Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
21 september 2016

Jan Zwartendijk

1
Bekijk Video
13 min

Terug in Nederland

Jan Zwartendijk overleed in 1976. Trots op zijn daden is hij nooit geweest. Zijn zoon Rob zegt daarover: “Hij was een trotse en bescheiden man. Hij wilde geen bedankje en geen aandacht. En hij zei altijd dat iedereen in zijn plaats hetzelfde zou hebben gedaan. Wat natuurlijk niet zo is”.

Want hoe is Zwartendijk zelf uiteindelijk Litouwen uitgekomen? Zoon Rob: “Het duurde tot half september 1940 voor wij als gezin zelf eindelijk ook een uitreisvisum kregen en naar inmiddels bezet Nederland konden. We gingen wonen in Eindhoven, pal naast een van de hoofdkantoren van de nazi’s. Mijn vader stond doodsangsten uit dat ze zouden uitvinden dat hij Joden had helpen ontsnappen. Hij was bang dat hij geëxecuteerd zou worden en wij als familie waarschijnlijk ook. Daarom heeft hij er nooit over willen vertellen.”  

Maar ook na de oorlog bleef Zwartendijk zwijgen over zijn moedige daden. Tot in januari 1963 een stuk verscheen over Zwartendijk in een Joodse krant in Los Angeles, de B’nai B’rith Messenger, een Joodse krant die in Los Angeles verscheen. De titel van het stuk was “Angel of Curaçao”. Dat werd opgepikt door de Leeuwarder Courant die Zwartendijk vervolgens opspoorde en interviewde. Dat artikel verscheen op 27 december 1963. Daarop kreeg Zwartendijk bezoek van een ambtenaar van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, want ook daar wist men niets van de reddingsactie van Zwartendijk. Er was geen archiefstuk over te vinden. Dat bleek te kloppen, want voor zijn vertrek had Zwartendijk alles wat aan de illegaal uitgeschreven visa herinnerde, persoonlijk verbrand. Het was illegaal en mocht in geen geval in Duitse handen komen.  

Eigenlijk was Jan Zwartendijk na de oorlog in maar één ding geïnteresseerd: hoeveel mensen die met een “Curaçao-visum” waren vertrokken, hadden daadwerkelijk de oorlog overleefd? En waar waren ze terecht gekomen? Zoon Rob: “Mijn broer wilde het gaan uitzoeken, maar mijn vader zei: doe dat nou maar niet. Het wrange was dat de dag na de begrafenis van mijn vader in september 1976 een brief arriveerde. Daarin zond een Joodse organisatie die onderzoek had gedaan, dat van de 2345 visa er 2200 mensen in Japan waren aangekomen”. Waar de mensen daarna naartoe gingen, is veelal onbekend. Niemand is in elk geval op Curaçao aangekomen.

Visa van Paulina Honigberg-Fiszhaut, de moeder van Mark Fishaut
© privé-archief
21 september 2016

Nederlandse consul Zwartendijk redde Joden tijdens WO2

1
Bekijk Video
1 min

De ontsnappingroute naar Japan

Want wat is er nou feitelijk gebeurd met de 2345 Joden die met een Curaçao-visum van het duo Zwartendijk/Sugihara aan de lange reis dwars door de Sovjet-Unie naar Japan konden beginnen?  Er zijn Jood visumhouders die in Japan zijn gebleven, vooral in de stad Kobe. Dankzij voormalig Volkskrant-correspondent Jan van der Putten weten we dat enkelen van deze groep vanuit Japan naar de Joodse wijk van de Chinese stad Shanghai zijn doorgereisd. Die stad had, destijds als enige ter wereld, geen visumverplichting. Dat kwam door een ruzie in het plaatselijke bestuur waardoor er een tijd lang geen enkele visumplicht bestond.  Deze vluchtelingen, zo beschrijft Van der Putten in zijn boek ‘Standplaats Peking’, kregen steun van lokale Joden en van een Joods-Amerikaanse organisatie voor vluchtelingenhulp. Het gebouw van die organisatie bestaat nog steeds.

Ook zijn er Joodse visum-houders vanuit Japan per veerboot naar de Verenigde Staten vertrokken. Enkelen gingen zelfs naar Indonesië. Na de oorlog is een groot deel van de Joden die in Japan waren gebleven naar Israël gegaan. Opvallend is verder dat er ook veel uiteindelijk in Canada terecht zijn gekomen.

De vluchtelingen van 1940 zijn inmiddels vrijwel allemaal overleden. Maar zelfs hun kinderen zijn niet makkelijk te traceren. Na veel gezoek kom ik in contact met een nabestaande van ontsnapten met zo´n Curacao-visum van Zwartendijk. Het gaat om Mark Fishaut, kinderarts in de Verenigde Staten. Hij werd in 1948 in het Canadese Vancouver geboren. Fishaut is de enige zoon van een echtpaar dat Litouwen kon ontvluchten met een Zwartendijk-Sugihara visum.  Zijn beide ouders waren Poolse Joden die eind 1939 Polen ontvluchtten. Ze gingen eerst naar Vilnius, de huidige hoofdstad van Litouwen. Daar hoorden zij geruchten over de visa van Sugihara en Zwartendijk, waarop ze besloten direct naar Kaunas, de toenmalige hoofdstad, te gaan.  Ze sloten zich aan in de lange rij voor het consulaat van Nederland en daarna dat van Japan, en kregen de visa in hun paspoort. Zo vertrokken ze met de Transsiberië Expres. Vanuit het eindstation Vladivostok staken we per veerboot over naar Japan en reisden over land door naar Kobe.

De Poolse diplomaat in Japan, Tadeusz Romer
© CC

Poolse hulp

”Daar zaten de meesten toen vast,” vertelt Mark Fishaut. Het was heel moeilijk een geldig visum te krijgen voor een westers land. Ze sjokten van ambassade naar consulaat maar zonder resultaat. Totdat ze aanklopten bij de Poolse ambassade, waar een man met een geweten werkte, ambassadeur Tadeusz Romer. Deze had goede contacten met Canada en kon zo een visum voor Canada regelen. Mijn ouders kregen een speciaal oorlogsvluchtelingenvisum, en pakten de boot. In mei 1941 kwamen ze aan in Vancouver en begon hun nieuwe leven in vrijheid.”

De ouders van Mark Fishaut in 1941 op het Japanse schip de MS Asama Maru, op weg naar Canada (Van links naar rechts: Bronislaw en Zelik Honigberg en Salomon Fiszhaut. Staand Maryla Honigberg en Paulina (Honigberg) Fiszhaut.
© © Mark Fishaut / ushmm.org

Eerbetoon

Mark Fishaut hoort zijn leven lang van zijn ouders over hun ontsnapping uit Polen en Litouwen. En ze vertellen hem dat die vlucht alleen mogelijk was dankzij de valse visa. De naam van de Japanse consul Sugihara valt dan steeds, maar die van Zwartendijk hoort Fishaut pas voor het eerst in 1999.

“Het US Holocaust Memorial Museum in Washington DC organiseerde een tentoonstelling rond Sugihara en Zwartendijk. Het museum vroeg mij om foto’s van mijn ouders en van de visa. Zo zag ik pas goed de twee namen van de consuls: niet alleen van de Japanner Sugihara, ook van de Nederlander Jan Zwartendijk. Ik weet niet  waarom Zwartendijk zo lang buiten beeld is gebleven. Hij was te bescheiden misschien. En Sugihara’s verhaal is bekend door het Sugihara-museum in Kaunas. Bovendien promoot de Japanse overheid actief het heldenverhaal van hem, misschien uit schaamte over de latere collaboratie van Japan met nazi-Duitsland. Er is zelfs een film over Sugihara gemaakt vorig jaar. Toch verdient Jan Zwartendijk veel eer. Mijn ouders zouden vermoord zijn als hij niet zo moedig was geweest. En ik zou er niet geweest zijn. Uiteindelijk leert dit verhaal ons dat alles afhangt van het gedrag van individuen en hun morele keuzes”.

In 1999 eert het “US Holocaust Memorial Museum” Zwartendijk dus, maar de Joodse educatieve organisatie “Boys Town Jerusalem” noemt al in 1996 een onderscheiding naar hem: de “Jan Zwartendijk Award for Humanitarian Ethics and Values”. En in 1997 krijgt Zwartendijk in Israël postuum van het  Holocaust-herdenkingsinstituut Yad Vashem de eretitel ‘Rechtvaardigen onder de Volkeren’.

21 september 2016

Gedenkteken voor Jodenredder Jan Zwartendijk

1
Bekijk Video
2 min
Plaquette in Rotterdam, in 1997 aangebracht als eerbetoon aan Jan Zwartendijk
© NTR/VPRO

Nederland

In Nederland wordt Jan Zwartendijk nauwelijks herdacht. Maar er is één uitzondering. In de geboortestad van Zwartendijk, Rotterdam,  onthult toenmalig burgemeester Bram Peper op 4 november 1997 een monument voor Zwartendijk.  Veertien bomen, zilverlinden, werden hier geplant door Peper en de twee zoons van Zwartendijk. Naast de bomen ligt een gedenkplaquette die hierboven is afgebeeld.

Met Bram Peper spreek ik af op deze plek, op de Kop van Zuid. Op een winderige middag vertelt Peper:  “Zwartendijks actie was een daad van superieur verzet. Daarvan zijn weinig voorbeelden in de geschiedenis. Zijn daden zijn vergelijkbaar met wat de Zweedse diplomaat Raoul Wallenberg deed in Hongarije. Maar Wallenberg’s verhaal is veel bekender. Dus toen ik in 1997 van Zwartendijk hoorde, heb ik met veel overtuiging voor dit monument gepleit. Ik ben in februari 1940 geboren, en weet me nog opvallend veel van de oorlog te herinneren. We woonden toen in Haarlem. Mijn vader was verzetsman en zat in dezelfde groep als Hannie Schaft. Die groep heeft nog bij ons thuis vergaderd, aldus mijn moeder. Daarom ben ik altijd erg begaan met het verschrikkelijke lot van de Joden. Daarom wilde ik graag dat deze gedenkplek voor Jan Zwartendijk er kwam. Na zijn postume onderscheidingen in Israël en de VS is hij eigenlijk internationaal bekender dan in Nederland. Daar moet nog steeds het nodige aan gebeuren”.

Frank van Gelderen van de stichting “Loods 24” vertelt waarom voor deze plek werd gekozen: “We staan bij het muurtje van Loods 24, die verder is afgebroken. Hier werden de Rotterdamse Joden verzameld in de oorlog, voor ze werden afgevoerd naar Westerbork. Dus deze plek is voor Rotterdam wat de Hollandsche Schouwburg is voor Amsterdam. Alleen was dit niet midden in de stad, maar een afgelegen plek aan het water. Sinds 2013 is hier een Kindermonument, in de vorm van een halve cirkel, waarop de namen staan van 686 Joodse kinderen die hier zijn afgevoerd. Dat Zwartendijk hier wordt herdacht, vind ik zeer terecht”.  

Zoon Rob Zwartendijk vertelt dat hij door Joodse organisaties in Amerika werd uitgenodigd  eind jaren 90, om bij diverse gelegenheden te vertellen over zijn vader. Het ging om inzamelingsacties voor goede doelen in Israël. Bij deze bijeenkomsten, vaak met diners, waren ook vaak overlevenden van Litouwen aanwezig. “Dan kwamen er oude mensen naar me toe die uit hun binnenzak hun paspoort haalden. En dan zag ik zo’n visum en herkende het handschrift van mijn vader. Dat was erg bijzonder. Toen ze er bij zeiden dat dit hun leven had gered, was het zelfs emotioneel”.

Jan Zwartendijk werkte na de oorlog weer voor zijn oude baas Philips. De laatste tien jaar tot zijn pensionering werkte hij voor een Philips-vestiging in Griekenland. In september 1976 overleed Zwartendijk op 80-jarige leeftijd in Eindhoven. Hoeveel Joden hij heeft gered, heeft hij nooit geweten.

Frank van Gelderen en Bram Peper tussen de zilverlinden die in 1997 ter ere van Jan Zwartendijk in Rotterdam langs de Maas zijn gepland
© NTR/VPRO

Nawoord. Dit verhaal draagt als titel "De engel van Litouwen." Daarmee wordt bewust afgeweken van de bijnaam "De engel van Curaçao" die Zwartendijk in 1963 kreeg toen in de Joods-Amerikaanse krant "B’nai B’rith Messenger" voor het eerst over zijn rol bij het redden van Joden geschreven werd. Ook in Nederlandse publicaties is die bijnaam later overgenomen. Wij menen echter dat destijds de naam "De engel van Caraçao" op een misverstand moet hebben berust. Zwartendijk deed zijn risicovolle werk in Kaunas, destijds de hoofdstad van Litouwen. Dáár was hij voor meer dan 2000 Joden een reddende engel. Dat het visum verstrekt werd voor een doorreis naar de toenmalige Nederlandse overzeese gebiedsdelen in de West, waaronder Curaçao maar ook Suriname, was slechts bijzaak.

Angel of Mercy: Jan Zwartendijk

Bekijk Video
1 min min
Credits
  • Guido Spring

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: