Duizend bommen en granaten
Uit het dagboek van Theo Swinkels, 17 jaar, Venray.
Daar kwamen de granaten weer aansuizen. Gauw kropen we achter een muur. De scherven floten over ons heen, glazen rinkelden en muren vielen om. Ik was halverwege de keldertrap toen de stenen, glazen , messen, vorken en granaatscherven over me heen vlogen.
Theo Swinkels woont in Venray, op enkele kilometers van Overloon. Die eerste oktoberweken 1944 bivakkeert het gezin in de kelder van het huis. Ze zijn in gezelschap van familieleden en buren die uit Overloon zijn geëvacueerd, met 33 in totaal. Overloon bevindt sinds eind september in de frontlijn van de oorlog. In zijn dagboek beschrijft hij de bizarre gebeurtenissen van de oorlog die plotseling heel dichtbij in zijn leven is gekomen.
Na de mislukte Slag om Arnhem richten de Geallieerden zich op het gebied rond Venlo waar de Duitsers zich hebben teruggetrokken. Een van die Duitsers is Oswald Jansen, 19 jaar. “We trokken steeds meer terug, tot ons bruggenhoofd Venlo. De regen was verschrikkelijk. Dat ging de hele tijd door. Als je een putje wilde graven dan had je na een spadesteek het grondwater al bereikt. Ik was 19 jaar en het was de vreselijkste tijd van mijn hele leven. Wij waren allemaal jonge jongens en al wat we wilden was leven.”
Evacuatie
Dagboek Swinkels
Ze vertelden dat Overloon helemaal plat lag. Het huis van mijn oom lag helemaal in elkaar, geheel de school lag in elkaar en ook de kerk lag bijna plat.
Op donderdag 27 september geven de Duitse militaire autoriteiten opdracht tot een onmiddellijke en algehele evacuatie. Mensen worden uit hun huis gezet en hebben amper de gelegenheid om wat spullen mee te nemen. Een stroom vluchtelingen komt op gang die diepe indruk op de mensen maakt. Voor het eerst wordt men geconfronteerd met de verschrikkingen van de oorlog, een oorlog die men tot dan toe alleen uit afbeeldingen in de Katholieke Illustratie kende.
Zo beschrijft pastoor Van Boxtel beschrijft die uittocht als volgt: “t Was een zielig gezicht. Juist zoals we vroeger in den oorlog van 1914-1918 platen in de Illustratie zagen van de vluchtende Belgen, zoo ondervonden we thans de werkelijkheid. Menschen met handwagens, volgeladen met koffers en pakken en kleeren en deken, kruiwagens en fietsen helemaal vol; een oude man of een sukkelende vrouw op een kruiwagen; moeders en kinderen huilende en omkijkende, werkelijk een treurige stoet.”
Bloedbeek
Dagboek Swinkels
In onze nabijheid is gisteren een voltreffer op een huis gekomen. De mensen zaten in de kelder maar de scherven vlogen door het vensterraam naar binnen en de vrouw des huizes werd gewond. De halsslagader werd doorgesneden, ze was op slag dood. Nu staat haar lijk bij ons naast in het pakhuis.
Op 12 oktober begint operatie Constellation met als doel het Duitse bruggenhoofd uit te schakelen en de Maas bij Venlo te bereiken. Met 200 kanonnen wordt Overloon en omgeving bestookt en verandert het dorp in een rokende puinhoop. Nadat de Britten Overloon hebben ingenomen rukken ze op richting Venray. Het enige dat beide strijdende partijen scheidt is een vlak, modderig, weiland met in het midden de Loobeek. Het gevecht is een nachtmerrie. Soldaten ploeteren door het open veld contant bestookt door sluipschutters en artillerie die ook de in de modder vastgelopen tanks in brand schiet. Infanterist John Lincoln is er bij. “De dood van een kameraad maakte me woedend. Ik schreeuwde tegen mijn peloton, zweepte zo op naar voren. Ik zag een vaag figuur in de bossen voor me verdwijnen en ik schoot mijn stengun op hem leeg. Ik wilde wraak nemen maar wist dat mijn schot van zo’n afstand geen effect zou hebben.”
Als ze de Loobeek bereiken maken de duizenden landmijnen talloze slachtoffers. Zoveel dat de beek door betrokkenen later ‘bloedbeek’ wordt genoemd.
Schuilen in het gekkenhuis
Dagboek Swinkels
Zojuist zijn er weer vliegtuigen boven Venray geweest. Het is prachtig om te zien zo regelrecht als die omlaag duiken. Ze komen in een rij aanvliegen . de voorste geeft gaf een mooie streep achteruit en dikke zwarte wolken uitstotend schieten ze omlaag. Al mitraillerend schieten ze stuk voor stuk omlaag. Ogenblikkelijk hingen dikke zwarte wolken boven Venray.
Venray wordt door geallieerde vliegtuigen bestookt. De kerktoren wordt geraakt en er breekt brand uit in de gebouwen rondom de kerk. Meer dan 2000 mensen vluchten het terrein van de psychiatrische inrichting Sint Servatius op. Ze vinden onderdak in de kelders onder het gebouw waar ze samen met de patiënten nog bange dagen en nachten moeten doormaken. Dokter Havermans, arts in Sint Servatius, beschreef de ellendige toestand in de kelders. “Mannen waren hun vrouwen verloren. Sommige vluchtelingen, waanzinnig van angst, drongen de reeds overvolle kelderruimten binnen. Hier stond men vol naastenliefde een deel van zijn eigen kleine plaatsje af, ginds ontstonden kijfpartijen en werd gevochten om een veilig plekje. Er leefden toen ruim 4000 menschen in het gesticht: 1500 patiënten en 2500 burgers. De hygiënische toestand was erbarmelijk slecht. De morele toestand onder sommige groepen vluchtelingen werd ook niet beter. Huilend en biddend zoo gauw het granaatvuur losbarstte, maar onzedelijke handelingen plegend, wanneer er even rust was aan het front. De mensch degenereert snel door den oorlog.”
Sterven voor het vaderland
Dagboek Swinkels
Plots komen er drie soldaten binnen en zetten zich aan tafel. Ze komen zojuist van het front, ze zitten vol modder en hun uniformen zijn overal gescheurd. Een van hen heeft een schampschot tegen zijn geweer gekregen, hij is niet meer te gebruiken. De derde heeft de loop van zijn geweer volgestopt zodat die ook niet meer te gebruiken is. Ze willen er alle drie vandoor maar ze durven niet goed.
Oswald Jansen is al sinds de Slag om Arnhem onafgebroken aan het front. Hij ziet dat de strijd ongelijk is en dat ze steeds meer terug moeten. “De Engelsen hadden meer tanks, zware wapens en vliegtuigen. Ze bleven maar komen. Daar konden wij niets tegen in brengen.” Jansen is ingedeeld bij het parachutistenleger van generaal Kurt Student. Dat leger heeft in het begin van de oorlog veel successen behaald en daarmee een haar reputatie verdiend. Maar nu is het een samenraapsel van overgebleven veteranen samen met jonge en onervaren rekruten als Jansen. Ondanks het taaie verzet moeten de Duitsers steeds meer terrein afstaan aan de Geallieerden en komen met hun rug tegen het vaderland aan te staan. Jansen : “Waarom we door bleven vechten in die tijd? We wilden het vaderland niet verraden, we geloofden nog dat we ze konden tegenhouden. En we wilden ons niet zonder strijd gevangen laten nemen. Maar we zijn bedrogen door onze superieuren. De hoge heren zaten ver weg terwijl wij het vuile werk moesten opknappen.”
Oorlog hoort in het museum
Fragment dagboek Swinkels
Mijn broer komt binnen stuiven. De tommy’s, de tommy’s komen! Alles vliegt naar buiten en daar zijn ze, grote files tanks en pantserwagen, Amerikaanse wagens en Engelse soldaten. Het is geweldig!
Was de Slag om Overloon een zinloze strijd? Een vergeten slag is het in ieder geval in ons collectieve oorlogsgeheugen. Wat blijft zijn de restanten van een vergeten slag, museaal opgesteld in Overloon. Tanks, kanonnen, trucks. Al in 1946 wordt besloten om het slagveld van Overloon blijvend te herinneren. Wat ook blijft zijn de doden. Op het ereveld in Overloon liggen bijna 300 Britten. In totaal wordt het aantal slachtoffers geschat op 2000 doden, Amerikanen, Britten en Duitsers bij elkaar. Onder de burgerbevolking van Overloon, Venray en Roermond komen door granaatbeschietingen en bombardement ook nog eens 600 mensen om het leven.
Bij terugkomst van de geëvacueerde bevolking naar Overloon bleek dat niet alleen de oorlogshandelingen, maar ook het verblijf van de Engelse militairen daarna voor de nodige schade te hebben gezorgd. Bouwmaterialen waren afgevoerd, huizen ontmanteld en spulletjes die men meende veilig te hebben opgeborgen lagen niet meer op hun plek. Pastoor Van Boxtel merkte hier over op: “De Engelschen hebben (tenminste in Overloon) zeker zoveel gestolen en vernield als de Duitsers: allemaal souvenirs voor de meisjes in hun rustcentra.” Ook dat behoorde tot de zwarte bladzijden van de bevrijding.
Samenstelling en regie: Hein Hoffmann
Research en tekst: Hasan Evrengün
Uitzending: zo 13 okt 2013, 21.20 uur, Nederland 2.
Met dank aan
Jac van Sinten
Museum Overloon
Henny Meijer
Lod Dirkx, Psychiatrie Museum Venray
Archief Venray
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: