Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
23 december 2013

Hongerkinderen

Andere Tijden
Bekijk Video
30 min

Voedseltekort

1944 – In Nederland wordt hard gevochten, de geallieerden rukken op. De Nederlandse regering in ballingschap roept op tot de Spoorwegstaking zodat er geen treinen met Duitse soldaten en wapens naar Nederland kunnen komen. Als represaillemaatregel mag er van de Duitsers geen voedseltransport meer plaatsvinden naar het westen. Zo stokt de voedselvoorziening in het westen van het land. En dan valt ook nog een extreem barre winter in. Al gauw wordt het voedseltekort in de Randstad nijpend. Er is ook bijna geen brandstof meer, en dus niks om op te koken.

Lange rijen voor de gaarkeuken
Lange rijen voor de gaarkeuken, 1944

Honger

“Je was apathisch van de honger. En als er ergens eten was, ging je je volproppen. Bijvoorbeeld bij de banketbakker. Daar kon je een tijd broodjes halen,” herinnert Aad zich. Hij is 7 jaar in de Hongerwinter. Hij woont in Delft en heeft vijf broertjes.
Tilly uit Amsterdam is 12 jaar in de Hongerwinter. “Honger, daar ben je echt van doortrokken. Op school mocht je alles aanhouden, je jas, en je handschoenen. Het was er koud. Je voelde je koud en ellendig tot in de botten. De dood waarde rond, buurkindjes, een schoolvriendje met difterie, roodvonk." Ze staat elke dag in de rij bij de gaarkeuken in de school.

Een aantal maatregelen zorgt ervoor dat het weinige dat er nog is enigszins eerlijk verdeeld wordt. Een voedseldistributiesysteem: bijna al het eten gaat op de bon. In de Centrale Keukens kun je een pannetje soep of stamppot kunnen halen, al wordt ook dat steeds wateriger.

Mensen uit de Randstad doen van alles om aan eten en brandstof te komen. Op krakkemikkige fietsen met houten banden, of met een lege kinderwagen trekken ze erop uit om spullen te ruilen voor voedsel bij de boeren. Ze eten suikerbieten en tulpenbollen. Bomen in de straten worden omgezaagd om als brandstof te dienen. Aad: "Ik weet nog wel dat we met pa, mijn broer Thijs en de buurvrouw op een sleetje bij de spoorweg een stuk hek omgezaagd hebben. En dat hebben we 's avonds meegenomen. Je mocht 's avonds ook niet meer naar buiten. Dat ging stiekem, het was een hele spannende tijd.”

Ruilhandel
Ruilhandel, 1944

Kinderuitzending

“Gezien het feit, dat er in het Noord/Oosten van ons land een voedseloverschot bestond en in het Westen hongersnood, lag het voor de hand, dat reeds spoedig ideeën naar voren kwamen, of het niet mogelijk zou zijn de hongerpatiënten, speciaal de kinderen, uit te zenden naar de minder geteisterde gebieden, ten einde daar nieuwe kracht en gezondheid op te doen”, aldus het boekje Hongerend Volk dat vlak na de oorlog verschijnt. Het Interkerkelijk Bureau (IKB) is een koepelorganisatie van de kerken in Nederland.

Vanaf december 1944 maakt het IKB plannen om de Hongerkinderen onder te brengen bij pleeggezinnen in de noordelijke provincies. Binnen korte tijd worden zo’n 50.000 kinderen na een medische keuring naar de andere kant van het land gebracht. Niet alleen het IKB organiseert zulke transporten, ook gaan mensen zelf op zoek naar een adres in het noorden of oosten om hun kinderen te laten aansterken. Een andere partij die kindertransporten organiseert is de Nederlandse Volksdienst. Deze organisatie wil het sociaal-maatschappelijk werk nazificeren, en helpt alleen Arische gezinnen. Verder zijn er nog andere organisaties die kinderuitzendingen regelen, zoals bedrijven, gemeentes, scholen en het Rode Kruis.

Hongerkinderen
Honger, 1944

Vertrek

De kinderen worden op allerlei manieren vervoerd: per boot, auto, trein, paardenkar maar ook lopend. Aad vertrekt op 2 maart 1945 vanuit Delft per schip richting Friesland. "Ik werd 's ochtends naar de haven gebracht. Je moest een koffertje meenemen, wat kleren. En wat je nog meer moest meenemen was een vork, een mes en een lepeltje. Een bekertje en een bordje."

Ze vertrekken pas ’s avonds, dat is veiliger vanwege eventuele beschietingen overdag. Samen met zo’n 65 kinderen zit hij in het ruim van het schip, op stro. Hij is de jongste. Er zijn twee leidsters. Veel kinderen worden onderweg ziek, omdat hun maag niet meer gewend is aan eten. Na zes dagen varen komt het schip aan in Bergum. Daar mag hij mee naar huis met veldwachter Wedzinga. Hij en zijn vrouw hebben geen kinderen.

Tilly vertrekt op 14 maart vanuit Amsterdam per boot richting Zwartsluis. Ze komt na een lange reis in Hengelo terecht, bij de familie Esmeijer. Die hebben twee dochters waar ze qua leeftijd precies tussenin zit.

Schuit
Schuit, 1943

Nieuw gezin

Tilly herinnert zich dat ze voor het eerst weer een ei krijgt. "Dat eerste eitje. Dat schrijf ik ook aan mijn ouders: 'Ik heb een eitje'. Dat was het einde." In Hengelo leert ze veel nieuwe dingen: sokken breien, een vogel plukken.

Haar pleegouders schrijven haar ouders een brief. "Wij zijn zeer in onze schik met Tilly en zullen ervoor zorgen als gelijk ons eigen. Bij aankomst was ze erg moe maar verder had ze niet van het transport geleden. Ze eet uitstekend en daartoe hoeven we haar niet aan te manen. Wij twijfelen er niet aan dat ze zal groeien want wij hebben nog geen gebrek. Zij was gelijk met ons allen goed bevriend en erg lief." Voor het eerst zegt iemand dat ze lief is. En dat is ze van thuis niet gewend. Haar pleeggezin is heel beschermend. Ze kunnen er beter over emoties praten.

Ook voor Aad is het contrast met thuis groot: in Delft slaapt hij met zijn 5 broertjes op een kale zolder. Nu krijgt hij een eigen slaapkamer met lampetstel in het vrijstaande huis. "Een tuin achter het huis met kippen, dat had ik nog nooit gezien! En die mensen waren heel lief." De eerste dagen krijgt hij nog niet veel te eten om zijn maag langzaam te laten wennen. Buurjongen Feije is even oud en wordt zijn speelkameraad. Ook leert hij wat Fries. Na twee dagen in Friesland laat heit voor hem klompen maken bij de klompenmaker. "Dat was de eerste keer dat ik op klompen liep."

Uitgehongerd kind
Uitgehongerd kind, 1945

Thuiskomst

"Ik was wel blij dat ik weer naar huis toe kon, dat wel. Die dag kwam natuurlijk een keertje en dat was een droevig afscheid. We werden opgehaald met paard en wagen en allerlei kinderen en dan gingen we naar het spoor. Toen zijn we op de trein gestapt met al die kinderen", aldus Aad. Na een lange reis komt hij aan in Delft. De hele familie staat op het station te wachten. "We zijn in optocht naar huis gelopen."

Tilly komt pas in juli weer terug in Amsterdam met een bus. Haar ouders zijn door de oorlog veranderd, en het is dan ook niet de feestelijke thuiskomst die ze hoopt. "Degenen die voor me wilden zorgen en ook uiten dat ze me lief vinden, dat zijn mijn pleegouders."

Regie: Hein Hoffmann
Research: Hannah Dogger

Uitzending: zo 29 dec 2013, 21.20 uur, Nederland 2.

Bronnen
  • Naar de boeren

    Frans Nieuwenhuis, Naar de boeren (Ad. Donker 2010).

  • Oorlogskind

    Tilly Riemersma, Oorlogskind: de Tweede Wereldoorlog met andere ogen gezien (Walburg Pers 2005).

  • Hongerkind

    Mariska van Vondelen, Hongerkind (Uitgeverij Mariska van Vondelen 2013).

  • Hongerend volk

    Plaatselijk Interkerkelijk Bureau ’s Gravenhage en omstreken, Hongerend volk: en wat deed het IKB, december 1945.

  • Eastermar

    Elle Bosma, Ids Groenewoud en Sjoerd Veerman, Eastermar: de oorlogsevacués en de hongerkinderen in 1945.

  • De Hongerwinter

    David Barnouw, De Hongerwinter (Uitgeverij Verloren Verleden 1999).

  • Kinderuitzending in Nederland

    Lieke Boersma, Kinderuitzending in Nederland: ervaringen van kinderen die zijn uitgezonden tijdens de Hongerwinter 1944-1945 (Universiteit Utrecht 2009).

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: