Aan de komende verkiezingen nemen 37 partijen deel, een naoorlogs record. In de jaren 30 deden zelfs meer dan 50 partijen mee. Deze versnippering stond efficiënt landsbestuur steeds vaker in de weg.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog is de bestuurlijke en politieke elite van Nederland door de Duitsers gegijzeld in het kamp Beekvliet in Sint-Michielsgestel. Daar worden plannen beraamd voor een nieuw soort politiek na de bevrijding. Er zou een tweepartijenstelsel moeten komen, naar Brits voorbeeld: een progressieve en een conservatieve stroming. De Doorbraak, zo wordt deze gedachte genoemd.
Doorbraak naar een nieuwe politiek
Om het goede voorbeeld te geven heft de SDAP, de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij, zich op, fuseert met een aantal liberale en christelijke partijen en gaat verder onder de naam Partij van de Arbeid. Dat is nu precies 75 jaar geleden.
De zuilen herleven
Na een moeizame start trekt de PvdA onder premier Willem Drees steeds meer kiezers. Dit tot ergernis van de grote christelijke partijen. De partijen trekken zich steeds verder terug in hun eigen zuil. Begin jaren 50 roepen de bisschoppen zelfs op niet over te stappen naar de PvdA, omdat het de katholieke zuil zou afbreken. Ook de Partij van de Arbeid ontwikkelt zich tot een zuil, met de VARA, Het Vrije Volk, de Stem des Volks, arbeiderssportverenigingen et cetera. De doorbraak is mislukt, Drees is gelukt.
Andere Tijden blikt terug met enkele vrouwen die in 1946 als 18-jarigen meteen lid werden van de PvdA, en met historicus Bram Mellink (UvA), die uitvoerig onderzoek deed naar de Doorbraak.
Andere Tijden: ‘Tijd voor nieuwe politiek’, woensdag 17 maart om 22.20 uur op NPO 2.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: