De Ramp
In dichte mist botsen op zondag 27 maart 1977 twee grote Boeings op elkaar op de startbaan van het vliegveld Tenerife. Een toestel van het Amerikaanse PanAm rijdt nog op de startbaan als een KLM Boeing op wil stijgen. Het Nederlandse toestel boort met de motoren en het landingsgestel in het dak van het taxiënde Amerikaanse vliegtuig en stort even verderop neer. Alle inzittenden van het Nederlandse toestel komen om in de vlammen. Van het PanAm toestel overleven 61 passagiers de ramp. Maar met 583 slachtoffers is ‘Tenerife’ de grootste ramp in de luchtvaartgeschiedenis.
Crisisteam KLM
Op de bovenste etage van het KLM-hoofdkantoor in Amstelveen wordt een crisiskamer ingericht. Het KLM-personeel dat meteen na de ramp gevraagd wordt in het crisisteam plaats te nemen kan daar rustig bellen. De medewerkers hebben contact met station managers op Tenerife, met de Rijksluchtvaartdienst, verzekeraars en PanAm. Er is ook een noodnummer waar ongeruste nabestaanden naar kunnen bellen. Samen met het betrokken reisbureau Holland International probeert het KLM-team zo snel mogelijk tot een correcte passagierslijst te komen. Dat er geen overlevenden zijn is tegen acht uur 's avonds al duidelijk. De meeste nabestaanden worden diezelfde avond nog gebeld.
Een klein team van kwartiermakers van de Rijksluchtvaartdienst, de Rijkspolitie en de KLM vertrekt dezelfde avond nog naar de Canarische eilanden. Op het vliegveld van Tenerife kunnen ze niet landen vanwege de enorme ravage op de startbaan. Vanaf Las Palmas vliegen ze per helicopter naar de rampplek. De secretaris van de Nederlandse ambassade in Madrid arriveert dezelfde avond ook op Tenerife.
De Rampenstaf
Geert Toren is technisch rechercheur van de Rijkspolitie en wordt ’s nachts gebeld om zich te melden op Schiphol. Toren heeft enkele maanden eerder gebrainstormd over de vorming van een speciaal team dat ingezet zou moeten worden bij grote rampen met veel slachtoffers. Hij is al vaak betrokken geweest bij de identificatie van meerdere slachtoffers en maakt deel uit van De Rampenstaf. Tot dan toe een administratieve organisatie. Nu wordt het team voor het eerst operationeel.
In de ochtend melden de rechercheurs van de Rampenstaf zich op Schiphol, maar het is dan nog niet duidelijk of de Spaanse autoriteiten toestemming zullen geven aan de groep buitenlanders om onderzoek te doen. Het team besluit toch te vertrekken, terwijl de onderhandelingen nog bezig zijn.
Familiebezoek
Bij de KLM is om tien uur 's ochtends een briefing. Marketing medewerker Richard Lannoye is daar ook bij aanwezig. Hij staat op een lijst met KLM medewerkers die beschikbaar zijn in geval van incidenten of ongelukken. Hij krijgt de opdracht zich te ontfermen over twee families die getroffen zijn door het ongeluk. Dat betekent dat hij voor de nabestaanden het vaste aanspreekpunt wordt. Lannoye vertrekt meteen naar Friesland om de nabestaanden van een gezin in Sneek, een echtpaar met drie kinderen, te ondersteunen. Lannoye heeft ook de opdracht zoveel mogelijk gegevens te verzamelen van de slachtoffers die belangrijk kunnen zijn voor de de latere identificatie. Hij zal vragen naar tandartsgegevens, informatie van de huisarts en welke kleding en juwelen de omgekomen familieleden droegen. “In de woonkamer zaten zo’n 40 aangeslagen familieleden. Ze konden niet geloven dat het hele gezin was omgekomen.”
Identificatie
Op Tenerife zijn de honderden slachtoffers in een grote hangar gebracht. De lichamen liggen in lange rijen op een stuk landbouwplastic; de passagiers van de KLM liggen gescheiden van de PanAm slachtoffers. De leden van De Rampenstaf overzien de zware taak die ze te wachten staat. Toren: “We hoorden dat in Spanje de gewoonte is om doden binnen 48 uur te balsemen. Inmiddels was al bijna 24 uur verstreken, dus we moesten heel snel werken.”
In de hangar staan vier behandeltafels klaar waar één voor één de lichamen op worden gelegd. Leden van de Rampenstaf moeten in korte tijd een ruwe beschrijving maken voor in het zogenaamde Post Mortem dossier. Dit wordt in later stadium vergeleken met de identificatiegegevens van de slachtoffers vóór het ongeluk, het Ante Mortem dossier. De rechercheurs richten zich op gebitsgegevens en eventuele juwelen. Met DNA wordt in 1977 nog niet gewerkt.
Op woensdagmiddag zijn alle lichamen ruwweg geïdentificeerd en worden ze gebalsemd en klaargemaakt voor transport naar Nederland. Op Schiphol Oost is een ruime hangar vrijgemaakt voor verdere identificatiewerkzaamheden. Uiteindelijk weten de onderzoekers ongeveer 80 procent van de lichamen te identificeren, gezien de omstandigheden nog een vrij hoog percentage.
Herdenken en Begraven
Woensdagmiddag 6 april, anderhalve week na de ramp, wordt in een hangar op Schiphol een herdenkingsdienst gehouden voor de slachtoffers van Tenerife. Daar staan 232 kisten opgesteld, versierd met bloemstukken. Opvallende afwezige bij de dienst is koningin Juliana. Zij laat namens het Koninklijk Huis de grootmeester komen. Leden van het kabinet hebben zich de afgelopen dagen ook bewust afzijdig gehouden, ze zijn bang de ramp teveel politiek te beïnvloeden. Bij de herdenking is wel een aantal ministers aanwezig.
Op 7 april worden op begraafplaats Westgaarde in Amsterdam 170 van de 248 slachtoffers begraven in de door KLM gehuurde graven. Er zijn heel veel bloemen en veel verdrietige mensen.
Research: Maarten Blokzijl, Hannah Dogger
Regie: Paul Ruigrok
Uitzending: do 4 sept 2014, 21.25 uur, NPO 2.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: