Tien uur treinen van Boekarest staat een oude gevangenis waar nu getuigd wordt van de verschrikkingen van de Roemeense goelag. In Boekarest intussen is de historische discussie ernstig verpolitiekt. Na meer dan vijftig jaar van dictatuur lopen te velen met boter op het hoofd. Maar wellicht weet Nederland raad.
De overgang van dictatuur naar democratie is voor elk land moeilijk. Voordat kan worden begonnen met wederopbouw moet onder meer worden uitgemaakt wie in de nieuwe samenleving het recht van spreken voorgoed heeft verspeeld en wie niet. Essentieel voor het debat is dat er consensus is over de feiten van het verleden. Nederland kende de luxe van een speciaal voor dit doel opgericht het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, 2 dagen na de bevrijding al opgericht. Maar wat nu als de dictatuur geen vijf jaar duurde, maar een halve eeuw zoals in de landen van het voormalig Oostblok. De oude garde van historici heeft uit puur lijfsbehoud in grote meerderheid ooit wel eens gecollaboreerd met het regime. Het onderling wantrouwen - veelal met vuur aangewakkerd door de oude machthebbers - is na de euforie van de bevrijding nog levensgroot. Buitenlandse hulp (inmenging zullen de nationalisten zeggen) kan soms uitkomst bieden.
Een nieuw historisch instituut in Boekarest
Afgelopen weekend werd op een congres in Boekarest de oprichting aangekondigd van een nieuw instituut, dat historisch onderzoek gaat doen naar een halve eeuw dictatuur in Roemenie. De initiatiefnemer is opmerkelijk genoeg geen Roemeen maar een Nederlander: oud-ambassadeur Coen Stork. Hij wist de Nederlandse overheid ervan te overtuigen 800.000 gulden te investeren in het nieuwe instituut, in het kader van een programma voor stimulering van jonge democratieen in Oost-Europa. De uitvoering van de Nederlandse bijdrage is in handen van het Netherlands Institute of Advanced Study (NIAS). Directeur wordt de Roemeense historicus Andrei Pippidi.
Het einde van de Ceausescu's
Coen Stork werd in januari 1988 Nederlands ambassadeur in Roemenie. Het land was al sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog een communistische dictatuur en niets wees erop dat daarin snel verandering zou komen. Nicolae Ceausescu hield het land met behulp van zijn vrouw Elena en de gevreesde geheime dienst (Securitate) in een ijzeren greep. Terwijl in andere Oostbloklanden de oppositie tegen het communisme groeide en steeds openlijker werd, wijdde Ceausecu zich betrekkelijk ongestoord aan de afbraak van historische stadscentra en dorpen die niet in zijn beeld van een modern Roemenie pasten. Van een noemenswaardige oppositie tegen zijn regime was nog geen sprake.
Twee jaar later was het voorbij. Op 16 december begon in Timisoara (een stad in het westen van Roemenie) een volksoproer die in de daaropolgende week uitgroeide tot een revolutie. Ceausescu kon niet geloven dat er serieuze oppositie bestond tegen zijn onvolprezen bewind. Hij organiseerde op 21 december een massale steunbetuiging in Boekarest, die - ondanks het zoals gebruikelijk geensceneerde applaus - geheel uit de hand liep. De steunbijeenkomst sloeg om in een protestdemonstratie tegen Ceausescu, die halverwege zijn toespraak verbijsterd wegvluchtte voor het gejoel. Kort daarop werd hij gearresteerd en na een politiek proces, waarvan de beelden wereldwijd werden uitgezonden, werd hij samen met zijn vrouw Elena op 25 december 1989 geexecuteerd.
Propaganda en onderdrukking
Onder het communisme stond geschiedschrijving in de praktijk gelijk aan propaganda. Een paar voorbeelden: de communisten zouden in augustus 1944 eigenhandig de fascisten uit het land hebben verdreven, elk jaar waren er ongekende stijgingen van het Nationaal Product, oppositie bestond eenvoudigweg niet en vanaf 1965 waren alle zegeningen van het land persoonlijk te danken aan het geliefde Ceausescu-paar. Het zat in werkelijkheid iets anders. Aan het einde van de oorlog waren er nog geen 1000 Roemeense communisten, van wie het merendeel in de gevangenis of in Moskou zat. De anti-fascistische coup van 1944 was niet aan hen, maar vooral aan de koning Michael te danken (allesbehalve een communist). De Roemeense economie is door stelselmatig mismanagement bijna geheel te gronde gericht en er bestond wel degelijk oppositie. Tussen 1945 en 1989 zijn zo'n drie miljoen Roemenen gearresteerd om politieke redenen, van wie er ongeveer tweehonderdduizend in gevangenschap zijn overleden.
Een gevangenismonument in Sighet
Langzaam aan wordt een begin gemaakt met het tonen van de verschrikkingen van de communistische dictatuur. Een goed voorbeeld is het gevangenismonument in het aan de noordgrens gelegen Sighet, waar vooral de stalinistische periode centraal staat. De wandaden van Ceausescu ontnemen vaak het zicht op de nog veel gruwelijker moordpartijen en deportaties door de Roemeense stalinisten in de jaren vijftig. In de gevangenis van Sighet zaten tussen 1945 en 1974 zaten 240 mensen gevangenen, alle afkomstig uit de politieke elite van voor de oorlog. Een kwart van hen overleed in gevangenschap. De slachtoffers werden door psychiatrische patienten begraven op een nabijgelegen kerkhof. De gevangenis is nu een museum, geleid door voormalig dissidente Ana Blandiana en schrijver Romulus Rusan.
Obstakels
Een groot obstakel voor een eerlijke geschiedschrijving in Roemenie is enerzijds de geslotenheid van de archieven, anderzijds de politisering van de historische discussie. Vorig jaar nog werd er in het Roemeense parlement heftige gediscussieerd over een geschiedenisboek voor middelbare scholieren, dat volgens sommigen parlementsleden niet voldoende 'patriottisch' van toon was. Het schoolboek werd overigens niet verboden en wordt sinds de discussie juist op meer scholen gebruikt.
De archieven van de Securitate waren tot nog toe ontoegankelijk voor onderzoek. En niet zonder reden: veel Roemenen (politici, maar ook sommige historici) hebben er belang bij dat niet al grondig wordt gewroet in hun verleden. Een deel van de documenten is spoorloos verdwenen sinds 1990. De overige 24 kilometer archief zal naar verwachting de komende jaren geleidelijk worden opengesteld. Na tien jaar van touwtrekken is in maart van dit jaar een commissie aangewezen, die de komende jaren de Securitate archieven belooft open te stellen. Op een voorwaarde: het staatsbelang mag niet worden geschaad.
Bronnen
Voor de reportage is gebruik gemaakt van archiefbeelden uit:
Herdenking bevrijding in Boekarest
Polygoon Wereldnieuws, 23 augustus 1964 (Nederlands Audiovisueel Archief)
PERSONEN
Coen Stork
oud-ambassadeur van Nederland in Roemenie (1987-1993)
Hans Blom
directeur Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD)
Wouter Hugenholtz
directeur Netherlands Institute for Advanced Studies (NIAS)
Romulus Rusan
directeur Sighet Memorial
Ion Ilban
beheerder Sighet Memorial en oud-gevangene
Literatuur
Een van de belangrijkste bronnen voor actuele informatie over Roemenie is het Roemenië Bulletin, een tweemaandelijkse uitgave van de Stichting Roemenie Comite
Adres:
Postbus 74057
1070 BB Amsterdam
redactie: Jan Willem Bos
Nestor Ratesh, Romania: the entangled revolution (Praeger Publish; New York 1991)
Dennis Deletant, Romania under communist rule (Civic Academy Foundation; Boekarest 1998)
Kurt Treptow ed., A history of Romania (Iasi en New York 1996).
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: