In de jaren 20 wordt voor de ‘propaganda’ van ons land een nog jong medium ingezet: film. In beelden uit 1928 zien we vrolijke plaatjes van het Zeeuwse strandleven, afgewisseld met die van kerkgangers in klederdracht. Nederland is een mooi land, waar tradities in ere worden gehouden, laat daar geen misverstand over bestaan.
Dat beeld rijst ook op uit latere promotiefilmpjes. Volendam, Marken, molens, water, geen cliché wordt geschuwd om buitenlanders van het unieke karakter van ons land te doordringen. En wat een schoon land bovendien! Kijk die witte lakens eens wapperen in de wind, kijk die frisgewassen, gastvrije Nederlanders eens in hun wooden shoes. Het toerisme vanuit vooral Europa en Amerika groeit na de oorlog snel. Maar zoals dat gaat: dat heeft ook een keerzijde.
In de jaren 60 ergeren bestuurders in onze badplaatsen zich bijvoorbeeld aan het toenemend aantal bordjes ‘Zimmer Frei’ en ‘Zimmer met Frühstück’. In Zandvoort weten ze wel een oplossing: met pictogrammen zal de strijd worden aangegaan met dit verfoeilijke staaltje taalverloedering.
En in hetzelfde decennium, nog voordat het hippietoerisme in zwang raakt, verwoordt een hoogleraar de groeiende twijfels over het inmiddels ongebreidelde toerisme: “We moeten natuurlijk ook de vraag stellen: wat verliezen we erdoor?”. Om zelf het antwoord te geven: “Rust en ruimte voor onszelf. En onze groeiende bevolking zal daar zeker behoefte aan hebben.”
Het is een vraag die resoneert in onze tijd. Want zijn we niet te ver doorgeschoten met de promotie van Nederland vakantieland? Voer voor overdenking tijdens het kijken naar deze zomerse Andere Tijden special van drie kwartier.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: