De teksten die Nederlandse militairen uitspraken via radio, televisie of zelfs grammofoonplaten blonken niet bepaald uit in originaliteit. Nietszeggende kattenbelletjes waren het meestal, die slechts één doel dienden: het thuisfront laten weten dat ze nog in leven waren en dat ze aan thuis dachten. Razend populair was het groeten doen aan thuis. Het hoogtepunt waren de radio-uitzendingen vanuit Indonesie ten tijde van de politionele acties en de inzet van soldaten in Nieuw Guinea.
Tienduizenden luisterden dagelijks naar de radio uitzendingen vanuit Batavia of keken begin jaren zestig naar de uitzendingen van de AVRO, waarin soldaten voor het eerst via de televisie de groeten konden doen. Tegenwoordig is er aan dit soort programma`s geen behoefte meer. Bijna iedere militair heeft een gsm of een videocamera. Ook e-mail heeft zijn intrede gedaan op iedere (overzeese) basis.
Radio
Defensie deed er een halve eeuw geleden alles aan om de thuisblijvers gerust te stellen. De boodschap moest duidelijk zijn: ‘het gaat onze jongens goed.’ 120 duizend Nederlandse soldaten waren in die tijd gestationeerd in Indonesie. Vanuit Batavia (het huidige Jakarta) konden de soldaten, sergeants en korporaals iedere avond de groeten doen aan vaders, moeders, broers, zusjes, kinderen en liefjes. Ook soldaten die niet in staat waren persoonlijk een boodschap in te spreken, omdat ze gewond waren, konden de thuisblijvers groeten. Speciaal voor hen werd mevrouw Spoor ingezet, de vrouw van de bevelhebber van de soldaten in Indonesie. Met een neutrale stem las ze alle brieven voor. De verwondingen van de pechvogels die in het hospitaal waren beland, beschreef ze altijd als licht of zeer licht. Zelfs over de toestand van de soldaat die door zijn neus en nek was geschoten, liet ze zich optimistisch uit. Er waren immers geen fatale delen geraakt: "Moeder, schrik niet. De verwondingen in mijn gelaat zijn zeer licht van aard en ik verwacht binnen een paar maanden weer op de been te zijn."
Er mocht absoluut geen onrust worden gezaaid in het vaderland en de soldaten zelf hadden daar ook weinig behoefte aan. Ze vertelden alleen het hoogst noodzakelijke omdat ze het gevoel hadden dat de thuisblijvers hen toch niet begrepen. Over gevaren en angsten tijdens de nachtelijke patrouilles door de sawa`s werd niet gesproken. Nee, dan was het eenvoudiger het thuisfront te melden dat de volgende verjaardag hopelijk weer gewoon in Holland kon worden gevierd. Korporaal Jan Wesselius: "Ik lag in het hospitaal in Batavia en ik kreeg de mogelijkheid om de groeten te doen via de radio. Ik moest me om een uur of elf melden bij de studio in Batavia waar mevrouw Spoor met de scepter zwaaide. Ik kreeg een papiertje waar ik mijn tekst opmoest schrijven. Later werd dan gecontroleerd of de tekst wel de benodigde lengte had." Wat Wesselius precies schreef, weet hij niet meer. Wel herinnert hij zich nog dat hij even had overwogen zijn moeder te vragen om een paar tubes tandpasta op te sturen. "Daar heb ik toch maar vanaf gezien. Twee weken later kreeg je dan een brief van je moeder dat zij, en de hele buurt het had gehoord. Dat was wel leuk."
Strijdkrachten Programma Reportage Dienst
Het overgrote deel van de manschappen was niet in Batavia gelegerd en kon daarom ook geen gebruik maken van de radio. Voor deze soldaten op verre buitenposten was de zogenaamde Strijdkrachten Programma Reportage Dienst in het leven geroepen. Deze dienst doorkruiste het land in legertrucks die uitgerust waren met opname apparatuur en alle faciliteiten om de soldatenstem op grammofoonplaat vast te leggen.
Zo ook de stem van Joop Morrien, hospik in Indonesie. Hij was er pas een paar weken toen hij al de kans kreeg om een gesproken brief op een plaat te laten opnemen. Als journalist van de Waarheid had hij veel ervaring met het schrijven van teksten. Zijn brief van vier minuten valt op omdat hij ver uitstijgt boven het niveau van de gemiddelde soldaat (zie voor de tekst de volgende paragraaf).
"Als ik nu dat plaatje terughoor, denk ik wel dat ik er plezier in had om het te doen. Het was ook wel aardig. Het plaatje werd in bulk naar Nederland gestuurd en dan verder naar mijn moeder verzonden," vertelt Morrien. "Het was een geel kartonnen plaatje dat van binnen naar buiten draaide. Het hoesje zag er ook aardig uit. Er stond een wereldbol op afgedrukt, met daarover heen de tekst: ‘van oost naar west’. In het westen stond een boerinnetje en in het oosten een soldaatje."
Moreel verhogend
Het overbrengen van de groeten aan het thuisfront vond men bij defensie in die dagen erg belangrijk. Dat blijkt wel uit de film ‘Soldaat Overzee’, de pr-film van de Strijdkrachten Reportage Dienst. Terwijl idyllische plaatjes voorbijschieten van vertrekkende soldaten naar buitenposten, uitgezwaaid door collega`s, klinkt de tekst: "En zo rijden ze weer heen dat handje vol mannen waarvan je met Churchill zou kunnen zeggen: ‘nooit hebben zovelen aan zo weinigen zoveel te danken gehad.’ Want zij zijn het die het grootste geschenk, de klank van de soldatenstem, bij u in Nederland brengen."
Joop Morrien vermoedt dat de soldaten het zelf best moeilijk hadden nadat ze een boodschap aan het thuisfront hadden verzonden. "Het legde erg de nadruk erop dat zij in Indonesie waren en hun familieleden in Nederland verbleven."
Het versturen van gesproken boodschappen moest weliswaar moreel verhogend werken, ook Jan Wesselius meent dat er van een ‘opsteker’ geen sprake was. "Ach, ik mocht een keertje voor de radio en dat was een nieuwtje. Voor ons was het leuk, meer niet. Maar ik denk dat het voor de thuisblijvers van zeer groot belang was. "
Dat onderschrijft ook Joop van Zijl, die voor de AVRO naar Nieuw Guinea afreisde om de groeten van de soldaten op te nemen voor televisie "Ik denk dat het een sociale bijdrage was. Hoewel ik in 1960 nog jong was, kon ik me wel voorstellen dat het voor ouders heel leuk was om iets te zien van je kind. Een kind dat bij wijze van spreken twee dagen eerder nog op de boerderij in noord Nederland rondliep, en nu wacht moest lopen in de jungle van Nieuw Guinea."
Brief van Joop Morrien (1948)
Ouders en Bob,
Heel onverwacht ben ik in de gelegenheid een gesproken brief naar huis te sturen. Gisterenavond werd gevraagd wie hier iets voor voelde en ik gaf mij er was natuurlijk grote belangstelling. Bij de loting was ik echter een van de gelukkigen en nu zit ik hier voor de microfoon. Het is een rare gewaarwording dat mijn stem over een aantal weken in de huiskamer in Nederland zal klinken. Ik ben benieuwd of jullie hem zullen herkennen, het geluid zal we een beetje anders worden weergegeven. Ik voel me nu net een radio omroeper alleen zal die wat minder last van zenuwtrekkinkjes in zijn benen hebben. Hoe vinden jullie het dat ik mijn eigen brief voorlees? Ik ben benieuwd waar jullie de grammofoon hebben gecharterd. Deze plaat zal meer dan één maal gedraaid worden, misschien zo vaak tot er een volgende komt. Ik ben hier maar pas, ik heb nog vele maandjes om een tweede te doen. Tot nu toe heb ik alleen over mezelf gepraat, dat kan ook moeilijk anders. Gelegenheid om meteen maar op een vraag te antwoorden is er niet. De techniek is wel ver gevorderd, jammer dat hij op dit moment slechts een stem kan overbrengen en niet het licht. Dan had ik dan tenminste eens het behang eens kunnen zien en de opgeknapte boel na de schoonmaak. Misschien is dat nog eens mogelijk met de televisie, maar dan ben ik al niet meer hier. Om een misverstand te voorkomen, ik spreek niet voor het vuistje weg. Ik heb gisteren lange tijd op een brief zitten zweten. Vier minuten mag ik vullen en als je eens weet hoe lang dat is.. het lijkt kort maar het is een lange tijd. Probeer het zelf maar eens.
Moeders verjaardag is nog een tijdje weg. Ik zal dan echter niet in staat zijn mondeling mijn gelukswensen te doen daarom hierbij hartelijk gefeliciteerd en een dikke zoen.
Eerst was ik van plan deze plaat als een verrassing te laten bezorgen. Voor een schrijven dus. Dit laatste is echter beter van wel nu hebben jullie gelegenheid gehad links en rechts naar een grammofoon te informeren. Ik hoop dat jullie je dit gesprek niet al te veel aantrekken. Zie het als een nieuwtje en een mogelijkheid om te kijken of ik niet de baard in de keel gekregen heb, meer niet. We schrijven verder onze briefjes en laten de tijd maar draaien. De naald zal zich al weer gruwelijk dicht aan het eind van de schijf bevinden, het betekend voor mij, een slot maken. Deze laatste woorden bevatten een wens dat jullie je goed houden en dat jullie de dingen zuiver blijven zien, ik zal dat van mijn kant ook. IJzer kan men niet met handen breken doch we komen er wel. Tot ik in de Knollendamstraat sta zullen we maar zeggen: vader, moeder, Bob, het beste.
Joop
Het tijdperk van de e-mail
Veertig jaar later zijn er geen ‘groeten programma’s’ meer op radio en t.v. en iedere militair die wordt uitgezonden heeft e-mail of een gsm tot zijn beschikking.
Carin Bult mailt iedere dag met haar man Jan die voor een half jaar als sportinstructeur bij de landmacht in Bosnie dient. "Een half jaar is natuurlijk niet zo lang vergeleken met vroeger toen soldaten jaren van huis waren maar het is toch lang genoeg om elkaar en de kinderen vreselijk te gaan missen." Via de mail houden ze elkaar van de doodnormale alledaagse dingen op de hoogte. "Hij schrijft dat ze in Bosnie een zaalvoetbal toernooi hebben gespeeld. Ik schrijf dat het goed gaat met de kinderen op school. Twee maal per dag ’s ochtends en ’s avonds opent Jan in Bosnie en ik in Steenwijk de mail . Voor ons allebei zijn dat hoogtepuntjes. Ach, het gaat natuurlijk nergens over maar het is plezierig dat je elkaar elke dag even kunt schrijven. Kijk, met de moderne techniek is dat bericht er zo. Je hoeft niet meer weken te wachten op een brief. Het is er zo floep, binnen ‘no time’ staat het op je scherm.. Heerlijk toch."
Tekst en reportage: Hein Hoffmann
Bronnen
BEELDEN
‘Soldaat overzee’ (1948) – RVD Filmarchief
‘Polygoon Hollands Nieuws: Mevr. Spoor arriveert met het MS ‘Oranje’ (1949) - NAA
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: