Het plaats delict is in Engeland, maar de voorbereidingen voor het transport zijn in Nederland getroffen. Pieter-Jaap Aalbersberg hoort het nieuws die ochtend op de radio en weet gelijk dat hij in actie moet komen. Hij is chef van het kernteam Noord-Oost Nederland dat zich bezighoudt met mensensmokkel. De eerste dagen van het politieonderzoek zijn de dagen waar het op aan komt volgens Aalbersberg. “Wij noemden dat in dit onderzoek voorwaarts rechercheren. Je hebt maar een week de tijd om zoveel mogelijk te zoeken. Ben je te laat, dan is het spoor weg.”
In Engeland zitten ze met een ander probleem. De 58 doden in de container hebben geen identiteitspapieren bij zich. Voor Dennis McGookin, ervaren inspecteur bij de politie van Kent, de moeilijke taak om de identiteit van de slachtoffers te achterhalen. Hij krijgt hulp van de Chinese autoriteiten en reist met DNA-monsters van de slachtoffers naar de provincie Fujian om nabestaanden van de slachtoffers te zoeken. Het lukt de Britten op den duur de identiteit van alle slachtoffers vast te stellen.
Hij behandelde de Chinezen als vracht
De chauffeur van de vrachtwagen, Perry W., wordt gearresteerd. Hij houdt vol niets te weten van de Chinezen. De bewijzen tegen hem stapelen zich echter op: zijn DNA zit op sigarettenpeukjes die gevonden zijn in de loods waar de Chinezen in de vrachtwagen zijn vertrekken. Zijn vingerafdrukken zitten op de ventilatieklep van de vrachtwagen. Doordat die tijdens de reis gesloten werd, zijn de Chinezen gestikt. Hij wordt uiteindelijk veroordeeld tot veertien jaar voor doodslag. De rechter neemt hem vooral kwalijk dat hij de Chinezen als vracht heeft behandeld.
Sigarettenpeuken en tomatenschilletjes
DNA vormt het doorslaggevende bewijs in de zaak tegen Perry W. Vanaf het begin ontkent de verdachte bij hoog en laag dat hij betrokken is bij de mensensmokkel. De politie moet op zoek gaan naar meer bewijs. Maar dat blijkt nog niet zo eenvoudig.
Twee zaken in twee landen
Engeland en Nederland zijn allebei nauw betrokken bij het Doverdrama. De Engelse recherche is verantwoordelijk voor de moordzaak en Nederlandse politie probeert tegelijkertijd de betrokken mensensmokkelaars op te sporen. De rechercheurs van beide zaken moeten samenwerken, want het bewijsmateriaal is grotendeels hetzelfde en ligt verspreid over de twee landen.
Het werk van de politie-eenheden is niet op alle vlakken zomaar uitwisselbaar. “Engeland liep voorop met DNA-technieken”, vertelt Ate Kloosterman. Hij heeft de leiding over DNA-onderzoek in Nederland, maar de Engelsen houden hem nauwlettend in de gaten.
DNA-drama in Nederland
Het is een Engelse bioloog die in 1985 ontdekt dat ieder mens een uniek DNA-profiel heeft. Dit blijkt een zeer betrouwbare methode om criminelen op te sporen, maar Nederland is in het begin nog terughoudend, vooral omdat je niet zomaar lichaamsvloeistoffen bij iemand mag afnemen. Pas in 1994 - bijna tien jaar na de ontdekking van DNA - treedt een wet in werking die afname onder dwang mogelijk maakt.
Unieke samenwerking in 2000
De Doverzaak is een doorbraak voor het forensisch onderzoek naar DNA. Het is de allereerste keer dat twee Europese landen DNA van verdachten en slachtoffers uitwisselen. Engeland stuurt het DNA-profiel van de chauffeur naar Kloosterman, andersom is het zijn taak om DNA te verzamelen dat de schuld van de verdachte kan aantonen.
“Die tomatenschilletjes waren nieuw”
Het materiaal waar Kloosterman mee moet werken, bestaat uit sigarettenpeuken en uitgespuugde tomatenschilletjes. Die zijn afkomstig uit de loods waar de Chinezen in de vrachtwagen werden geladen. “Die tomatenschilletjes waren nieuw, sigarettenpeuken waren meer ons ding.” De restjes tomaten zijn ingewikkeld, omdat het materiaal snel vergaat. “Een peuk blijft wel lang goed”.
Via het achtergebleven speeksel op de uiteindes van sigaretten krijgt de Engelse politie uiteindelijk het bewijs in handen: Perry W. is wel degelijk in de loods geweest. De speekselsporen op de tomatenpitjes linken ook de slachtoffers aan het pand. Perry W. loog dus. Hij wist van zijn bijzondere vracht.
Op weg naar een beter leven
Ke Su Di en Ke Shi Guang ontmoeten elkaar op het vliegveld van Fujian. Ze zijn beide jong en op zoek naar een beter leven. In Europa liggen voor hen meer kansen en kunnen ze meer geld verdienen. Niet alleen voor henzelf, maar ook voor de hele familie. Samen vliegen ze naar Beijing. Daar reizen ze met vijftien anderen en twee mensensmokkelaars door naar Europa.
Na een lange reis via Hongarije, Oostenrijk en Frankrijk komen ze uiteindelijk in Rotterdam terecht. Het ‘veilige huis’ op de Essenburgstraat, waar ze verblijven tot vertrek, is mensonterend. Met veel te veel mensen slapen ze op groezelige matrassen die onder het vuil zitten. De wc-pot loopt over.
Gezamenlijk zitten ze op een kluitje in het bedompte kamertje. Ze schrijven op de muren. Misschien om de verveling te verdrijven, of om iets van henzelf achter te laten op het vasteland van Europa. Een teken dat ze daar geweest zijn. Een testament van hun reis.
Vertrek naar Dover
Op 18 juni breekt de dag van vertrek aan. In de Rotterdamse Waalhaven worden ze in een vrachtwagen gezet. Ke Su Di en Ke Shi Guang stappen als laatste in. Houten tussenschotten scheiden de zestig Chinezen van de lading tomaten in het voorste deel van het ruim. Ze zitten pijnlijk dicht tegen elkaar aan gedrukt.
Het is verschrikkelijk warm. De vier emmers water die ze bij vertrek krijgen zijn binnen een mum van tijd leeg. Het lukt Ke Su Di niet een slok te bemachtigen. Ze horen de vrachtwagen remmen en de chauffeur uitstappen. De ventilatieklep wordt gesloten. Ze weten dat ze nu stil moeten zijn omdat ze de grens gaan oversteken, dat is hen verteld toen ze de container instapten.
De temperatuur loopt op en het is pikdonker in de container. Ze hebben onbeschrijfelijke dorst. Hun zweterige lichamen beginnen pijn te doen door de ongemakkelijk houding waarin ze zitten. Het wordt steeds benauwder. Het lijkt alsof de lucht die ze inademen in hun lichaam verdwijnt en er niks voor in de plaats komt.
“Tussen de vertrapte tomaten vindt hij de lichamen van 58 illegale immigranten”
Een fatale afloop
De immigranten raken in paniek, bonzen op de wanden en schreeuwen de longen uit hun lijf. Ze trappen met alle macht tegen de deuren, die niet willen wijken. Lang houden ze het niet vol. Een voor een zakken ze neer. Langzaam verliezen ze het bewustzijn, hun ademhaling stokt.
Wanneer een agent in Dover de deuren ter inspectie opent, wacht hem een nachtmerrie. Een warme, weerzinwekkend ruikende lucht stroomt hem tegemoet. Tussen de vertrapte tomaten vindt hij de lichamen van 58 illegale immigranten.
Ke Su Di en Ke Shi Guang liggen met hun hoofd bij de houten tussenschotten, happend naar adem. Ze zijn de enige overlevenden van de fatale reis naar Dover. Dankzij hun getuigenissen weten we hoe de tocht van 60 Chinezen naar een betere toekomst is verlopen.
Snakeheads en Sister P.
De uitgebreide en ingewikkelde mensensmokkelnetwerken zoals het netwerk dat achter de fatale smokkel van de 60 Chinezen zit, worden snakeheads, slangenkoppen, genoemd. De slangenkop regelt het hele smokkeltraject, en zorgt vaak zelfs voor werk in het land van bestemming. Daar betaalt degene die met ze in zee gaat een hoge prijs voor: de diensten kosten zo tegen de vijftigduizend dollar. Bij niet betalen kunnen ze rekenen op zeer gewelddadige maatregelen.
Een aantal maanden nadat de Chinezen in Dover zijn gevonden wordt in Nederland Gürsel Ö opgepakt als medeorganisator van de illegale mensensmokkel en veroordeeld tot tien jaar cel. Een vriendin van Gürsel Ö legt een verklaring af waarin ze een Rotterdamse vrouw beschuldigt als meesterbrein, Sister P.
“Zelfs binnen de brute wereld van de mensensmokkel heeft Sister P. een afschrikwekkende reputatie”
Sister P. verlaat de provincie Fujian in China voor Rotterdam in 1997. Ze vindt werk in Chinatown en belandt al snel in het criminele circuit. P. heeft contacten in China en binnen de triaden; Chinese transnationaal georganiseerde misdaadorganisaties. Ze besluit een eigen organisatie op te zetten die zowel binnen als buiten Nederland actief is. Een Chinees restaurant dient als façade voor de criminele activiteiten.
P. is op het moment van haar arrestatie een van de machtigste figuren binnen de Chinese mensensmokkel. Hoewel ze klein van stuk en fragiel van bouw is, heeft ze een afschrikwekkende reputatie, zelfs binnen de brute wereld van de mensensmokkel. Ze gaat vaak op vakantie, spendeert enorme bedragen aan merkkleding en gokt graag. Ze wordt ervan verdacht tussen de 150.000 en 175.000 mensen te hebben gesmokkeld, waaronder de in Dover gevonden Chinezen.
P. moet niet worden verward met een andere Sister P. die ook actief is als mensensmokkelaar maar dan op de route van China naar de Verenigde Staten. Deze Sister P. wordt in april 2000 ontmaskerd.
Hoewel Sister P. probeert haar arrestatie te ontwijken, wordt ze toch opgepakt. Ze wordt vrijgesproken van de verantwoordelijkheid voor de dood van de 58 Chinezen. Wel gaat ze drie jaar de gevangenis in voor een andere mensensmokkelzaak. Het gat dat ze binnen de organisatie achterlaat, wordt direct door anderen opgevuld.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: