Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
31 januari 2009

No Future

No future
Bekijk Video
27 min

No Future!

‘Ik vind het fijn om hard te werken en om me voor een bepaald doel in te zetten. Maar als ik merk dat ik niet nodig ben, dat niemand om mij staat te springen, dan moet ik wel heel sterk in mijn schoenen staan, elke dag weer, elke minuut opnieuw, om het rond te maken. Dan denk ik zeer vaak aan zelfdoding’. Dat zei Ruth Bouman (17) in 1982 tijdens de uitzending Tijdverschijnselen van de VPRO. ‘Als Nederland zo blijft als het nu is, denk ik dat het hier héél leeg wordt’, voegde zij er nog aan toe. Op die manier schetste zij het sombere beeld van de maatschappij, dat bij veel jongeren in de jaren tachtig overheerste. Het was niet voor niets dat juist in die jaren Van Kooten en de Bie het begrip ‘doemdenken’ introduceerden.

Ruth Bouman
Ruth Bouman

Het programma Tijdverschijnselen zette dat gevoel van somberheid op unieke wijze neer in een felle discussie tussen de jongeren zelf. Zo’n 50 jongeren; waaronder punkers, alternatievelingen en rechtse ballen, discussieerden met elkaar over de jeugdwerkloosheid, de angst voor de bom en over de economische crisis waar zij als jongeren in terecht waren gekomen. Hoe was het om in die crisis jong te zijn, en hoe staan de jongeren van toen, in het leven van vandaag.

Andere Tijden 29-1-2009

Geen werk, geen doel, geen toekomst.

De economische crisis hing in de jaren tachtig als een donkere wolk boven Nederland. De kroning van Beatrix in 1980 had direct de toon gezet; heftige rellen braken uit en krakers scandeerden de leus ‘geen woning; geen kroning!’. De woningnood was meer dan nijpend. Bovendien bestond grote angst voor de bom. Op 21 november 1981 demonstreerden zeker 300.000 mensen op het Museumplein in Amsterdam tegen de plaatsing van kruisraketten in West-Europa en twee jaar later deden meer dan een half miljoen mensen dat nog eens over in Den Haag. De werkloosheid liep snel op, het aantal werklozen telde bijna meer dan een half miljoen. Alle reden voor de jeugd om somber te zijn: geen woonruimte, geen werk en ‘no future’.

De Staat bood nog wel talloze financiële regelingen waar schoolverlaters en werklozen gretig gebruik van maakten, maar dat zou niet lang meer duren. Het roer moest om. In deze sfeer groeide de jeugd op. Linkse jongeren engageerden zich met de socialistische revoluties in de Derde Wereld, terwijl conservatieve jongeren in bordeauxrode collegeschoenen dat spottend bekeken. Conservatief, links, krakers, punkers, idealisten; de jeugd was duidelijk niet eensgezind in zijn opvattingen.

Alle reden voor de VPRO om in het programma Tijdverschijnselen eens pittig te discussiëren met zo’n 50 jongeren over de volgende stelling: ‘Wat moet je tegenwoordig nog als je van school komt? Er is geen werk, geen doel en geen toekomst’.

Ad 's-Gravesande
Ad 's-Gravesande

De uitzending ‘No future’ in 1982

‘Eén van de redenen om aan die uitzending mee te doen, was dat ze ons lokten met gratis consumpties’, vertelt Thomas Termaat nu. Hij werd destijds benaderd via het Psychologisch Pedagogisch Instituut (PPI) in Amsterdam. Dat was een soort tussenschool, waar jongeren extra begeleiding kregen voor één of twee jaar, om daarna weer terug te kunnen naar het reguliere onderwijs. Meerdere jongeren in de bewuste uitzending, waaronder veel punkers, kwamen van dit PPI. De zussen Marente en Ruth Bouman werden voor het programma benaderd tijdens een concert van de Simple Minds. Cees Nijman, tegenwoordig fiscalist, zat als 17 jarige op het gymnasium in Roozendaal en herinnert zich dat hij de instructie kreeg om vooral in pak te komen, mét stropdas. Dan voldeed hij aan het imago van ‘rechtse bal’.

Presentator Ad ’s- Gravesande liet in de Gooi- en Eemlander van 8 december 1982 weten dat hij ‘de clichématige tegenstellingen tussen de gymnasiumleerlingen en de groep wat meer vrijgevochten jongeren doelbewust in zijn programma gebruikt als katalysator voor de discussie’.

En dat werkte. De jongeren buitelden letterlijk over elkaar heen en grepen, vaak met sigaret of fles bier in hun hand, gretig de microfoon als ze hun mening wilden geven. Het thema “zwart werken” zorgde voor een heftige discussie. De 17 jarige Cees vond dat mensen die een uitkering genoten en ondertussen zwart werkten, parasiteerden op de maatschappij. Joop Rietdijk (23) reageerde verontwaardigd en vroeg zich af hoe jongeren moesten rondkomen van een uikering van 717 gulden per maand, als ze daarbij niet eens zwart mochten werken. Cees vond dat je het er maar mee moest doen en moest zorgen snel een baan te vinden. Het idee dat een uitkering een recht is, vond Cees ‘mooipraterij’.

‘Een betaalde baan, ik hoor er nu echt bij’

In de jaren tachtig bestonden allerlei subsidieregelingen voor werkloze jongeren, zoals bijvoorbeeld de Wet Werkloosheids Voorziening (de WWV) en de Rijksgroepregeling Werkloze Werknemers (RWW). Iemand van 18 jaar die niet meer thuis woonde en werkloos was, ontving begin jaren tachtig een RWW uitkering van zo’n 746 gulden per maand. Dat was 172, 50 gulden per week. De overheid stimuleerde veel verschillende werkprojecten, als oplossing voor de jeugdwerkloosheid. De JeugdWerkGarantiebanen moesten jongeren tot 23 jaar gegarandeerd werk geven. Pas op hun 23ste kwamen jongeren in aanmerking voor een volwaardig loon. Ideeën om werkloze jongeren een soort arbeidsplicht op te leggen, zoals Andre van der Louw nog trachtte uit te voeren, deed jongeren in woede ontsteken. Massaal trokken zij naar zijn huis om als reactie op dit plan zijn tuin om te spitten.

Denise Hulst (21) kwam in het programma Tijdverschijnselen naar de microfoon en vertelde dat ze 2 jaar werkloos was. Na haar vakantie kon ze solliciteren. Dat deed ze, met succes. Denise: ‘Op het moment dat ik gevraagd werd te solliciteren, dacht ik: oh jee, een betaalde baan, ik hoor er nu ook echt bij ! Maar nu begin ik te merken wat dat werk voor consequenties heeft (…) ik weet niet of ik dat allemaal wel voor een betaalde baan over heb, dus als ik van die baan af kan komen, dan zal ik dat wel doe’.

De sociale regelingen, uitkeringen en voorzieningen waren begin jaren tachtig zo talrijk, dat mensen als Denise daar eventueel op terug konden vallen. Dat veranderde toen het eerste kabinet Lubbers 1982 aantrad. Zijn beleid zette het mes in dergelijke regelingen. Dit nieuwe kabinet van CDA en VVD presenteerde zich als een 'no nonsense kabinet'. Het beleid richtte zich op sanering van de overheidsfinanciën door bezuinigingen en afstoting van overheidstaken, en op herstel van werkgelegenheid. Er werd gekort op uitkeringen en onderwijs- en ambtenarensalarissen. Ook sectoren als volksgezondheid en welzijn moesten inleveren. Dit alles om de werkloosheid, die tot recordhoogte was opgelopen, terug te dringen.

Er ontstond groot maatschappelijk verzet tegen dit financieel-economische beleid. Jirina Tjepkema, ook één van de jongeren in de uitzending Tijdverschijnselen, denkt terug aan een ‘sappige, strijdbare tijd’. Jirina: ‘Dan was er weer één of andere schoolstaking en klommen we uit de ramen en liepen door de stad te schreeuwen: ‘Deetman, lik me reet man!’ Als ik daar nu aan denk word ik weer helemaal van: ‘ha, wat was dát lekker!’. Denise herinnert zich dat ze regelmatig ging ‘matten op het Malieveld’, als voor de zoveelste keer het loon van jongeren omlaag moest.

Thomas bij de microfoon
Thomas Termaat bij de microfoon

‘Je moet je aanpassen!’

Robert de Jong (17) concludeerde in de uitzending Tijdverschijnselen dat volgens hem de meeste jongeren gewoon niet wílden werken. ‘Als de toekomst op jullie gebouwd moet worden, dan zie ik de toekomst somber in’, riep hij. Dat lieten de punkers niet zomaar over zich heen gaan. De twee gymnasiasten Robert en Cees kregen de wind van voren. ‘Kijk, die twee mooie meneren met die mooie stropdassen, zij worden wel aangenomen in een bedrijf. En iemand die met een kale kop loopt, of die met zo’n mooi (punk) kapsel loopt, die wordt even niet aangenomen, omdat hij er onbetrouwbaar uitziet. Ik ben een jongen die bést wil werken”, riep een skinhead.

Marente liep naar de microfoon en riep tegen Thomas de punker: ‘als jij werk wilt hebben, dan moet je je aanpassen!’ Thomas reageerde furieus: ‘dat is toch gelul, dat je je aan moet passen als je werk wilt hebben, dan moet je je persé netjes kleden met een stropdas. Je mag tegenwoordig zelf niet eens meer uitmaken hoe je er uitziet!’. Cees reageerde daar weer op: ‘Als je nu bij een bedrijf gaat solliciteren zullen ze je heus niet weigeren omdat je een eigenaardig kapsel hebt, maar omdat jullie geen enkele opleiding hebben, omdat jullie geen zin hebben in leren en alleen maar lol willen maken!’. Enorm gejoel in de zaal. ‘Nazi-taal’, riep een punker.

Niet alleen de pubers waren pessimistisch gestemd, ook de studenten. Jeanet van Sijll (18) vertelde dat ze het gymnasium deed zonder te blijven zitten en dat ze begonnen was met een filosofiestudie. Het studeren werd niet bepaald aangemoedigd volgens haar. Jeanet: ‘In de inleidingsweek zeiden ze me recht in mijn gezicht dat je met deze studie in elk geval géén baan krijgt’.

Bang voor de bom

Het kabinet onder leiding van minister president Lubbers kreeg niet alleen te maken met veel maatschappelijk verzet vanwege het financieel economische beleid, maar ook door het besluit kruisraketten te plaatsen. Kernbewapening was een belangrijk thema, getuige de massademonstraties in de jaren tachtig.

De bom kwam uiteraard ook ter sprake in Tijdverschijnselen. Thomas zei dat hij vaak aan die bom dacht. Hilarisch was de opmerking van Jola van der Vliet (16): ‘Je kan wel aan die bom denken, maar die bom denk je toch niet weg. Ik ben er niet bang voor. Je kan er wel bang voor zijn, maar dood ga je toch als die valt. Wat valt er tegen te knokken, denk je dat door demonstraties die bom wegrent of zo? Er is zoveel gedemonstreerd, maar die bom staat er nog steeds en die blijft er staan ook’.
Jeanet reageerde woedend: ‘ik ben 18 jaar en ik moet mijn hele leven nog in Nederland door brengen en ik heb geen zin omdat in zo’n sfeer te doen van ‘God morgen kan de bom vallen!’.

Thomas herinnert zich wat voor een groot thema de bom in die was. Thomas: ‘Als ik terug kijk naar die uitzending, dan proef ik dat ook onmiddellijk weer, die dreiging die er altijd over je heen hing, dat had veel impact op jonge leeftijd. Ik ben opgegroeid in de Bijlmer, dat was een aanvliegroute van Schiphol. Ik herinner me dat als ik in bed lag, ik de vliegtuigen hoorde overkomen. Ik wist nooit zeker of het een vliegtuig was, of de kernbom, die het volgende moment mijn leven zou eindigen. De dreiging van de bom was ontzettend absoluut. Het idee dat mensen jóuw leven op elk moment dat zij dat wilden, konden beëindigen. Daar kon je behoorlijk depressief van worden. Als ik daaraan terugdenk voel ik weer die angst voor de bom en de onmacht dat je daar niets aan kon doen’. Jirina beaamt dat de angst voor de bom als “een deken over haar jeugd hing’. Maar de demonstraties die er toen waren, die waren geweldig. Daar heb ik echt de mooiste herinneringen aan’.

Jirina
Jirini Tjepkema

De zoons van premier Lubbers ‘verbijsterd’

‘Kinderen premier verbijsterd over zoveel negativisme tijdens tv-discussie over toekomst’ kopte de Telegraaf op 11 december 1982, de dag na de uitzending van Tijdverschijnselen. Een journalist van de Telegraaf interviewde de jongeren Bart (17) en Paul (19) Lubbers, met hun moeder, en vroeg naar hun reactie op het programma.

‘Een misselijke vertoning’ zei Paul in dat interview. ‘Er blijft een verkeerd beeld hangen van wat werd gepresenteerd als de jeugd van tegenwoordig’.

Bart: ‘Ik kreeg gewoon de kriebels van die negatieve houding’. Paul vult hem aan: ‘Het is natuurlijk vervelend als je van een uitkering moet leven, maar je hoeft dan toch niet te gaan duimendraaien. Probeer er wat van te maken! Ik zou zeggen: stel je een beetje positiever op’. Bart vond het ieders goed recht om de maatschappij af te keuren, maar hij irriteerde zich dat niemand zei hoe het dan wél zou moeten. ‘Het was alleen maar pessimisme en negativisme van punkers, die vertelden dat ze nergens aan de slag kwamen vanwege hun opvallende uiterlijk. Het kon ze gewoon niet schelen hóe ze gingen solliciteren, het was totale ongeïnteresseerdheid. Er was er één die vertelde dat hij als punk was gaan solliciteren bij een winkel. Maar iedereen zal toch wel begrijpen dat een winkelier niet wil dat zijn klanten worden ontvangen door een vogelverschrikker in vodden’.

Paul: ‘De uitkering wordt door veel jongelui verkeerd begrepen. Het is een tegemoetkoming om niet van de honger om te komen. Zó is het volgens mij bedoeld. Maar ze praten over récht. Récht op een uitkering, récht op werk, récht op een eigen huis. Maar op grond waarvan? Voor die zogenaamde rechten mag je best wat doen, zet je positief in voor een betere wereld, denk mee! Als je iets wilt moet je er wat voor doen!’ Mevrouw Lubbers: ‘Ik had ontzettend de kriebels na die tv-uitzending. Ik dacht: zouden ze zich dan geen ogenblik afvragen waar al die uitkeringen van betaald worden? Het afgrijzen waarmee ze over de maatschappij spraken (…) de wereld heeft nog zoveel moois te bieden, ze zitten bij de pakken neer, volkomen apathisch van de verveling. Geen idealisme, totaal gebrek aan avontuurzin, doemdenken overheerst, bah!” Mijn moeder zei vroeger altijd: desnoods ga je de knopen tellen van het tapijt, maar dóe in hemelsnaam iéts!’

‘Ik zou voor geen goud willen ruilen’

Eind jaren tachtig raakte de economie geleidelijk uit het slop en kwam begin jaren negentig in een stroomversnelling. De arbeidsmobiliteit nam enorm toe. Werknemers gingen anders kijken naar betaalde arbeid. Zij waren voortaan niet meer met hun hele ziel en zaligheid afhankelijk van die ene werkgever. De mensen waren beter in staat om hun eigen geluk te realiseren.

Thomas wilde als 14 jarige niet afhankelijk zijn van een systeem, of van andere mensen, hij wilde vooral zelfstandig zijn: ‘Ik had heel veel energie en ambities en ik had het idee dat ik daar iets mee kon’ zegt Thomas nu. Hij begon na zijn krakersbestaan een eigen bedrijfje in grafittykunst en haalde grote opdrachten binnen, o.a. van de KLM. Hij richtte een eigen onderneming op, de Boomerang Free Cards. Dat waren de ansichtkaarten die klanten in cafés gratis uit een rekje konden meenemen. Thomas: ‘Ik wilde toen al rijk worden. Ik had niet de ambitie om in hele dure auto’s te gaan rijden, maar ik wilde wel financieel onafhankelijk zijn en op eigen benen kunnen staan’. Tegenwoordig heeft hij een eigen online reclamebureau. Thomas: ‘Als iemand toen tegen mij had gezegd dat ik iets met reclame zou gaan doen, had ik daar hard om gelachen. Als punker was reclame natuurlijk not done, daar had je niks aan en daar kon je niks mee, dat was het kapitaal, dat was fout’.

Denise vond in 1982 een betaalde baan ‘veel te dwingend’ en een ‘te gedisciplineerde toestand’. Zij is voor zichzelf begonnen en leert mensen hoe ze met stress en werkdruk, dé symptomen van de huidige tijd, moeten omgaan.

Ruth Bouman voorspelde in 1982 nog dat Nederland wel heel leeg zou gaan worden als de somberte zou voortduren en gaf aan dat zij zelf regelmatig overwoog om uit het leven te stappen. Zij is nu psychotherapeut en helpt mensen die ‘in crisis’ zitten. Ruth: ‘Maatschappelijk gezien is het nu beter dan vroeger. Maar voor jongeren is het leven nu hartstikke zwaar. Het leven is nóg sneller geworden, ze moeten nog meer en beter presteren. Als ik zie wat jongeren nú moeten behapstukken, ik zou voor geen goud willen ruilen…..’

Tekst en research: Mirjam Gulmans
Samenstelling en regie: Paul Ruigrok

Geïnterviewden Bronnen
  • Jirina Tjepkema nu
    Jirina Tjepkema
  • Thomas Termaat nu
    Thomas Termaat
  • Ruth Bouman nu
    Ruth Bouman
  • Jeanet van Sijll
    Jeanet van Sijll
  • Tijdverschijnselen

    VPRO, Tijdverschijnselen, No Future, 08-12-1982.

  • De jaren Tachtig van schoolbank.nl

    Suzanne Verzuu en Guy Spriggs, De jaren Tachtig van schoolbank.nl, Amsterdam, Forum 2006.

  • Zet je positief in voor een betere toekomst en denk mee!

    De Telegraaf, 11 december 1982, ‘Zet je positief in voor een betere toekomst en denk mee!’ Interview van Jos van Noord met familie Lubbers.

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie:

Meer Andere Tijden