September 1944. Ruim vier maanden na D-Day wordt het Duitse leger overal in West-Europa door oprukkende geallieerde legers teruggedrongen en ligt het front op een paar kilometer van de Nederlandse grens. De Engelse veldmaarschalk Montgomery wil de Duitsers de genadeklap toedienen met een gewaagd plan: operatie Market Garden. In een gecombineerde aanval door de lucht (Market) en over land (Garden) moeten Engelse en Amerikaanse legers over Nederlandse bodem doorstoten naar het Ruhrgebied en mogelijk zelfs naar Berlijn.
Het Market-deel houdt in dat tienduizenden parachutisten diep in vijandelijk gebied gedropt zullen worden. Alle bruggen over rivieren, stromen en beken van Eindhoven tot Arnhem moeten ze in handen krijgen en houden totdat de versterkingen over land, het Garden-deel, ze aflossen.
De Rijnbrug bij Arnhem komt alleen nooit in geallieerde handen waardoor de opmars tot stilstand komt. Bij de gevechten die negen dagen duren komen meer soldaten om het leven dan bij de invasie in Normandië. Montgomery’s plan bleek te gewaagd, of zoals een van zijn officieren het zei: “Het was een brug te ver.” De Slag bij Arnhem in september 1944 is voor de geallieerden een gevoelige mislukking, voor de Duitsers hun laatste grote militaire overwinning.