In 1667 verschijnt het eerste Noord-Nederlandse kookboekje De verstandige kock of Sorghvuldige Huys-houdster, als onderdeel van een handboek voor landgoedbezitters. In de royale tuinen van buitenhuizen worden volop groenten, fruit en kruiden verbouwd. Het kookboekje voorziet in (al dan niet) smakelijke gerechten om de tuinopbrengst te nuttigen.
Naast verse gerechten is er ook veel aandacht voor conserveren: een noodzaak in een tijd zonder vriezers en koelkasten. Ook dit recept van een pastei - een veel gezien gerecht in de Gouden Eeuw - zal uit de conserven hebben moeten putten. Ik heb asperges, artisjokken én kastanjes nog nooit in hetzelfde seizoen aangetroffen.