De trots van Vlissingen
De geschiedenis van de Koninklijke Maatschappij De Schelde is onlosmakelijk verbonden met de stad Vlissingen. De Schelde was Vlissingen en Vlissingen was De Schelde. Het bedrijf was jarenlang de grootste werkgever van Vlissingen en Walcheren. Vanaf de oprichting in 1875 leverde de KMS aan de Koninklijke Marine. Daarmee heeft het bedrijf een enorme expertise opgebouwd in de ontwikkeling en bouw van fregatten, korvetten en patrouillevaartuigen. Als hofleverancier van de Rotterdamse Lloyd werden talloze civiele schepen gebouwd die als mailboot op Indonesië voeren, waarbij de Willem Ruijs het meest bekende schip was, dat ooit in Vlissingen van stapel liep.
Begin jaren 50 werkten er 4500 mensen op De Schelde en moest een verkeersagent op de fiets het verkeer regelen bij het leegstromen van de poort. Veel Walcherse families waren generaties lang werkzaam op de Schelde: de liefde voor het vak, de verbondenheid met het bedrijf werd overgedragen van vader op zoon. De voorspoedige ontwikkelingen in de scheepsbouw sinds de oprichting, zorgden voor een enorme bloei. Vlissingen had nooit uit kunnen groeien tot de plaats die het nu is zonder De Schelde, maar de teloorgang van het historische hart van de stad staat ook op het conto van de werf.
Fusies
Op de plaats waar de resten van de admiraliteitswerf te vinden zijn, startte Arie Smit in 1875 de werf in Vlissingen op. Aanvankelijk met zeventien medewerkers, maar door de jaren heen groeide het bedrijf uit tot een werf waar de Zeeuwse economie op rustte. De Schelde was veel meer dan een werf, naast de bouw van scheepsmotoren werden er ketels en turbines gebouwd, er werd een aparte aluminiumproductie lijn op gezet, een afdeling apparaten- en machinebouw. In Vlissingen-Oost werden scheepsreparaties uitgevoerd.
De Schelde was de eerste licentiehouder van Sulzer, waarvoor zij enorme scheepsmotoren vervaardigde. Het was een technisch hoogwaardig en innovatief bedrijf, de ontwerpafdeling werd bevolkt door een groot aantal ingenieurs. Cilindermantels en voeringen werden in een eigen gieterij gegoten en men ontwierp en bouwde tandwielkasten en turbines. In 1965 besloot men tot een fusie met de Rotterdamse Droogdokmaatschappij in Rotterdam en in 1971, kwam daar onder druk van de overheid, scheepsbouwer Verolme bij. Het RSV concern werd uiteindelijk in 1983 weer ontbonden en het rijk en de Provincie Zeeland namen de aandelen van het bedrijf over, waardoor De Schelde zelfstandig verder kon. In 2001 werd de zwaar afgeslankte en noodlijdende Schelde overgenomen door scheepsmagnaat Kommer Damen uit Gorinchem.
De scheepsbouw is een conjunctuurgevoelige bedrijfstak, door de kerende economie en de moordende concurrentie uit Japan krijgt het bedrijf vanaf de jaren 60 te maken met talloze inkrimpingen, reorganisaties, fusies en gedwongen ontslagen. De Schelde voelt zich lang de melkkoe voor het concern en ziet met lede ogen aan, dat de behaalde winst wordt weggesluisd naar het concern. De geldverslindende en hopeloos mislukte projecten zoals de kolengraafmachines slokken grote delen van de winst op. En ondanks de miljoenen overheidssteun, blijkt het RSV-concern geen bestaansrecht te hebben. Het bedrijf dat in vroeger tijden een boegbeeld was voor werkzekerheid, krijgt ook te maken met een veranderende economie, met mondiger wordende arbeiders en een vakbeweging die het conflictmodel gaat hanteren.
Staken
De werf bood, zoals zoveel grote bedrijven in de jaren na de tweede wereldoorlog, opleiding, huisvesting, gezondheidszorg en dus houvast. De Schelde vormde een sociale cohesie voor de Vlissingers. Maar het bedrijf had ook een keerzijde. De bazencultuur en het klassenverschil hebben lang hoogtij gevierd in Vlissingen. De sociale omstandigheden waren niet altijd optimaal. Opklimmen in een functie was bijna onmogelijk, de hiërarchie was groot.
In de jaren zeventig en tachtig is er veel gestaakt: voor een eerlijkere functie-indeling, vóór meer loon maar ook tegen de gedwongen fusie met de Rotterdamse Droogdok Maatschappij en met scheepswerf Verolme en de daarmee gepaard gaande ontslagen. Als uiteindelijk het RSV concern failliet verklaard wordt in 1983, kan De Schelde door inspanning van buitenaf, en door het veilig stellen van marinematerialen en opdrachten, zelfstandig verder. Niet dat de problemen dan van de baan zijn, zoals OR voorzitter David de Leeuw zegt: ,,De salamiperiode brak aan, steeds ging er ergens in het bedrijf een plakje van af’. De orderportefeuille is niet meer dik gevuld en het bedrijf, krimpt langzaam in.
Een krater in de stad
De Koninklijke Maatschappij De Schelde bestaat niet meer. De werf (en de daarbij behorende schulden) is in 2001, voor het symbolische bedrag van 1 gulden overgenomen door de Gorkumse scheepsbouwer Kommer Damen en heet nu Damen Schelde Naval Shipbuilding. De overname door Damen is de redding van De Schelde geweest. Kommer Damen bracht met zijn bedrijf een internationaal netwerk mee en was gepokt en gemazeld in de marketing en verkoop van schepen. De Schelde had ervaring en expertise in de bouw van grotere vaartuigen voor marine- en patrouilledoeleinden. Die combinatie blijkt bestaansrecht te hebben. Aan de rand van de stad – voor Vlissingers, het Eiland - staat nog een gedeelte van de werf dat nog steeds in bedrijf is en waar, met beduidend minder mensen dan voorheen, aan marineboten –voor binnen- en buitenland- en aan luxe jachten wordt gewerkt.
‘Wat goed is voor De Schelde, is goed voor Vlissingen’ was jarenlang het credo van het gemeentebestuur. Bij de grootste werkgever van de stad aandringen op een verhuizing, is jarenlang een taboe geweest. Na jarenlang getouwtrek en gesteggel ging in 2004, de raad van Vlissingen akkoord met de aankoop van de grond van het voormalig Scheldeterrein voor een bedrag van 35 miljoen euro en is het bedrijf gehuisvest aan de rand van de stad en in Vlissingen-Oost. De werf laat een krater achter midden in de stad, een bewijs van vroegere bedrijvigheid, van noeste arbeid en veel zweet. De kale plek wordt nu ingevuld. Het Scheldeterrein wordt een nieuwe woonwijk, met riante woningen waarbij het industriële karakter wordt behouden en het verleden niet verloochend wordt, zodat de Vlissingers hun trots niet snel zullen vergeten.
Regie en samenstelling: Margot Schotel
Bewerking: Godfried van Run
Tekst: Margot Schotel
Uitzending: zo 27 mei 2012, 21.15 uur, Nederland 2.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: