemand, dat komt wel goed. Iedereen verdient immers geld, ook de middenklasse. Een tweede auto behoort plotseling tot de mogelijkheden, net als een groter huis. Ondertussen worden de rijken steeds rijker. Wie zoveel geld heeft, gaat uitbundig leven. Luxe auto’s, uitspattingen met speedboten, champagne en exclusief eten: het kan niet op. De enorme rijkdom zorgt ervoor dat de hele financiële sector uiteindelijk losgezongen raakt van de werkelijkheid.
Hetzelfde gebeurt ook bij de nieuwe internetbedrijfjes die als paddenstoelen uit de grond schieten. Zonder dat er een doordacht ondernemingsplan is, wordt geïnvesteerd in de bedrijfjes omdat iedereen laaiend enthousiast is over het fenomeen internet. Het is tekenend voor de internetzeepbel die in 2000 uit elkaar spat, zoals de beursgang van World Online laat zien. Het blijkt ook een voorteken te zijn voor het latere klappen van de geldbubbel die opgeblazen is door de goudkoorts.
Het midden van Paars
In 1994 overhandigt premier Ruud Lubbers de voorzittershamer aan Wim Kok, de nieuwe minister-president van Nederland. Voor het eerst sinds 1918 regeren de confessionelen niet meer mee. Met het einde van Lubbers-III breekt een Paars tijdperk aan. Acht jaar lang bepaalt dit kabinet, samengesteld uit liberale en sociaaldemocratische partijen, het beleid. Het wordt een tijdperk van consensus bereiken en het midden vinden.
Want het midden vinden, dat doet vooral de Partij van de Arbeid. Tijdens de WAO-crisis stemt Kok, destijds nog FNV-leider, in met de bezuinigingen van de WAO. Hiermee wordt de toon gezet voor de verdere verzakelijking van de PvdA.
De verzorgingsstaat, in de voorgaande jaren nog zorgvuldig opgebouwd, blijkt niet meer te houden. Bezuinigd moet er worden, anders gaat het land eraan onderdoor. Ook de PvdA staat hier achter. De partij verlaat steeds meer het sociaaldemocratische gedachtegoed, het idee dat de overheid actief intervenieert in de samenleving. De sociale zekerheid wordt in dit decennium aangetast en dat raakt vooral de achterban van de PvdA.
Het willen beheren en behouden van de consensus betekent ook een afvlakking van de ideologieën van de coalitiepartijen. De grote politieke tegenstellingen verdwijnen en politiek verandert steeds meer in besturen. Dat heeft ook te maken met het gat in het midden dat het CDA heeft achtergelaten, waardoor de PvdA zich steeds meer kan profileren als een grote middenpartij. De afwezigheid van een christelijke partij betekent ook dat andere, liberale onderwerpen bespreekbaar worden, zoals euthanasie.
Paars levert internationaal veel aanzien op. Het is hét voorbeeld voor de Derde Weg, het zogenoemde midden waar links en rechts elkaar gevonden hebben. Paars zorgt ervoor dat Nederland als gidsland op de kaart wordt gezet.
Ondertussen aan de onderkant
Terwijl het overal goed lijkt te gaan, begint er iets te sluimeren aan de onderkant van de samenleving. De onvrede en de ongelijkheid nemen toe. Terwijl de rijken steeds rijker worden, verpauperen en verloederen de volkswijken in een hoog tempo. Ook agressie in de samenleving loopt uit de hand door voetbalvandalisme en zinloos geweld, met de dood van Carlo Picornie en Joes Kloppenburg tot gevolg. Daarnaast is er grote onvrede over ‘de buitenlanders’.
VVD-fractieleider Frits Bolkestein voelt dit onbehagen aan. Begin jaren negentig schrijft hij een opiniestuk waarin hij stelt dat integratie met behoud van identiteit niet meer te vol te houden is. De allochtonen moeten integreren en de Nederlandse taal leren, vindt hij. Zijn stuk leidt tot grote ophef omdat Bolkestein integratie aan de kaak stelt, een onderwerp waar taboe op rust. Maar voor de onderklasse heeft hij het onderwerp bespreekbaar gemaakt.
Mede door de komst van de commerciële zenders krijgt de onderkant van de samenleving een stem. De nieuwe zenders besteden aandacht aan het leven van de gewone Nederlander en laten ze aan het woord. Het onbehagen wordt hiermee zichtbaarder dan ooit tevoren.
Oog voor de ongelijkheid en de groeiende tegenstellingen heeft het kabinet en met name de PvdA niet. De partij lijkt steeds meer het contact met haar achterban te verliezen. De gewone Nederlander voelt zich ook niet meer begrepen door de gevestigde orde, daar in Den Haag.
Opkomst Fortuyn
Er hangt een vies luchtje in de samenleving en de extravagante, welbespraakte Rotterdamse socioloog Pim Fortuyn weet daar een lucifer tegen te houden. “Wat ik constateer is een onbehagen in de maatschappij,” stelt hij al in 1992. In eerste instantie gaat zijn kritiek nog over het uitgegroeide ambtenarenapparaat, maar al gauw vindt hij dat de samenleving een verhaal nodig heeft. Een verhaal over mensen en over onderbuik gevoelens in de samenleving.
Vanaf 1997 spreekt hij een ander sluimerend sentiment aan met zijn boek Tegen de islamisering van onze cultuur. Hij stelt het integratiedebat op scherp en legt daarmee een bom onder de Haagse politiek en de intellectuele elite. Wat Fortuyn stelt, gaat veel te ver vinden ze.
Wanneer Fortuyn in 2001 besluit de politiek in te gaan en vervolgens een klinkende overwinning behaalt bij de gemeenteraadsverkiezingen, weet de Haagse politiek niet hoe ze daar op moeten reageren. Fortuyn weet de onvrede die onder de bevolking leeft aan te spreken en te cultiveren, iets wat de ‘traditionele’ politiek niet lukt en ook niet begrijpt. De opkomst van Fortuyn luidt daarmee het einde van Paars in: de politieke consensus van de jaren negentig heeft een kloof geslagen tussen politiek en burger.
Drama Srebrenica
Begin jaren negentig komt de burgeroorlog in Joegoslavië steeds meer in het nieuws. Als gidsland en onder grote druk van de media, voelt Den Haag zich haast moreel verplicht deel te nemen aan de vredesmissie in Srebrenica. ‘Onze’ Dutchbatters gaan naar het oorlogsgebied toe om proberen de vrede te bewaren en de Bosnische moslims te beschermen tegen de Serviërs. Het eindigt in een groot drama.
De enclave, vol Bosnische vluchtelingen, wordt onder de voet gelopen door de Serviërs en de Nederlandse soldaten worden gegijzeld. Opgelucht is men in Nederland als de Dutchbatters een veilige aftocht krijgen. Maar die opluchting verandert al snel in afschuw. De enclave is in de steek gelaten en de Serviërs hebben de vrije hand gekregen. Heeft Nederland hiermee een genocide op het geweten?
Naar het einde toe
Op de keper beschouwd zijn de schitterende jaren negentig helemaal niet zo schitterend. Naar het einde toe spat de hele losgezongen werkelijkheid definitief uit elkaar en doet de harde realiteit haar intrede. Met de vliegtuigen die zich in de Twin Towers boren, lijkt de vrolijkheid en de onbezorgdheid, die de nineties zo kenmerkten in ieders geheugen, voorgoed achter ons te liggen.
Samenstelling en regie: Yaèl Koren
Tekst en research: Syrinx Fakkeldij
Uitzending: di 30 dec 2014, 21.10 uur, NPO 2.
Extra toelichting
Gezien het grote aantal reacties op deze uitzending willen we graag de volgende toelichting geven:
In de Special over de Jaren '90 hebben wij met archieffragmenten o.a. een beeld willen schetsen van de toenemende spanning tussen autochtonen en allochtonen. Daarbij hebben we ook een aantal mensen (o.a. Bolkestein en Fortuyn) geciteerd die dit probleem in een vroeg stadium hebben aangekaart. We hebben op geen enkele manier bedoeld of gesuggereerd dat Fortuyn in verband zou staan met de brand in Den Haag.
De eerste reacties op de brand - die overigens ook duidelijk als zodanig in beeld gebracht waren - hebben we gebruikt omdat ze gezien kunnen worden als een kenmerkend voorbeeld van het groeiende onderlinge wantrouwen tussen bevolkingsgroepen. We hebben daarbij geenszins willen beweren of insinueren dat het daadwerkelijk om een racistische aanslag zou gaan. Blijkbaar hebben we niet goed ingeschat, gezien de misverstanden die hierover zijn ontstaan, dat de uitkomst van deze zaak - nl. dat de brand uiteindelijk door familie bleek te zijn gesticht - niet meer helder op ieders netvlies staat. Dat kan achteraf als een omissie worden beschouwd.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: