Opvangcentrum Marienfelde
Mijn tweede fietstocht langs de Mauerweg start in Marienfelde ten zuiden van Berlijn. Op de weg van het S-Bahnhof tot de voormalige grens bevindt zich het voormalige noodopvangcentrum voor vluchtelingen uit de DDR, nu een herinneringscentrum en museum. Al vanaf de opdeling van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog kwam er een grote stroom vluchtelingen op gang van Oost naar West. Om deze toestroom in goede banen te leiden werd in 1953 onder andere het opvangcentrum Marienfelde geopend. Mensen werden hier geholpen om hun leven in West-Duitsland voort te zetten. Tot 1990 verlieten rond de vier miljoen mensen de DDR, waarvan er bijna anderhalf miljoen via het opvangcentrum in Marienfelde.
De propaganda in de DDR over ellende in opvangcentra als Marienfelde en werkloosheid in het Westen, moest de mensen ervan weerhouden te vluchten, maar had geen effect. Uit wanhoop besloten de Sovjets en Oost-Duitse regering de grenzen dicht te gooien in augustus 1961. Tussen 1961 en 1989 werd het beduidend rustiger bij het opvangcentrum, maar nog steeds arriveerden mondjesmaat mensen die ondanks de gesloten grenzen succesvol wisten te vluchten.
Op een foto uit 1963 poseren de opgeluchte families Wagner en Weidner naast hun vluchtvoertuig bij opvangcentrum Marienfelde na een spectaculaire vlucht. Met een grote autobus, bedekt met staalplaten en voorzien van een sneeuwschuiver en loeiende sirene, stoven ze op kerstavond 1962 op de slagbomen van de grensovergang Babelsberg af. De 22-jarige Jürgen Wagner zat achter het stuur en wist door de drie slagbomen heen te breken. De jongen links op de foto, de 10-jarige Wolfgang Weidner, kijkt trots uit zijn ogen. Hoe zal hij zich de dag van zijn vlucht herinneren? Had hij enig idee waarom zijn ouders deze rigoureuze beslissing hadden genomen? En waar in West-Duitsland zal hij zijn leven in vrijheid hebben voortgezet?
Na een bezoek aan de voormalige noodopvang vervolg ik mijn weg richting de voormalige Muurgrens ten zuiden van Marienfelde. De Muur liep hier door de landerijen net buiten het woongebied. Waar je iets meer dan twintig jaar geleden nog tegen een grote betonnen wand opkeek, reikt het uitzicht nu tot ver over de glooiende velden. Ik volg het fietspad langs de Mauerweg door het groene gebied. Op een klein kruispunt maakte de Muur een scherpe bocht naar rechts richting Lichterfelde. Een lange rij Japanse kersenbloesem bomen versieren de berm aan de rechterkant, geschonken door Japan aan Duitsland in 1995 met de boodschap; ‘uit vreugde over de hereniging van Duitsland’. Jammer genoeg staan de bomen niet in bloei, maar één keer in het jaar moet dat hier een prachtig beeld opleveren. Aan de linkerkant van het fietspad, waar ooit de brede grensstrook liep, zijn nu moderne villa’s gebouwd voor de welgestelde Duitsers.
"Ik heb zoveel gehuild die dag"
Na een heel aantal kilometers door de natuur kom ik in de Neuruppinerstrasse tussen de stadsdelen Zehlendorf en Kleinmachnow. De Muur liep hier vlak achter de huizen langs. De Neurippenerstrasse is een hele lange maar ook uitgestorven straat, waardoor ik enkele malen heen en weer moet fietsen voordat ik de 79-jarige Gerlinde over de stoep aan zie komen wandelen. Terwijl ze in eerste instantie vooral praktisch uitlegt hoe de Muur hier achter de huizen langs liep, blijkt na enig doorvragen dat ze al in 1951 vluchtte van Oost naar West-Berlijn, dus tien jaar voor de bouw van de Muur. “Op een dag nam ik de S-Bahn naar West-Berlijn zoals ik altijd deed, maar had besloten hem dit keer niet terug te nemen.” De reden hiervoor was haar relatie met een jongen in West-Berlijn, zegt ze. Het was een ingrijpende beslissing, want ze kon niet meer terug naar haar ouders in het Oosten ook al was de Muur er nog niet. “Ik durfde niet meer terug naar de Sovjet-sector, het risico was te groot dat ze me zouden oppakken voor verraad.” Haar ouders kwamen haar wel bezoeken in het Westen. Zo zou haar moeder op 13 augustus 1961 een bezoek brengen aan haar dochter. De datum staat in Gerlinde’s geheugen gegrift: “Mijn moeder zou me die dag komen helpen om mijn nieuwe kamer in te richten. ’s Morgens hoorde ik van mijn hospita dat alles plotseling dicht zat. Mijn moeder kon niet meer komen en we konden elkaar ook niet telefonisch bereiken, want het netwerk was overbelast. Ik heb zoveel gehuild die dag.”
Net als in eerdere gesprekken langs de Mauerweg merk ik dat de rigoureuze gebeurtenissen in de nacht van 12 op 13 augustus ook voor Gerlinde een grote verrassing waren. De bevolking van Berlijn heeft het totaal niet zien aankomen, zegt ze. Het duurde ruim tien jaar voordat haar ouders haar weer eens kwamen bezoeken. Een nieuwe regeling in 1972 maakte mogelijk dat Oost-Berlijners op bezoek mochten in het Westen. Pas later in de jaren zeventig durfde Gerlinde het er voor het eerst op te wagen, terug naar het Oosten. Ze windt zich nog steeds op over het beleid aan de grenzen. “We moesten altijd alles uitpakken, tot mijn make-uptasje aan toe. Soms moesten we uren wachten en hadden we geen idee waarom. Het was zo willekeurig wie moest wachten en wie ze doorlieten”, zegt Gerlinde nog altijd geërgerd.
Ze vertelt dat de huizen in de Neurippenerstrasse op hetzelfde moment werden gebouwd als de bouw van de Muur startte. Toen ze hier in het begin van de jaren zestig kwam wonen, stond de Muur er al. “Het was eigenlijk meteen normaal voor ons dat de Muur langs de achtertuinen liep. Eerlijk gezegd was het zelfs veiliger met de Muur omdat er bewaking was en daardoor niemand met slechte bedoelingen via de achtertuinen bij de huizen kwam”, aldus Gerlinde. Ze denkt nog maar weinig aan de tijd met de Muur en concludeert: “Een mens vergeet veel, maar nu ik er weer over begin, komt alles wel weer naar boven. Toch kan ik me bijna niet meer voorstellen dat het zo was.”
Deze laatste zin van Gerlinde spookt sindsdien door mijn hoofd. Ik fiets langs de voormalige Mauerweg om me vijftig jaar na de bouw van de Muur voor te stellen hoe de situatie moet zijn geweest. Ik verwonder me over het feit dat er in de tweede helft van de twintigste eeuw zo’n concrete scheiding mogelijk was, die 28 jaar lang wijken en straten opdeelde en mensen van elkaar scheidde. Een situatie die in het Europa van vandaag vrijwel ondenkbaar is. Maar als iemand als Gerlinde, die leefde met de Muur langs haar achtertuin en jaren gescheiden werd van haar ouders door diezelfde Muur, zich nu moeilijk voor kan stellen dat het zo was… In hoeverre kan ik me dan een voorstelling maken?
Om de hoek van de Neurippenerstrasse word ik hier meteen weer mee geconfronteerd. Een oude foto van de Benschallee laat een wachttoren en de lange hoge Muur zien. Heen en weer fietsend kan ik de plek van deze wachttoren en lange grensstrook maar niet ontdekken. Een vriendelijk ouder echtpaar redt me uit mijn verwarring en weet me precies aan te wijzen waar het was. Een modern busstation met parkeerplaats en dicht begroeide bosjes zijn er ondertussen voor in de plaats gekomen.
Enclave Steinstücken
Alleen een grote gedenksteen voor degenen die in de omgeving van Kleinmachnow het leven lieten aan de Muur herinnert nu hoe anders de situatie hier ooit was. Opvallend detail is dat de genoemde personen allemaal jonge twintigers waren.
De weg gaat verder het bos in, waar de Muur het groen doorkruiste. Even houdt het bos op en steek ik een grote snelweg over. Waar nu het verkeer onder de brug door raast, bevond zich grensovergang Dreilinden/Drewitz. Mijn routekaart geeft aan dat ik een omweg kan maken langs het kanaal, maar ik besluit trouw te blijven aan waar de Muur precies liep. De alternatieve route die het boekje aangaf, bleek alleen niet voor niets. Na een paar kilometer over een vervallen fietspad en zwoegend over een paar mulle zandpaden, ben ik opgelucht als ik een brug oversteek en het dorp Babelsberg aan de Griebnitzsee inrijd. De eindbestemming van mijn tweede tocht: een plek met een heel bijzonder verhaal.
Hier ligt de voormalige enclave Steinstücken, een buurt met ongeveer tweehonderd inwoners dat geografisch gezien in de regio Potsdam ligt, het voormalige Oosten, maar bij de Wannsee regio van Berlijn hoorde, het voormalige Westen. Na de Tweede Wereldoorlog en de opdeling van Berlijn in vier sectoren probeerden de Sovjets Steinstücken in te nemen in 1951, maar de Amerikanen wisten dit te voorkomen. Na deze mislukte poging werd de inwoners van Steinstücken de toegang ontzegd tot het aangrenzende maar tot de Sovjetsector behorende dorp Babelsberg. Voor de dagelijkse bezigheden als school, werk of boodschappen doen, moesten ze nu via een verbindingsweg van de DDR met twee grensposten naar stadsdeel Zehlendorf in West-Berlijn. Al tien jaar voor de bouw van de Muur werd Steinstücken een eiland in Oost-Berlijn omringd door hekken en prikkeldraad.
De voormalige verbindingsweg leidt me van Babelsberg in de richting van Steinstücken. Op een foto van de verbindingsweg, gemaakt op 30 augustus 1972, loopt een grote groep mensen over de weg in de richting van Steinstücken.
Door een uitwisseling van grond tussen de Westerse machten en de Sovjet Unie behoorde de weg vanaf die dag niet meer tot de DDR en konden de inwoners van Steinstücken weer zonder controles naar West-Berlijn. Ook konden goederen en diensten eindelijk zonder omslachtige registratie bij de DDR grensposten naar Steinstücken worden gebracht. Tot de zomer van 1972 was de enclave alleen vrij toegankelijk via een luchtbrug.
De al gepensioneerde Amerikaanse generaal Clay, die de luchtbrug bij Tempelhof tussen 1948 en 1949 initieerde en begin jaren 60 de belangrijkste adviseur van President Kennedy was vanuit Berlijn, speelde hierin weer een belangrijke rol. Hij kwam op 21 september 1961 persoonlijk per helikopter naar Steinstücken, om de Sovjets duidelijk te maken wie hier de baas was. Vanaf toen kwam er een landingsplek in het dorp en waren er altijd drie Amerikaanse soldaten gestationeerd in Steinstücken. Zij beschermden de inwoners en hielpen ook de gevluchte Oost-Berlijners verder naar West-Berlijn. Op de voormalige landingsplek reiken vandaag de dag ter herinnering twee propellers van een helikopter hoog de lucht in. Daarnaast is een speeltuintje met een helikopter speeltoestel, geschonken door de Amerikanen aan Steinstücken.
Ik volg de voormalige verbindingsweg, nu een gewone plak asfalt met aan de ene kant een spoorlijn en andere kant een stuk natuur, naar Steinstücken op zoek naar de ‘Bürgerverein’, de buurtvereniging. Volgens een voorbijganger bewaren ze daar informatie en foto’s over het bijzondere verleden van Steinstücken. In het midden van het wijkje vind ik een netjes gemaaid grasveld met daarlangs een langwerpige blokhut; het verenigingshuis waar de bewoners van Steinstücken nog altijd samen komen voor zangavonden of gewoon een biertje aan de bar. Ik ontmoet hier Günter Rossnagel die me direct binnen vraagt en de vele foto’s aan de wand laat zien. Een luchtfoto van Steinstücken uit 1989 laat heel duidelijk zien hoe de wijk was omsingeld door de Muur.
"Hij werd alleen in zijn voet geraakt"
Rossnagel vraagt of ik de tijd heb en rolt ondertussen het filmscherm uit, zet de beamer aan en is al onderweg naar de DVD-speler. Hij heeft veel beeldmateriaal over het verleden van Steinstücken en neemt graag de tijd om het mij allemaal te laten zien. Hij woonde direct langs de grens, zoals het merendeel van de inwoners. “Lange tijd hadden we nog geen beton”, vertelt hij, “alleen hekken van prikkeldraad die het vluchten makkelijker maakten.” Veel succesvolle vluchtpogingen, ook door DDR grenssoldaten, werden hier ondernomen.
Rossnagel herinnert zich een jongen die zich in de sneeuw had verstopt en het voor elkaar kreeg door het prikkeldraad heen Steinstücken te bereiken. “De grenssoldaten hebben wel op hem geschoten, maar hij werd alleen in zijn voet geraakt”, aldus Rossnagel. Hij vindt het nog altijd jammer dat hij dit verhaal de volgende dag pas hoorde, aangezien hij door al het tumult heen sliep. “Het gebeurde vlakbij mijn huis en ik heb die schoten niet eens gehoord!” De gevluchte jongen belde aan bij een buurman van Rossnagel en werd naar een ziekenhuis in West-Berlijn vervoerd.
Terwijl de foto’s in een diavoorstelling worden getoond op het grote scherm in het verenigingshuis, roept Rossnagel ineens: “Dat is mijn toren! Daar op de hoek woonde ik en keek vanuit mijn slaapkamerraam recht op die toren.” Contact met de DDR-grenssoldaten in de wachttoren was er niet, zegt hij, en hij begint meteen met veel lof over de Amerikaanse soldaten die in Steinstücken waren gestationeerd. “We zijn de Amerikanen tot de dag van vandaag dankbaar dat ze ervoor gezorgd hebben dat Steinstücken niet bij het oostelijke Potsdam werd ondergebracht”, aldus Rossnagel. Tegen het dak van de serre van het verenigingshuis is een grote Amerikaanse vlag gespannen en er hangen veel foto’s van de Amerikaanse helikopters die landden in Steinstücken. De relatie tussen de inwoners van Steinstücken en de Amerikaanse soldaten die hier waren gestationeerd is nog altijd heel sterk. Zo organiseert Rossnagel met een paar anderen van de ‘Bürgerverein’ nog jaarlijks een herdenkingsbijeenkomst, waarbij vaak Amerikanen aanwezig zijn. De foto uit 1972 met de groep mensen wandelend over de verbindingsweg komt ook voorbij. Rossnagel vertelt: “Het scheelde veel voor de inwoners dat de weg vrij toegankelijk werd. Het was namelijk altijd gedonder om door de grensposten te komen. Soms deden mensen er een uur over om deze ene kilometer verbindingsweg te overbruggen.”
Het verleden van Steinstücken wordt in het verenigingshuis levend gehouden, maar van de ‘tragiek’ waarnaar ik op zoek ben, ontbreekt elk spoor. Ze zijn er gelaten over. De een haalt de schouders op, de ander praat erover alsof het een spannend jongensavontuur was. Opnieuw heb ik me op deze route verbaasd over de enorme mate van gewenning die de mensen hebben ervaren tijdens een in mijn ogen absurde situatie. Ik kan me het leven naast een hoge betonnen wand niet voorstellen en misschien is dat ook teveel gevraagd. Toch ben ik benieuwd of deze trend van gewenning aanhoudt of dat er ook andere verhalen boven komen drijven. Want sommigen, zoals de families Wagner en Weidner, konden zich er niet bij neerleggen en besloten hun leven erop te wagen. Maar of zij in de buurt van de Mauerweg zijn gebleven is maar de vraag.
Route en informatie:
Van voormalig opvangcentrum Marienfelde naar ex-enclave Steinstücken 24 km.
Startpunt: S-Bahnhof Marienfelde S2
Eindpunt: S-Bahnhof Griebnitzsee S7
Gedetailleerde routegids: ‘Berliner Mauer-Radweg’, Michael Cramer, 2009
Website: Mauerweg.com
Gedenkplaatsen op de route:
Gedenksteen Roland Hoff, 1961, Knesebeckbrücke
Gedenkkruis Karl-Heinz Kube, 1966, Berlepschstrasse
Gedenksteen op Adam-Kuckhoff-Platz voor degenen die in de omgeving Kleinmachnow het leven lieten aan de Muur, genoemd worden:
Peter Mädler, 1963
Christian Buttkus, 1965
Walter Kittel, 1965
Karl-Heinz Kube, 1966
Gedenkkruis Willi Marzahn, 1966, Königsweg
Bronnen Landesarchiv Berlin fotoarchief, fotonrs. 86603; 271242; 155558.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: