Sex Pistols
“Keiharde muziek en opstaan; 'dit is het!'” zegt Broodje, punker van het eerste uur. Dat eerste uur sloeg in Nederland in januari 1977; The Sex Pistols bezoeken Nederland voor een aantal concerten en een televisieoptreden. Dit is iets anders. Dit is Punk. Al is zeker aan het begin nog de vraag wat dat nou eigenlijk is. De naam komt overgewaaid uit de VS waar ze de term gebruiken om een nieuwe muzikale stroming te duiden. In Groot-Brittannië, de thuisbasis van The Sex Pistols, verwordt Punk echter van underground tot een ware jeugdcultuur. De economische situatie van de Engelse jongeren is (nog) niet te vergelijken met die van de Nederlandse jeugd, maar de daar heersende anarchistische sentimenten onder de jeugd slaat hier wel aan.
DIY
De Nederlandse jeugdcultuur is dan nog een uitvloeisel van de hippietijd, van provo, van flowerpower. Als de economische voorspoed van de jaren zestig zichtbaar begint af te nemen, zeker na de oliecrisis van 1973, komen ook de idealen van die hippiegeneratie onder druk te staan. Piet van Dijk, de bassist van Panic, een van de eerste punkbandjes: “Je kunt zeggen “Punk was niet politiek”, maar je kunt ook zeggen “het was demonstratief a-politiek”. Wij hadden allemaal begin jaren zeventig, dat was de tijd waarin wij studeerden, tot onze nek in de sektarische politieke bewegingen gezeten, en in dat opzicht was Punk een soort bevrijding”. Alles kan en alles mag, pret hebben staat voorop. “Make Love Not War” wordt “Do It Yourself”, doe het vooral zelf.
De punkscene in Amsterdam is versnipperd. Er zijn veel bandjes, kunstcollectieven en clubjes. In de Sarphatistraat verenigen de punkers zich rond Diana Ozon en Hugo Kaagman in Gallerie Anus. Naast hun graffitikunst geven zij ook de Coekrandt uit. Hierin staan gedichten en collages, teruggrijpend op de Dada-stroming van begin twintigste eeuw, waarbij nihilisme en afwijzen van geaccepteerde kunstvormen centraal stonden. In Paradiso treden meer en meer punkbandjes op, zoals Ivy Green, The Speed Twins en Panic. In de zaal van de poptempel worden niet langer happenings georganiseerd. Er wordt gepogood en gefeest. In eerste instantie zijn het muzikanten die Punk gaan spelen. Maar al gauw zijn het de Punkers zelf die het podium op klimmen. Sommigen hebben tot dan toe nog nooit een instrument vastgehouden.
De stemming slaat om
Als dan ook de economische situatie in Nederland verslechtert, heeft dit weerslag op de punkbeweging. De werkloosheid begint rond 1980 sterk te stijgen, zeker onder jongeren. Er is na het studeren nauwelijks uitzicht op werk, veel jongeren leven van een uitkering. No Future. En zonder toekomst en zonder baan is er veel vrije tijd, die maar beter goed besteed kan worden. Als je het niet van de overheid moet hebben, dan moet je het zelf maar doen. De punkbeweging groeit en is op zoek naar een doel. In het straatbeeld wordt Punk steeds zichtbaarder; de hanenkammen, veiligheidsspelden en de zwarte make-up komen op.
In de grote steden is de woningnood hoog. Daar wordt steeds meer gekraakt en ook steeds meer ontruimd. De invloed van de kraakbeweging op de punk neemt toe, de punk begint zich sterker te engageren. “Punk en kraak hadden voor ons eigenlijk alles, bijna alles met elkaar te maken. Je woonde gekraakt en er gebeurde van alles”, zegt G.W. Sok, zanger van punkband The Ex. Naast de pret komt het protest. The Ex speelt in kraakpanden en bij ontruimingen, hun teksten geven commentaar op de gebeurtenissen in Nederland en in de wereld. Ze zingen over de kraakbeweging, maar ook over Engelse mijnwerkersstakingen en de burgeroorlog in El Salvador. G.W. Sok: “Laten we het hebben over wat ons bezig houdt en laten we dan vertellen zoals we het vanuit ons standpunt zien. En dan met name iets wat je in de gevestigde media niet te horen krijgt. Dus de andere kant van de medaille.”
De stemming wordt grimmiger, het geweld neemt toe. Hoogtepunt zijn de rellen rond de ontruiming van panden op de Vondelstraat en de kroning van Beatrix. Krakers en ME leveren in Amsterdam een ware veldslag. Waar de kraakbeweging eerst nog op sympathie van de bevolking kon rekenen, nemen kritiek en onbegrip toe. Ook binnen de punkbeweging beginnen sommigen zich ongemakkelijk te voelen met dit gebruik van geweld.
Er ontstaat een splitsing tussen hen en degenen die geweld niet verafschuwen. “De ME is natuurlijk je vijand. Maar er was wel een grens. Je mocht gooien wat je wilde, maar als-ie opeens een meter voor je staat, sla je hem echt niet een baksteen in zijn gezicht”, aldus zanger G.W. Sok. Peter Pontiac, striptekenaar en woonachtig in de Sarphatistraat, tekent een strip waarin hij de dodelijke gevolgen van een bomaanslag van de IRA verwerkt. Hij roept de kraakbeweging op om niet in deze vorm van geweld te vervallen. En zo gaat Punk weer op zoek naar een nieuwe identiteit. Eigenlijk is de beweging altijd op zoek geweest naar wat ze nou eigenlijk is. Is het vooral pret? Of is het juist protest? Wat zijn de regels, of zijn die er juist niet? Één vuistregel heeft Punk altijd gekenmerkt; Doe Het Zelf!
Regie en samenstelling: Marcel Goedhart
Research en tekst: Lizzy van Winsen
Uitzending: zo 8 apr 2012, 21.15 uur, Nederland 2.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: