Kapelle-Biezelinge, een gemeente in Zeeland waar weinig te beleven is. Zo begint een VARA-reportage uit 1969, die aandacht besteedt aan een opmerkelijk fenomeen in die gemeente: de Eerste Zeeuwse Dames Voetbal Vereniging EZDVV. Het is eind jaren zestig, de tweede feministische golf beukt tegen de conservatieve Hollandse dijken, maar vrouwenvoetbal bestaat officieel nog niet. De KNVB vindt het “onesthetisch”.
Maar in Zeeland breken de voetbaldijken door als in Kapelle in 1968 de eerste officiële damesclub EZDVV het licht ziet. Oprichter Gerard Korsuize: “Er was inderdaad weinig te beleven in Kapelle in die tijd. De korfbalvereniging was opgeheven, je had alleen mannenvoetbal en gymnastiek.” Iets was door de vrouwen in de VARA-reportage wordt beaamd. Maar belangrijker, voetbal is vooral een leuke sport.
Mien te Selle voetbalt al van jongs af aan met jongens in de buurt. Op school mag ze wel meedoen met de training voor schoolvoetbal maar wanneer het om het echie gaat staat ze aan de zijlijn. “Als meisje mocht je niet meedoen. Voetbal werd als typische mannensport gezien.” In Voetbal International leest ze een stukje over damesvoetbal in Zeeland. “Ik schreef een brief naar EZDVV en werd uitgenodigd voor een wedstrijd in Kapelle. Daar scoorde ik meteen vier keer! En ik werd gevraagd om te komen spelen.” Mien woont in Winterswijk en reist elke week per trein naar Kapelle. “Er werd altijd op vrijdag getraind. Ik was vier uur onderweg. Maar ja, je wilde voetballen hè?”
Er zijn in Zeeland re dan al meerdere vrouwenclubs opgericht met teams als Aviolanda uit Woensdrecht, de Noorvrouwen uit Westkapelle of Octopus uit Zoutelande. Gerard Korsuize zet een heuse competitie op onder auspiciën van de Algemene Nederlandse Damesvoetbal Bond. De competitie wordt zelfs uitgebreid met clubs uit Zuid-Holland en Noord-Brabant. Uit naam van diezelfde bond wordt in 1971 een Nederlands Elftal opgezet. Korsuize: “De KNVB bleef op haar standpunt, vrouwenvoetbal mag niet.
Officiële KNVB scheidsrechters mogen de wedstrijden niet fluiten en bij de KNVB aangesloten clubs mogen hun velden niet ter beschikking stellen aan het zogenaamde 'wilde vrouwen-voetbal.’
Een van de geselecteerde speelsters voor het Nederlands Elftal is Mien te Selle. “Het was een geweldige tijd. We speelden internationale toernooien en promotiewedstrijden in Nederland om het vrouwenvoetbal op de kaart te zetten. We speelden tegen journalisten van Panorama maar hebben ook in Engeland tegen een vrouwenteam gespeeld. Die Engelse speelsters waren halve profs! Die speelden in fabrieksteams, werkten halve dagen en konden ’s middags trainen! We keken onze ogen uit.”
In 1971 besluit de KNVB in navolging van de FIFA vrouwenvoetbal eindelijk toe te staan. In dat jaar zijn er dan zo’n 5000 voetbalsters actief.
Pas de laatste vijftien jaar groeit het vrouwenvoetbal explosief. Wereldwijd is het zelfs de snelst groeiende sport. In Nederland telt de KNVB nu ruim 130.000 speelsters. De groei van vrouwenvoetbal en de langzaam op gang komende professionalisering heeft er toe geleid dat Nederland dit jaar voor het eerst in de geschiedenis meedoet aan de eindronde van het wereldkampioenschap. In Canada zullen de Oranjeleeuwinnen volgende maand moeten laten zien waar ruim veertig jaar vrouwenvoetbal toe kan leiden.
Samenstelling en regie: Reinier van den Hout
Tekst en research: Hasan Evrengün
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: